GEDICHTEN VAN JAAP VAN DRIEL |
|||||
LEVENSFILOSOFIE VAN EN DOOR |
|||||
JAAPVANDRIEL |
|||||
levenswind
|
|||||
|
de
wind waait door de wilgenkruinen wij allen zitten samen aan de schuine zacht begroeide glooiing van de dijk in de verte ruist de zee, men voelt zich rijk |
||||
waarom verlangen wij nog meer van het leven | |||||
slechts
dingen, die het niet kan geven want op ieder ogenblik zet onze God ons voor een nooit vermoed groot genot |
|||||
maar
meestal is ons hart gesloten als in kleine snelle rappe boten gaat dan alles triomfantelijk langs om heen wij wuiven niet meer, maar kijken alleen denken en weten in een plotseling besluiten jij en vooral ik, hoor bij gestrande schuiten God ..... geef ons in het verweerde want wat extra windkracht voor de overkant ..... |
|||||
wat je uitstraalt, krijg je zelf
|
||||||
we
zaten rond de boom en zongen 'stille nacht' één zei mooie gedichten even een vertedering een vage zachte glimlach over de gespannen gezichten dit gaf toch een feest een haast vergeten droom die in een bleke kaarsvlam weer even ging herleven daar bij jong en oud die daar zaten bij de boom |
nu
zijn we weer mensen zoals van alle dag de kaarsen gingen uit het lied is verklonken van de monden week de stille lach en in onze ogen doofden de vonken maar toch ... maar toch dat Kind dat zullen we nooit vergeten ....... |
|||||
|
|
|
dit gedicht is geplaatst door prof. Koeman in de catalogus van het 'Europamuseum' |
|
vrede
vriend
....
vrede
jij |
|
|
|
|