EEN LITURGIEVIERING IN WITTENBERG 1536 |
||||
|
||||
Onze hoogleraar
liturgiek in Utrecht, dr Barnard, onderzocht een tekst van een zekere
Wolfgang Musculus die zijn reis door Thüringen beschreven heeft.
Musculus bezocht ook Wittenberg en nam deel aan een Avondmaalsdienst in
de stadskerk. Het viel hem op dat de Dienst leek op die van de Rooms-katholieke
Kerk. De en overeenkomsten en verschillen gaf hij duidelijk aan. |
||||
Kyrië eleison [orgel en knapen] Gloria in excelsis [intonatie door liturg, voorts orgel en koor, latijn] Gebedsoproep [liturg en koor, Latijn] Collecta [Latijn] Epistellezing [Latijn] Herr Gott Vater wohn bei uns [koor en orgel] Evangelielezing [gezongen Latijn [linkerzijde altaar, naar roomse gewoonte] |
||||
Wir glauben all an einen Gott [koor en orgel] Preek [na de preek vertrekken de meeste mensen] Da pacem Domine [koor, Latijn] Gebed om vrede [liturg, Latijn] Onze Vader [liturg, Duits] Verba Testamenti [duits, liturg, rug naar de gemeente] Brood / elevatie / belletje Kelk / elevatie / belletje Communie: brood [in gewone kleding uitgereikt] Wijn [in priesterkleding uitgereikt] Agnus Dei [tijdens de communie] 'Jezus Christus' / Gott sei gelobet Dankgebed [liturg, duits] Zegen [liturg, duits] |
||||
Op het zesde
uur werd een preek gehouden in het slot. Op het zevende uur gingen we
weer naar de stadskerk en zagen naar welk gebruik men 'de liturgie' vierde,
namelijk als volgt: |
Hora
sexta habita est concio in arce. Hora septima rursus templum commune ingressi,
vidimus quo ritu 'tèn Leitourgian' celebrarint - Nempe isto: Primum
ludebatur Introitus in organis succinente choro latine, more sacrificorum
atque interea a sacrario progrediebatur minister sacrificaliter indutus
flexisque ante altare genubus cum adiuncto famulo aedituo confitebatur et
post confessionem ad altare ascendebat, ad librum qui erat more papistico
ad dexteram locatus. |
|||
Na
de Introïtus werd op het orgel gespeeld en afwisselend door de knapen
het "Kyrië eleïson" gezongen. Nadat dat geëindigd was intoneerde
de liturg het 'Ere zij God in den hoge.' Dit gezang werd in wisseling tussen
orgel en koor ten einde gevoerd. Onmiddellijk daarna zong de liturg bij
het altaar: 'De Heer zij met U.' Het koor antwoordde: 'En met uw geest.'
Daarna volgde de collecta van deze dag (zondagsgebed) in het Latijn. Vervolgens
werd het epistel in het Latijn gezongen. Daarop werd het orgel bespeeld
en het koor sloot aan met: 'Heer God, Vader woon bij ons.' Aansluitend werd
door de liturg het evangelie van deze zondag ook in het Latijn gezongen
en wel aan de linker altaarzijde, zoals dat gebruikelijk is bij de aanhangers
van de paus. |
Post
introitum ludebatur in organis et vicissim canebatur a pueris kyrie eleyson,
quo completo cantabat minister gloria in excelsis, quod canticum vicissim
complebatur in organis et choro. Sub ista canebat minister in altari Dominus
vobiscum, respondebat chorus et cum spiritu tuo. Subiungebatur collecta
eius die latine, deinde succinebat Epistolam latine, post ludebatur in organis
subiungente choro Herr Gott vatter wohn vns bey etc. quo completo a ministro
Evangelium eius dominice in parte altaris sinistra, ut solent Pontificii
idque latine. |
|||
Daarna
werd het orgel bespeeld en het koor zette de dienst voort met 'Wij geloven
allen in een God.' Na dit lied volgde de preek, die Bucer
in aanwezigheid van Luther en Melanchton over het Evangelie van deze zondag
hield. Na de preek zong het koor in het Latijn: "Da pace Domine" gevolgd door een gebed om vrede, ook dat in het Latijn. Vervolgens kwam de Avondmaalsviering, die de Liturg met een in het Duits gezongen Onze Vader opende. Daarop zong hij met de rug naar de gemeente de inzettingswoorden ook in het Duits. In de eerste plaats voor het brood, dat hij, nadat de woorden gesproken werden, tijdens het klinken van een klokje omhoog hief. Op dezelfde manier ook bij de kelk, die hij evenzo onder het klinken van een klokje omhoog hief. |
Postea ludebatur
in organis et a choro subiungebatur, wir glauben all an eynen Gott, quam
cantionem sequebatur Contio, quam habebat Bucerus de Evangelio eius Dominicae
praesente Luthero et Philippo. |
|||
Onmiddellijk
werd gecommuniceerd. Als eerste kwam Pomeranus, daarop Fabricius Capito
en toen Bucer. Tijdens de uitdeling werd het Agnus Dei in het Latijn gezongen.
In gewone kleding reikte de priester het brood uit, maar in misgewaad de
kelk. |
Confestim
communicabatur. Primum accedebat Pomeranus. Deinde fabricius Capito, post
hunc Bucerus. Sub communione canebatur Agnus Dei latine. Vulgariter indutus
panem sacrificaliter vero calicem ministrabat. |
|||
Na het zingen
van het Agnus Dei volgde een Duits lied: Jezus Christus, onze Heiland
of God zij gezegend. |
Cantato
Agnus Dei subiungebat germanicum canticum. Jesus christus etc. Gott sey
gelobet etc. |
|||
|
|
|||
Prof. Barnard schrijft als eigen slotcommentaar : |
||||
Musculus was zeer kritisch ten opzichte van de restanten van de Rooms-katholieke liturgie in de lutherse eredienst. We herkennen hierin de vragen, die aan de rechterzijde van de Hervormde Kerk aan de Lutherse eredienst gesteld worden. De kritiek betrof het gebruik van Latijn, de kleding van de priester, de indeling van het liturgisch centrum in een epistelzijde en een evangeliezijde (vanuit de kerkzaal gezien respectievelijk rechts en links), het belletje bij de consecratie van brood en wijn. Opvallend is ook, dat het grootste deel van het volk bij de viering van het avondmaal verdwenen is. |
||||