Om
er eens helemaal uit te zijn, leek mij een verblijf van een paar dagen
in Kalenberg een goede beslissing. Dit is uitgekomen, en van mijn
ervaringen en belevenissen doe ik u hier verslag.
De reis naar hcr 'De Rietlanden' hebben een flink aantal van ons al eerder
gemaakt. We moesten toen al terdege opletten, welke afslag en welke brug
we zouden nemen. |
De
kamers zijn ruim en net, en de aanwezigheid van een groot koffiezetapparaat
met waterkoker is een luxe die maar weinig hotels bieden. 's Ochtends
vroeg en 's avonds laat is het er heel erg stil, en dat maakt een indruk
die een geboren en getogen stadsmens als ik ben nauwelijks kent.
Overdag
bruiste het beneden van leven. Het waren de dagen koninginnedag en
1 mei, dagen waarop veel wandelaars en watersporters op pad c.q. op
de
vaart waren en even langs kwamen om iets te drinken of te eten. Maar
ze boden ook vrije tijd die de dorpelingen aangrepen om bij elkaar
te komen in 'De Rietlanden.'
Zo
waren
er verjaardagen
te
vieren.
Wat
mij
trof,
waren de grote aantallen kinderen die deden alsof ze thuis waren. 'We
betrekken de kinderen er zoveel mogelijk bij,' vertelde Fanny. 'Ze
mogen altijd in de keuken komen, en helpen met ijs maken of met
andere leuke
werkjes.'
Hcr 'De Rietlanden' kun je zien als een kruising tussen een intiem
hotel, buurthuis, luthers trefpunt en fijn restaurant. De ons allen
bekende
Margreet van Dijk leidt de huishoudelijke dienst, en woont op vijf
minuten lopen van het hcr. Thuis is haar huisgenote Hannah Schipper.
Zij herstelt
van een herbehandeling van het littekenweefsel dat zich heeft gevormd
na de zware operatie in Dordrecht.
De beide dames groeten u hartelijk. Alhoewel zij het wonen en werken
in Kalenberg heerlijk vinden, missen zij ons kerkgebouw en denken zij
vaak terug aan de saamhorigheid en gezelligheid in de elg Dordrecht.
Wie zich sportief wil gedragen, wandelt, fietst of begeeft zich
in bootjes op het water. Het niet zo fraaie weer vormde voor
mij een welkom excuus
om dit na te laten. Ik heb veel van de omgeving gezien, en was gebiologeerd
door het stadje Blokzijl: een schilderachtig plaatsje aan een binnenhaven
waar je iets proeft van de glorie die de vroegere zeehandel opleverde.
Ik
kwam van Schokland vandaan, die dag. Dit is heden ten dage een strook
land in de Noordoostpolder, tussen Emmeloord en Ens. Het is ruim vier
kilometer lang en enkele honderden meters breed. Het is duidelijk zichtbaar
in het landschap: het ligt iets hoger dan het omringende land. Want tot
aan de drooglegging van wat nu de Noordoostpolder is, was dit een eiland.
Schokland heeft een fascinerende geschiedenis. De bevolking (maximaal
700 zielen) is altijd in meerderheid roomskatholiek gebleven. De Amsterdamse
kooplieden die een deel van het eiland bezaten, vonden de protestantisering
van het eiland riskant en niet de moeite waard. Als de vuurbakens het
maar
goed deden, zodat de handelsschepen veilig de bocht langs Schokland
konden nemen. De bevolking was gehard: het menu was schraal en karig,
de zee onvoorspelbaar
en bedreigend. Regelmatig spoelden er huisjes weg en waren er doden te
betreuren.
In de 19de eeuw kalfde het eilandje zo schrikbarend snel af, dat op last
van Koning Willem III de Schoklanders naar het vasteland verhuisden.
Vol heimwee vormden zij enkele buurtschapjes rond Kampen.
Op Schokland is een klein maar zeer bezienswaardig museum.
Wie de tijd
heeft en wel ter been is, kan binnen twee uren het hele eilandje omlopen.
Toen ik er liep, stond er een krachtige, frisse wind. Zoals die over
de vlakke
polder aankwam, zo moet hij ook over de zee hebben gewaaid. Het is een
heel bijzonder stukje grond, dat Schokland, en terecht heeft de unesco het
aangewezen als cultuurmonument.
W. Baan
|