BLOEDVERGIETERS GERECHTVAARDIGD

 

De verkondiging op Goede Vrijdag

Tekst: Exodus 20:13
'Gij zult niet moorden"

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 14 april 2006


Op deze dag ligt buitengewoon veel nadruk op de moord op de Christus Jezus. U zegt misschien: ‘Moet dat het begin van de preek zijn? Dat weten we toch?'
Ja, maar aan die reactie zie ik eens te meer, waarom het beslist nodig is om nadruk te leggen op die moord.
Laten wij in de Kerk daar mee beginnen, dat is een uitstekende inzet van de uitleg van het 6de der X Woorden. Doen wij dat niet zo, dan vervallen we in
algemeenheden.
‘Gij zult niet moorden...' kan zo'n algemeenheid zijn.
Hier hebben we namelijk iets dat in brede kringen aanvaard wordt als waardevol. Anders gezegd, in vrijwel alle volkeren en culturen wordt het doden van mensen gezien als belangrijk genoeg om daarover verboden uit te vaardigen.
Maar daar zijn mensen in de eerste plaats jouw eigen volksgenoten. In Zuid-Soedan worden grof en bruut mensen mishandeld en afgeslacht. In het voormalige Joegoslavië waren massa-executies, in Ruanda en Burundi waren de Hutu en de Tutsi die elkaar bij tienduizenden de dood injoegen, Lenin en Stalin doodden honderdduizend boeren en lieden die het politiek oneens met hen waren...
Meermalen hebben gemeenteleden aan mij gevraagd:
‘Hoe kan dit toch gebeuren? Hoe kunnen ze zoiets doen? Die slachtoffers zijn toch ook mensen?...'
Mijn antwoord was: ‘Ja, dat vinden wij. Maar die massa-moordenaars denken er anders over. Die zeggen ijskoud: ‘Dat zijn geen mensen. Ruim ze op!'
Het is verbijsterend, en toch past het in een cultuur die zelfingenomen is en gericht is op zelfbehoud.
Hier is een onmiddellijke vergelijking mogelijk met de moord op Jezus. Als er één was die een gevaar is geweest voor het godsdienstige en politieke evenwicht dan was het de Christus Jezus.
Bij deze bijzondere mens beginnen wij, en niet bij moorden in het algemeen. Hanteren wij ons patroon van normen en waarden, dan zijn wij de moord op Christus snel vergeten. Onze normen en waarden gebieden respect voor de medemens, en dat houdt in dat ik niet de hand mag slaan aan een ander. Zou ik op straat zien dat iemand in elkaar geslagen wordt, dan is het mijn morele plicht om tussenbeide te komen. Een mensenleven staat op het spel...
Helaas raken de meeste slachtoffers in het vergeetboek. Het bloedvergieten gaat door. Het is daarom dat ik zeg: hanteren wij ons patroon van normen en waarden, dan zijn wij de moord op Christus snel vergeten.
‘Gij zult niet moorden...,' maar gebeurt dat moorden dan telkens opnieuw...? Wanneer houdt het dan eens op?
Het 6de der X Woorden komt alleen tot vervulling als het de Heere-God zelf is die in dat Woord tot ons komt. Elk van de X Woorden is weer een stap die de Heer doet, van stap tot stap komt Hij zijn volk nader.
Hij komt ons bevrijden van de bloeddorstigheid die diep in ons binnenste zit. Och, cultuur, normen en waarden, die zijn een klein laag vernis. Maar, zegt Jezus, wanneer u ‘domkop' zegt tegen uw broeder, dan hebt u al doodslag gepleegd. Is dat zo? Ja, en het is een opstapje naar het echte moorden...

‘De keel afsnijden,' dat betekent de term die gebruikt wordt in het 6de der X Woorden. Een harde term, thuishorend bij een andere, pijnlijke en gewelddadige dood, die van de kruisiging.

Er is één moord die mensen tot staan en tot inkeer heeft gebracht. Eén moord, de kruisiging van de Christus. Hier is de eerste aanzet tot vergeving en verzoening, en daarom moeten wij deze Goede Vrijdag laten behoren bij het Paasfeest. Om die reden heeft deze dag een extra naam gekregen:
Kruispasen! Een dag om ingetogen maar ook met vreugde te gedenken, dat de bloedstorting van de Messias een keerpunt heeft gebracht in de gestage stroom van vergoten bloed.
De apostel Paulus zegt, dat de Christus is gestorven om onze overtredingen, maar is opgewekt om onze rechtvaardiging. Onze bloedbevlekte handen worden rein gewassen door het bloed van Christus. In weerwil van onze diepgewortelde moordzucht worden wij rechtvaardig verklaard. Daarom mag deze Gedachtenisdag bovendien de naam ‘Kruispasen' dragen.
De Christus en het kruishout waaraan hij is gespijkerd, verkondigen ons, dat het afgelopen is met het bloedvergieten — dat het niet meer hoeft, niet meer terugvallen in een agressieve zelfhandhaving, niet meer een ander het leven zwaar maken, of zelf bedreigd worden.
Daar liggen de problemen van deze wereldeeuw, nee sterker nog gezegd: dit is hét probleem...
De grootste tragiek bij onderdrukking en vervolging, oorlogen en voedselschaarste, vervuiling en armoede... daar is de grootste tragiek, dat zo vele mensen zich inspannen om zelf het vege lijf te redden.
Die wereldwijde narigheid kan worden teruggebracht op de schaal van 1 : 1. Het is de verborgen grondstructuur van ons bestaan, dat de ene mens leeft ten koste van de ander. Deze grondstructuur is in al haar moordzucht openbaar gekomen toen de Messias werd gekruisigd. ‘Weg met hem, want als deze gelijk heeft, kunnen wij niet meer doorleven zoals wij gewend
waren.'

De gekruisigde Christus kon zich slechts beroepen op één en dat is zijn hemelse Vader. De Heere-God hééft geantwoord: zijn reactie op de de moord op de Christus Jezus was, dat Hij de Messias bij de doden vandaan heeft opgewekt. Dat is zijn definitieve tegenzet. Wij bloedvergieters kunnen daar niet meer om heen. Wij mogen geloven dat onze oude levensstijl een einde heeft gekregen.
De oude bloedschulden zijn weggedaan. Tot onze rechtvaardiging is de Christus opgewekt.

Maar, wat is er eigenlijk écht veranderd? Het moorden op kleine en grote schaal gaat gewoon door... .
Nee, nee! Het gaat wel door, maar niet gewóón door.
Er is een beslissende wending aangegeven. De wending is, dat de Messias is neergedaald ter helle om daar de doodsmachten te overwinnen. Hij is afgedaald in de onderste delen der aarde, de onderwereld waar de doden zijn.
In de Byzantijnse Liturgie, van de Oosters-Orthodoxe Kerk, luidt een belangrijke versregel: Christus heeft de dood gedood!
De Christus Jezus heeft geen mens kwaadgedaan, nooit was er onwaarachtigheid in zijn gedrag, geen bedrog was in zijn mond. Hij is waarlijk de vervulling van het 6de der X Woorden.
Toch heeft de Christus een maal een doodvonnis geveld en dat ook uitgevoerd.
Hij heeft de dood gedood!
Zo heeft de Heer opnieuw een stap tot ons gedaan, nu om onze verhouding tot de naaste te bevrijden van bloedschuld en machtsmisbruik.
Alleen zo mogen wij roemen in het kruis, want Christus is de gekruisigde ! Gezang 192

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE