Ouders dragen de heilstraditie
 

De verkondiging op Zondag Palmarum

Tekst:  Exodus 20:12
Vde der X Woorden

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 9 april 2006


Eer uw vader en uw moeder,
opdat uw dagen zich verlengen op de akkergrond
die de Heer uw God u geeft.

Bij het horen van het Vde der X Woorden denk ik telkens: dit is gericht tot kinderen van ouders, maar de ouders zelf zouden zich ook moeten afvragen: waarom zouden wij eer-waardig zijn?
Het kan niet zo zijn dat ouders staat maken op eer van de kant van kinderen op grond van dit Vde der X Woorden.
Heel veel onderdrukking van kinderen, misbruik op allerlei terrein, huishoudelijke exploitatie, sexueel geweld, – dat is allemaal verdedigd op basis van een zogenaamd goddelijk gebod dat kinderen hun ouders moeten eren.
‘Ik ben je vader, daarom moet je alles doen wat ik zeg!'... ‘Ik ben de leraar, je moet altijd opletten!...' Of een regering die zegt: ‘U moet gehoorzamen en betalen, want wij zijn de overheid.' Of een Synode die zegt: ‘U moet de kerkorde nakomen, want wij zijn de kerkleiding... en betalen moet u ook...'
Wie zich beroept op God om zo wetten op te leggen en gehoorzaamheid af te dwingen, is gevaarlijk bezig.
Dit is niet de bedoeling van het Vde der X Woorden.

Het Vde der X Woorden is opnieuw een stap die de Heere-God doet om zijn volk in de vrijheid te zetten.
Hij komt steeds dichterbij. Het IVde der X Woorden is zijn komst in de tijd, om ons die tijd in vrijheid te laten doorbrengen. Nu komt Hij tot zijn volk door vader en moeder. Het hoort bij de Uittocht uit het slavenhuis en de Intocht in het land van belofte. Want een belofte wordt letterlijk toegevoegd aan dit Vde der X Woorden: ‘... opdat uw dagen zich verlengen op de akkergrond die de Heer uw God u geeft.
Dit Vde der X Woorden is een uniek gebod!
Dat zouden we niet zeggen, want wij vinden de inhoud volstrekt normaal. Maar nergens in het Oude Oosten is een wettelijke voorschrift om vader en moeder te eren. In de codex van koning Hammurapi (uit de tijd van Abraham, 1800 v. Chr.) staat wel zoiets als: als je je ouders mishandelt, krijg je die en die straf.
Het kwam voor dat opgroeiende kinderen geld wilden lenen van een oude vader of moeder. Kregen ze dat geld niet, dan vielen er klappen. Het is zelfs nu een beladen onderwerp, dat kinderen hun ouders mishandelen, maar het gebeurt.
De Codex Hammurapi zet er een straf op.
Maar even later staat er ook: 'als je een medemens mishandelt...,' en dan geldt dezelfde straf. Het specifieke ‘eer uw vader en moeder' komt daar en elders niet voor.

Al eerder heb ik u gezegd, dat de X Woorden geen universele zedenwet zijn. En zeker het Vde niet...
Dit is uitdrukkelijk een vrucht van Israëls geloof, om dit Vde der X Woorden door te geven aan de wereld. Een godsgeschenk, ook bedoeld om de vertrouwensband tussen de Heer en zijn volk te bevestigen.
Het is dan ook verbonden met de uittocht uit Egypte. Het gebod is gebonden aan de context van geloven. Je kunt dit gebod pas zeggen vanuit de bevrijding die je ervaren hebt. Het geldt eigenlijk pas voor je als je tot het volk behoort. Behoor je tot het volk?
Israël en Kerk, hoe verschillend ook, zijn beide gestalten van Gods verbondstrouw.
De trouw van de Heer blijft niet hangen in de sfeer van mooie gedachten. Het gaat over mijn en uw leven. De X Woorden worden steeds concreter; dit is vooral duidelijk geworden vanaf het IVde der X Woorden. De tijd in het IVde, en de grond waarop je leeft in het Vde, maar nu ook een eerste verschijning van de naaste in uw en mijn leven.
Wanneer we kinderen zijn, dan zijn de belangrijkste naasten onze vader en moeder. Zij staan ons het meest nabij.
Maar zij zijn ons naastbij als gestalten van de Heere-God. Niet als onze biologische verwekkers.
‘Eer uw vader en uw moeder' moet gehoord worden als een verlengstuk van Gods bevrijdend werk.
De vaderen zijn daarin betrokken: ze zijn ooit eens uitgeleid uit het slavenhuis. Die bevrijding moeten zij doorgeven. Het is het méést wezenlijke van hun vader- en moeder-ambt. Daarom moeten vader en moeder worden geëerd. Zij zijn de dragers van de traditie; letterlijk is dat: de overlevering, het doorgeven van de grote daden van de Heer.
Psalm 78 bezingt dat: de lofwaardige daden van de Heer, zijn sterkte en zijn wonderen moeten door de vaderen worden bekend gemaakt aan hun kinderen, opdat het navolgende geslacht die weten zou, en hún kinderen vertellen.
Door dit te met liefde en aandacht te doen, daardoor zijn zij eerbiedwaardig. Niet omdat zij aan het biologische begin van ons natuurlijke leven staan.

Van hieruit komen vragen op ons af. Hebben wij ouders gehad die weet hadden van Gods grootheid, en waren zij daarom eerbiedwaardig? Of was ons respect een kwestie van ingepeperd fatsoen?
In het laatste geval is een generatiekloof niet denkbeeldig. Dan was er geen echt gezag. Gezag komt van zeggen. Waar niets over de Heere-God gezegd wordt, is geen gezag. Waar woorden ontbreken, kan de grote bevrijding niet worden doorverteld.
Er zijn jonge mensen in een kerkelijke gemeenschap terecht gekomen die geen christelijke ouders hebben. Hoeven die dan hun ouders niet te eren? Toch kunnnen hun geloof en hun meelevendheid vruchten zijn van een opvoeding tot vrijheid en verantwoordelijkheid. De H.Geest is sterker en ruimer dan wij denken; waarom zou de Geest van God niet ook buiten christelijke gezinnen om werkzaam zijn? Maar dat is voor ons de norm niet, voor ons die deel uit maken van de Kerk. Laten wij ervoor waken dat kerkelijke ouders de eerbied van hun kinderen waard zijn... .
Wanneer ouders niet worden geëerd, dan mag de Kerk niet ach en wee roepen op basis van een burgerlijke moraal. Wij doen hier niet aan algemeen geldende normen en waarden, maar beginnen met de Woorden van Godswege.
Helaas beginnen de misverstanden al aan het begin, namelijk bij geboorte en Doop van een kind. Ouders, ook in de Kerk, zijn zo trots en blij met een geboren kind, dat de Dóóp van hun kind misverstaan wordt.
De Doop wordt gezien als bekrachtiging van de bestaande gezinsverhouding en is dank voor de vruchtbaarheid. In de Eredienst dankt men God daarvoor, maar het is in wezen een optillen naar een religieuze hoogte van wat ons goed uitkomt of wat ons juist niet goed uitkomt.

Nogal al wat kerkelijke gemeenschappen ‘vieren het leven.' Priesters of predikanten moeten aanwezig zijn bij de hoogte- en dieptepunten van het leven. Geboorte, huwelijk, ziekte, overlijden, dat heeft alles te maken met het familieleven. De Sacramenten, de prediking, het pastoraat: ze staan in dienst van de vitaliteit, zodat de familie het weer ziet zitten.
Familieverbanden zijn eigenlijk heilig. Hoe dikwijls worden kerkdiensten niet verzuimd omwille van verjaardagen of juist droevige bijeenkomsten. Redenering: de familie is toch net zoiets als de kerk, dat is ook van God.
Door deze instelling komen wij in het middelpunt met onze familiebanden. Maar de Kerk als volk van God hangt er wat bij. Maar dan hebben ouders uiteindelijk te weinig om aan hun kinderen door te geven.
Respect en eerbied zijn dan enkel burgerlijke zaken.
Nee, het is geen eenvoudige zaak om eerbiedwaardige ouders te zijn.
Maar laat het Woord Gods centraal staan, dat geeft woorden om te zeggen. ...

Misschien worden we geïnspireerd door de gang van de Joodse Sedermaaltijd. Die wordt gehouden in de Paasnacht, om de uittocht uit Egypte te gedenken.
Aan tafel stelt het jongste kind de vraag, in het Hebreeuws: ‘Waarom is deze avond zo heel anders dan de andere avonden? Waarom eten we alleen onge-zuurde broden en bittere kruiden?
Dan geeft vader uitleg. Zo wordt vader eerbiedwaardig. Door vader komt nu de bevrijdende Heer tot de kinderen. In deze nacht geschiedt gedachtenis!
De uittocht wordt tegenwoordig gesteld en beleefd. Die opdracht is de belangrijkste inhoud van het vader- en moeder-ambt.

Denkend aan dat ambt kon de twaalfjarige Jezus in de tempel zijn ouders het verwijt maken: ‘Wist u dan niet, dat ik moest zijn in de dingen van mijn vader?'
Geparafraseerd luidt dit: ‘Als u uw ambt verstaat, dan begrijpt u toch ook, dat ik in Gods huis de Torah leer....'
Maar vader en moeder laten het afweten. Daarom weigeren de Evangeliën te schrijven, dat de Christus verwekt is door een natuurlijke vader. Hij is de zoon van de hemelse Vader. Zo hecht was deze band, dat de zoon zelf een kritische vraag is voor zijn ouders: moeten zij niet beschaamd staan bij zoveel meer vertrouwen en Godsverbondenheid in hun zoon?

Eens wilden Jezus' broers en ouders zichzelf ten overstaan van een grote schare presenteren als ‘de familie van Jezus.' Maar ze werden door hem teruggewezen. Hij zei: ‘Al wie doet de wil van mijn Vader die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder.'
Er is nog een uitspraak van Jezus, die op het eerste gehoor hard aankomt bij familie en verwanten. Iemand wilde discipel worden van Jezus. ‘Meester, ik zal u volgen, maar laat mij eerst mijn vader begraven.' Dit betekent, dat deze man zijn oude vader op diens levenseinde wilde verzorgen. Toch mooi, zou je zeggen. Maar Jezus reageerde met: ‘Volg mij en laat de doden hun doden begraven.'
Harde taal van Jezus, maar eerlijke. Uit de vraag van de kandidaatdiscipel bleek, dat voor hem de verzorging van zijn natuurlijke vader op de eerste plaats stond, het leerling-zijn van Christus kwam op de tweede plaats. De Christus accepteert dat niet. In de Evangeliën horen wij: ‘Wie zoon of dochter liefheeft boven mij, zegt Jezus, is mij niet waardig. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen in het huisgezin, maar tweedracht, tweedracht tussen een man en zijn zoon.'
Wil dit zeggen dat we familieruzies op de koop toe moeten nemen?
Nee, maar het gaat dieper, fundamenteler. Door de leer van de Messias komt een bedorven vader-zoon relatie aan het licht. Als de vrijheid wordt bedreigd, dan komt een relatie pas onder spanning te staan.
Het is niet de bedoeling van Jezus om te zeggen : ik word een discussie-punt, en omdat sommigen het niet met mij eens zijn, scheuren er families. Dan kun je net zo goed bij de Hersteld Hervormde Kerk gaan zitten en bekvechten met je familie die in een pkn-kerk aan hun religieus gerief komen.

Is het een zorg voor U, dat er veel kinderen zijn die hun ouders niet eren? Maar als er dan niets te eren valt? Vader en moeder kunnen zelf slaven zijn, van hun werk, van hun geld, van hun familie, van hun vrije tijd en van wat al niet... . Wat ook erg is: je zal maar een kind zijn dat met de vraag zit: ben ik wel gewenst door mijn vader en moeder; was ik welkom? Zulke kinderen hebben het moeilijk als zij door het Vde der X Woorden worden aangesproken als zonen en dochters.
Toen Israël slaaf in Egypte was werden deze vragen een benauwenis. Maar ze zijn van alle tijden. Heeft het zin, dat wij kinderen verwekken? Wat kunnen wij ze geven, wat voor toekomst houden wij hun voor?
Wat als de kinderen zich hoogstens als de vrucht voelen van die schaarse momenten van geluk die hun ouders hadden... . Zij zien zichzelf als een onwelkome last.
Maar dan komt de Heere-God. De Psalmen belijden: Hij heeft een arm met macht, zijn hand is hoog verheven. Hij voert zijn volk uit de slavernij, daarvan horen wij telkens in de eerste schriftlezingen in Erediensten vlak voor Pasen.
Hij verklaart heel zijn volk tot zonen, zonen van Israël, die een toekomst mogen verwachten, een erfdeel aan de vaderen beloofd. Eer daarom uw vader en uw moeder, opdat uw dagen zich verlengen op de akkergrond die ik u geef.
Dit Vde Woord noemt Paulus het eerste gebod met een belofte!

De Heer ziet ons aan in zijn zoon. Hij wil ook vanuit zijn zoon, de Messias, alle mensen aanspreken als zonen. Zonen wil hier zeggen: erfgenamen, onder de belofte. Hij zegt: Eer uw vader en uw moeder, want het is niet vergeefs dat gij zijt verwekt en gebaard. U leeft om het land van belofte te erven ....
Een goed land in gerechtigheid en vrede, waar geen slaven wonen maar vrije zonen....
Christus is ons daarin voorgegaan, op weg naar dat vaderland,
Zingen wij van het voorgangerschap van Christus
gezang 242

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE