Wij zijn nu in het hart van de Paastijd.
Drie zondagen hebben we achter de rug, en Eerste Paasdag, het eigenlijke
Hoogfeest, wordt vandaag als het ware weer opgepakt, een hernieuwde
vreugdedag. Zondag Jubilate!
Daarom dan ook deze woorden uit Paulus' Romeinenbrief, luidende in de
oude vertalingen: ‘Het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank,
maar rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door de Heilige Geest.'
U begrijpt wel dat het woord ‘blijdschap' hier vandaag aandacht
gaat krijgen!
De tekst voor vandaag klinkt als een motto. Lezen we hem in zijn verband,
dan stuiten we op iets heel belangwekkends, iets dat zijn actualiteit
nog steeds behouden heeft.
Er zijn historici die het uitgezocht hebben: heel veel conflicten in
de geschiedenis van de mensheid zijn te herleiden op tegenstellingen
van godsdienstige aard. Waar is dan de blijdschap?
Je hoeft niet ver van huis te gaan om te kunnen zien hoe weinig blijdschap
er onder sommige gelovigen leeft. Ik wil niemand veroordelen, het is
een constatering. Wel leg ik het naast de kanseltekst van hedenochtend:
het Rijk Gods is blijdschap....!
Het is de moeite waard in ‘t kort de achtergrond te schetsen van
de woorden – ‘Het Rijk Gods is niet spijs en drank, maar
rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door de Heilige Geest.'
In de allereerste
christelijke Gemeenten waren gelovigen van Joodse afkomst en van
niet-joodse afkomst. In de christelijke Gemeente van Rome hadden
deze twee groepen onenigheid over de zogenaamde spijswetten. U
weet dat vast wel: Joden mogen geen varkensvlees eten, en vlees
dat zij wel mogen eten, moet afkomstig zijn van dieren die op
koosjere manier zijn geslacht. |
|
De christenen van joodse afkomst hielden zich aan die spijswetten.
Maar de christenen van niet-joodse afkomst, Griekse of Romeinse christenen
bijvoorbeeld, die vonden het niet nodig om zich te houden aan die
voorschriften. ‘Als je in Christus gelooft,' zeiden ze, ‘dan
hoef je dit soort geboden niet na te komen. Waarom zou het ook, nu
wij in de vrijheid van Christus staan?'
Voor ons is dit geen vreemd of nieuw geluid. Maar voor de Joden die
christen waren geworden, had dit iets revolutionairs. Want hier stond
toch maar de Torah ter discussie, de eerbiedwaardige Wet van Mozes...
. Bovendien kwam er ook jaloezie op. De joodse christenen herinnerden
zich hun opvoeding, met alle voorschriften en geboden. Daar moesten
zij zwaar aan tillen! En nu, kijk nu eens, daar heb je mensen die
dat zomaar overslaan. Ze geloven ook, en ze hebben het maar makkelijk...!
U kunt wel nagaan dat hierdoor spanningen ontstonden.
Waar spanningen zijn, komt de blijdschap tekort.
Spanningen in dezelfde Gemeente! We praten dan wel over de eerste
generatie christenen... Als die dan al onderlinge tegenstellingen
hadden, dan kunt u wel nagaan hoe het verder ging. Daar zal de blijdschap
gauw ineenschrompelen.
Daarom schrijft de apostel Paulus de woorden die vandaag kanseltekst
zijn: ‘Het Rijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid,
en vrede, en blijdschap, door de Heilige Geest.'
Een tekst vol van inhoud. Het is niet niks, een hele reeks sleuteltermen
in één zin: Koninkrijk Gods, rechtvaardigheid, vrede,
blijdschap, Heilige Geest. Teveel om allemaal uit te leggen.
Vandaag, op Jubilate, de jubelzondag, leggen wij nadruk op de blijdschap.
Het is het slot van de trits: rechtvaardigheid, vrede, blijdschap.
Een trits die heel begrijpelijk is: staan wij recht, dat wil zeggen:
zijn wij in het reine met onszelf, én, gaan wij op rechte wijze
met elkaar om, dan is dat rechtvaardig. Dit heeft als vrucht de vrede
met onszelf en met God, en verder een gave en voltooide samenleving.
Dan is er ook blijdschap.
Hoort u dat hier iets anders en méér aan de orde is
dan godsdienst? De godsdienst als verschijnsel is niet het belangrijkst.
Zoveel mensen, zoveel volkeren hebben een godsdienst. Dat is het belangrijkste
niet. Waar het om gaat is: welke uitwerking heeft een godsdienst op
haar aanhangers?
Er is veel te doen geweest over godsdienst in de afgelopen weken.
We konden kennisnemen van het standpunt van een spraakmakende volksvertegenwoordiger.
Volgens hem is de Islam een achterlijke godsdienst met gewelddadige
uitwassen.
Ik wil niet, als was ik een godsdienstig leider, u zeggen hoe u daarover
denken moet. Hoogstens krijgt u wat stof tot nadenken, opdat u een
eigen mening kunt vormen.
Godsdienst is mensenwerk, het is een zaak van mensen. U vindt misschien
dat de aanhangers van de Islam in Nederland niet bij de tijd zijn,
dat ze niet goed in deze maatschappij passen? Ik zeg dat ze zijn zoals
ze zijn, dat verandert u niet. Misschien, na honderd jaar, staat in
hun midden ook een Luther of een Calvijn op. Die godsdienst kan dan,
op haar eigen wijze, in een stroomversnelling komen. Zolang het niet
zover is, hebt u geen keus; u moet met de Moslems van deze tijd samenleven.
Wat voor de Islam geldt, geldt ook voor ons Christendom: het is maar
godsdienst, en de vraag is, wat voor mensen die godsdienst ons maakt.
Hoe worden wij tot naaste, tot zuster of broeder gesteld? Daarin geloven
en herkennen wij het werk van de Heere-God
zelf.
Er is een verschil dat zonneklaar is, een verschil tussen de godsdienst
die mensenwerk is, en datgene wat ons door de Heere-God
zelf wordt aangezegd en beloofd.
Daardoor kunt u bij het geloof der Kerk bewaard blijven.
Het verschil is: het onderscheid tussen de Kerk en het Rijk Gods.
Ze zijn niet hetzelfde. Ze liggen soms mijlenver uiteen.
Het Rijk Gods, dat is de gepredikte belofte dat de Heere-God
regeert. Het is geen territorium, geen land en zelfs geen christelijke
staat of zoiets.
De Heer regeert ! Soms is het helemaal niet zichtbaar. Het is een
waarheid die geloofd mag worden.
De Kerk daarentegen heeft in verleden en heden wel moeite gedaan om
zichtbaar te zijn. Soms bezat de Kerk land of bestreek een aanzienlijk
territorium.
Je zou haast denken dat er geen geloof nodig is om aan te nemen dat
de Kerk bestaat.
Wel degelijk is geloof nodig; wij belijden het zelf in het Apostolisch
Credo: ik geloof één heilige, apostolische Kerk.
Voor een ieder die moeite heeft met het reilen en zeilen van de zichtbare
kerk, is ooit deze belijdenis verwoord: ik geloof één
heilige, apostolische Kerk.
Dit geloof kan alleen maar worden gewekt door de evangelieprediking
van het Rijk Gods. Dus niet door wat wij voor ogen hebben.
De Kerk is geen onderdeel van de evangelieprediking, maar wel dat
God regeert en zijn koningsregering tot ontplooiing brengt.
Juist in de paastijd beginnen we bij het bijbelse Israël. Op
deze zondag Jubilate gedenken we hoe volgens de gewijde Geschriften
Israël wordt opgeroepen om de jubelstem te verheffen, te jubelen
omwille van de Heer
die de allerlaagsten en echt hulpelozen opricht. Dat is de waarde
van de godsdienst van Israël, dat niet het recht van de sterkste
een vanzelfsprekende geldingskracht heeft. Het is de mens die zichzelf
niet kan verdedigen, die mag rekenen op Gods barmhartige nabijheid.
Door deze heilsboodschap staat het Israël van de Bijbel aan de
wieg van de humaniteit. Dat is heel wat meer dan bekvechten over spijs
en drank, wat er wel en wat er niet rein is.
Waar de Heere-God de
ruimte heeft om zijn koningschap te vestigen, daar is blijdschap!
Laat me een misverstand van te voren onschadelijk maken. Paulus zegt
niet dat de Kérk blijdschap is, maar het Rijk Gods. De Kerk,
hoe belangrijk ook, is het Rijk Gods niet...!
Hiermee is ook de vooronderstelling ontkracht, als zou het in de kerk
altijd vreugdevol en plezierig moeten zijn. Van ons voelt niemand
zich thuis in een kerkelijke gemeenschap waar het op zondag altijd
gonst van luidruchtige vrolijkheid.
Er is een gezegde van Jezus bekend dat luidt: ‘Gaat in door
de nauwe poort, het leven in. Want nauw is de weg die ten leven leidt.'
Dat leg ik dan naast een uitspraak van de apostel Paulus gericht tot
één van zijn pas gestichte Gemeenten: ‘Wij moeten
onder veel verdrukkingen ingaan in het Rijk Gods.'
Het gaat hier over het vroegkerkelijke leven, van de eerste generatie
christenen. Staan in de wereld als kerkelijke gemeenschap, dat was
geen pretje in die tijd. Dat kerkelijke leven wás niet zo vrolijk.
Maar wat wel blijdschap is, dat is het Rijk Gods zelf!
Jezus zegt: ‘Gij zult u bedroeven, maar uw droefheid zal tot
blijdschap worden...'
Hij wil zijn leerlingen een troostrijke boodschap meegeven, zonder
te ontkennen dat er veel reden tot droefheid is in deze wereld die
vol chaos is.
De koningsregering van de Heer
is blijdschap. Blijdschap die we niet missen kunnen, want, hoe kunnen
wij het vol houden te staan in deze wereld als wij geen geloof hadden
in een Allerhoogste die uiteindelijk alles tot een goed einde zal
brengen?
Maar wat het kerkelijk leven soms tot een pijnlijk moeitevol gebeuren
maakt, is het leven in twee bereiken, twee werelden tegelijk.
Dit betekent dat wij een voorbehoud moeten maken bij alles wat wij
beleven en meemaken. Een voorbehoud dat je het lachen doet vergaan.
Want deze aarde is niet verlost maar wordt doordrenkt van vergoten
bloed, bloed van slachtoffers van terreuraanslagen en van militaire
acties.
In die wereld leven wij, maar óók onder Gods regering,
dat is ook een bereik.
Jubilate heet deze zondag; jubel, blijdschap, vreugde die nooit doel
in zichzelf zijn, maar ons gegeven worden om de Christus Jezus te
verheerlijken, om elkaar te vertroosten met de belofte van de toekomende
eeuw, de nieuwe morgen, het leven er opstanding –
Bezingen wij dat met Gez. 219
TERUG
NAAR DE INHOUDSOPGAVE |