|
|
Zoudt u bezet gebied zijn, bezeten door demonen, dan was u niet in staat,
uzelf te zijn. 'Ik word geleefd,' hoor je wel eens iemand roepen. Zo iemand
is zichzelf niet. Wie dat roept, wordt gedwongen een rol te spelen in
de samenleving.
De boze geesten van eergevoel en eigen ik, van carrière, van sex,
van macht, van geld en wat al niet dat mensen in de ban houdt. Dat gaat
dieper dan u denkt...
Dit zijn de demonen, en ze zijn soms moeilijk op het spoor te komen.
Na de bomaanslagen in Madrid waren er christelijke mensen die weer precies
konden aanwijzen waar het kwaad zit. Hoe vreselijk die aanslagen ook zijn,
laat u niet bedotten. Was het maar zo simpel, dat je demonen kunt aanwijzen.
Maar ze zijn veel geraffineerder dan dat ze zich zo blootgeven.
Ze zitten verborgen, gaan schuil in als vanzelfsprekend genomen gedragingen,
patronen en verschijnselen. Ook in ons zitten ze dieper dan wij kunnen
aanwijzen.
Die demonen worden voorgesteld als persoonlijke gestalten. Engelen zijn
dat ook in de traditie. Het komt allemaal doordat in het Oude Testament
de Heer wordt voorgesteld als een persoonlijke God.
In het scheppingsverhaal horen we: God schiep de mens overeenkomstig zijn
beeld en tot zijn gelijkenis. Het persoon-zijn van God en het persoon-zijn
van ons horen bij elkaar. Wij mogen op God gaan lijken, zou je kunnen
zeggen. Dat is niet alleen een gegeven, maar veeleer een aansporing, een
toekomst, een belofte voor ons. |
Nu verstaan wij beter Paulus' oproep: 'Weest toneelspelers van God!' Draagt
zijn beeld en gelijkenis, wordt daaraan steeds meer gelijkvormig.
Bemoedigend is, wat Paulus er onmiddellijk achteraan zegt: 'Weest toneelspelers
van God, als geliefde kinderen.' U hoort van te voren wie u bent, en dan
hoort u de apostolische roep: Weest toneelspelers van God..... .
Vindt
u dit een rare oproep? Maar waar brengen ons de boze geesten dan? Boze
geesten brengen ons van onze bestemming af; ze laten ons zwelgen in lust
of verteren door begeerte. Soms komen mensen vrij. Zulke mensen zijn een
tijd gelukkig en zij reinigen en sieren hun levenshuis. Maar alles gaat
weer mis, want ze kunnen hun levenshuis geen vulling geven. Zij blijven
maar in hun eigen kringetje rondtobben. Tenslotte maken ze het mooie en
het goede dat ze nog hebben, dat maken ze ook kapot.
Sommigen denken dat ze niet normaal kunnen leven, dat ze tóch moeten
boeten, dat ze nooit los kunnen komen van hun verleden. Dan zakken ze
ook weer terug in dat verleden, en, met de woorden van Jezus: 'Het wordt
aan het einde erger dan in het begin...'
Paulus
zegt: 'Weest toneelspelers van God, als geliefde kinderen –.' Zou
dat de levensvervulling zijn die de duivelen geen plaats biedt?
Wat is dat voor een spel, dat Gods kinderen opvoeren? Het is een spel
waardoor de boze geesten op de vlucht gaan. Dit spel is geen spelletje,
maar spel van ernst en vreugde samen.
Onder elkaar krijgt dit spel zijn uitdrukking in liturgie en leven. Liturgie
is de vreugde, de volle geest, overvloeiend van psalmen, hymnen en geestelijke
liederen. Dat is een nuchtere dronkenschap. Het is de blijdschap waarmee
wij de bevrijding van ons leven vieren.
Maar liturgie en leven hangen samen. Ook ons leven is een spel. Bevrijding
moet geleerd en gepraktiseerd worden, en dat gebeurt op de wijze van een
spel.
U moet eens kijken hoe harmonisch opgegroeide kinderen kunnen spelen:
zo ongedwongen, zo eerlijk, zo vrij... .
Maar hoe kunnen wij het leren?
Door te zien naar een hoofdrolspeler. Dat is de Christus, de geliefde
zoon. Wandelt in de liefde, zegt Paulus, zoals ook Christus ons heeft
liefgehad, en zichzelf voor ons heeft overgegeven tot een gave en een
offer.
Is dat een spel...? Ja daarom, omdat het niet past in wat wij werkelijkheid
noemen. Die werkelijkheid is echt een grote komedie, of, een jammerlijke
tragedie.
Een komedie schiet tekort in ernst. Een tragedie ontbeert de vreugde.
Zo is het dagelijks leven inderdaad. De balans slaat altijd wel naar één
kant door. Paulus laat er geen misverstand over bestaan. Daar is de hoererij
en de ontucht en de zedeloze scherts. Daardoor wordt het leven een komedie
en laat het zich denken alsof de lust het hoogste goed is. Iedere keer
vliegen de kinderen dezer wereldeeuw er weer in.
Dan
is er de hebzucht. Dat is het andere uiterste. Hier regeert de dodelijke
ernst; de gewichtigheid en de ronkende taal van geld-en goed vergaderen.
De vreugde over pas verworven bezit is maar van korte duur. Het begeren
is groter dan het hebben.
Waar enkel ernstige zakelijkheid regeert, of alleen schertsende losbandigheid,
daar is geen echt spel ....
Weest
toneelspelers van God! De ware toneelspeler koppelt ernst aan vrolijkheid.
De echte clown is ernstig. Denk aan de clown Popov. Hij was een diep-zwaarmoedig
mens, maar, wanneer hij optrad, brulden de mensen van het lachten. Zo
iemand heeft zijn publiek lief. Hij kent de mensen en hij geeft zich aan
de mensen. Zo weet hij hele diepe gevoelens bij hen op te roepen. Toon
Hermans had die gave ook.
Wat zou een toneelspeler van God doen? Hij speelt niet zichzelf, nee,
hij speelt boven zichzelf uit. Het is een rol naar Gods aard; zo
is hij geschapen. Een toneelspeler Gods laat zien wie God is voor is voor
de mensen. De Heer heeft ons, mensen lief, en Hij heeft Jezus genoemd:
mijn geliefde Zoon. De Christus Jezus is de hoofdrolspeler die laat zien
hoezeer God de mensen liefheeft. Met Christus worden wij erbij geroepen
om medespelers te zijn. Het is een spel van ernst en vrolijkheid tezamen,
want de liefde staat daarin centraal. Liefde ontbreekt in hoererij, en
liefde ontbreekt ook in hebzucht. Daarom mist de ontucht de ernst, en
mist de hebzucht de vrolijkheid.
De boze geesten van hoererij en hebzucht kennen de liefde niet. Ze zijn
er slechts op uit om de mensen ten gronde te richten. Dat geldt ook voor
de boze geest van de haat, en van het schuldgevoel, en van het minderwaardigheidscomplex.
Een gemeenschappelijk kenmerk van al die boosaardige geesten is, dat ze
er voor zorgen dat hun slachtoffers op zichzelf blijven. Mensen die op
zichzelf blijven, kunnen zich niet werkelijk geven aan anderen. Zij halen
de voorwerpen van hun begeerte naar zichzelf toe, of blijven in een eigen
kringetje van schuldgevoelens ronddraaien. In wezen is het een verzet
tegen alle vormen van verlies, ja zelfs tegen het verliezen van het leven.
Wie op zichzelf wil blijven probeert zijn leven te behouden.
Wij
worden bij dit wondere spel geroepen om mee te doen. De liefde en de zelfverloochening
beproeven... Natuurlijk zullen velen van ons slechts figuranten blijven,
of hoogstens B-rolletjes spelen. Maar wij kijken allemaal naar de grote
hoofdrolspeler Christus. Samen met hem acteren wij, als acteurs van God.
Door
echte toneelspelers van God te zijn, betekenen wij iets voor de kinderen
dezer wereldeeuw. Zij zijn de toeschouwers, sommige onverschillig, sommigen
spottend, anderen geboeid of vol vragen. En wij? Wij zijn de nieuwe mensen,
dragers van de belofte van Gods naderkomst. Wij kunnen dat nieuwe leven
alleen uiten door het spel. Dat is een leven dat spot met de zogenaamde
werkelijkheid, dat de draak steekt met de dood.
Een goed toneelspeler kan de geesten bezweren. Zo kan hij zijn publiek
alles om zich heen doen vergeten, het ademloos naar hen laten luisteren
en kijken. Maar – dit is slechts voor enkele uren.
Maar nu de Christus Jezus, als de toneelspeler van God. Hij kan u gedurende
heel uw leven boeien. Hij is God zelf die uw schuld en tekortkomingen
verzoent, draagt. Als een volmaakt acteur kruipt hij in uw huid, zo is
er geen plaats voor de boze geest.
Hij is overwinnaar, Hij is Heer !
Een
Avondmaalslied voor deze tijd van het jaar, van zelfinkeer en bede om
vergeving: gezang 358
TERUG
NAAR DE INHOUDSOPGAVE |