Gemeente,
wij nummeren de zondagen in de Paastijd; dat is een oud gebruik, teruggaande
tot oeroude tijden.
Dit is geen aardigheidje dat je missen kunt; het is toch goed wanneer
mensen structuur aanbrengen in hun bestaan, overzicht hebben over hun
tijd. Zo
ook in onze gelovige beleving van de tijd. Hier spreken wij van ‘het
kerkjaar’, en dat verdelen we in perioden, zoals de Paastijd. De
Paastijd telt 50 dagen; die vijftig dagen mag u verdelen over zeven weken,
waarin er zeven zondagen zijn.
Vandaag is het de achtste zondag. Ook kunnen we deze dag zien als de bekroning
op de zeven maal zeven weken: de Paastijd.
Het
is spelen met getallen, zoals dat te doen gebruikelijk was bij de Joden
en andere oude volkeren. Het getal acht wil zeggen: |
|
Hier is het allemaal door de Heere-God om begonnen geweest: Hij heeft
de hemel en de aarde geschapen om zich daarin te verheugen, hebt u dat
zo wel eens bekeken? Want waarmee eindigde Gods scheppende werk? Met de
rust op de zevende dag. Je zou dan op het eerste gehoor zeggen: de Heere-God
is tevreden, Hij kan er nu van genieten. Helaas
was de kracht van het kwaad zo groot, dat Gods mooie wereld een plaats
van verdrukking en verdriet is geworden. Maar toch! Zo hoeven wij niet
te blijven praten...! Het is Pasen geweest, het is Pasen! De doden hoeven
niet te blijven liggen, want Christus is uit hun midden opgestaan.
Het
is begonnen met de eerste dag van de Schepping, toen schiep God het licht.
Hij rustte ten zevende dage, en de bekroning op die rust is de eerste
Paasdag, een achtste dag na de scheppingsweek. Maar het was nog niet voldoende,
er kwam opnieuw een achtste dag: de dag ná de zeven maal zeven
Paasdagen, de achtste Paaszondag, de dag van Pinksteren!
Op
de eerste Scheppingsdag maakte de Heere-God het licht. Dat licht werd
ook aan de mensen geschonken, om te kunnen leven.Op
de eerste Paasdag verscheen het Licht van Christus.Daardoor
kon de gemeente van Christus een opstandings-gemeente zijn, wandelend
in het nieuwe Licht.Wat
werd er geschonken op de laatste Paasdag, op die dag van bekroning? Ook
licht! Want toen gaf de Heere-God het vuur van zijn Heilige Geest! Hiermee,
met die gave van het Geestesvuur, begint een nieuwe schepping, een vernieuwing,
een bekroning van wat de Heere-God heeft gemaakt. Het is ook een volmaakte
rust, een eeuwigheid van een rustdag. Gods Paasschepping gedurende zeven
maal zeven dagen, wordt bekroond met een volmaakte rustdag, de Pinksterdag.
In
de voltooiïng van Pasen die met deze Pinksterdag begint, in die Paasvoltooiïng
mogen wij delen. Wij leven niet meer op onszelf, onze verantwoordelijkheid
is niet iets waarvoor wij de hele, zware last moeten torsen. Uitgangspunt
is het volbrachte werk van Christus. De Christus Jezus heeft een strijd
gestreden tot in de dood, dat is het nieuwe scheppingswerk! Daar waren
wij niet bij, net zomin als de mens er niet bij was toen de Heere-God
op de scheppingsdagen één tot en met vijf met het scheppen
van hemel en aarde begon.
Het
werk van Gods schepping is begonnen met het licht. God is een Licht, en
in Hem is geheel geen duisternis, aldus de eerste Johannesbrief. Hij is
zo zelf de Bron van zijn Schepping. Dan
in de volheid van de tijd komt Gods Woord op aar-de
in de gestalte van Jezus van Nazareth. De Kerk belijdt Hem als het Licht,
‘Licht van Christus!’ zingt de kaarsdrager in de Paasnacht.
‘Wie in Christus is, die is een nieuwe Schepping,’ zegt Paulus
in één van zijn brieven. Ook
die nieuwe Schepping krijgt een bekroning, een eeuwigheidswaarde die aan
de opstandings-rust wordt geschonken. Na zeven maal zeven een dag er boven
op; of na zeven zondagen, komt er een achtste zondag: de Pinksterzondag
waarop een nieuw licht gaat stralen, het vuur van de Geest!
Ook
dit vuur is een bron van leven! Scheppingslicht, licht dat mensen voorlicht
op de weg van hun nieuwe leven. Vuur dat hen verwarmt en blij maakt, dat
hun een rust geeft omdat het een rusten mag zijn in het volbrachte werk
van Christus. Werkelijk kunnen rusten in het Opstandingsleven van Christus
kan alleen maar door de H. Geest. Zijn vuur geeft een heel nieuwe levenskracht,
dat een vervulling en bekroning is van het leven dat wordt geschonken
door het eerste Licht van Gods Schepping.
Deze
nieuwe levenskracht, deze Pinksterkracht mag worden beleefd en genoten
in het gemeente-leven. De Kerk krijgt in één van Paulus'
brieven de titel: lichaam van Christus. Dat is het lichaam van de opgestane
Heer. Het is de Geest van God die Christus uit de doden heeft opgewekt.
Daarom mogen we zeggen: het Licht van de opgestane Heere Christus is opnieuw
gekomen in het Pinkstervuur, het vuur van de Geest. Dit is de Geest die
de Kerk bezielt, leven geeft. De gemeente laat zich leiden door de Geest
van de Christus Jezus, de opgestane Heer. Dan zal die gemeente ook opstandings-gemeente
zijn dus niet meer hechten aan vergankelijke uiterlijkheden of
wereldlijke
invloed die teniet gaat.Geestelijk
leven is leven vanuit een ander beginsel, nieuw en onvergankelijk. Laat
er vreugde temidden van ons zijn, want het werk van de H. Geest aan ons
is de garantie, dat onze levens zin hebben.Die
vreugde gaat heel wat dieper dan snel optredend enthousiasme. Om enthousiasme
gaat het niet, want dat is een gemoedsgesteldheid die éven snel
komt als verdwijnt. Die vreugde die ik zonet noemde heeft te maken met
volharding.Volharding
in de verkondiging van de opgestane HEER, volharding ook in het leven
als opstandings-gemeente.Hier
zijn wij nu, om dat aan elkaar te zeggen en het met elkaar te bezingen.
Er is veel kwaad en mislukking in mensenlevens, daarvan is de wereld vol.
Houd het maar vol! Het vuur van de Geest verwarmt ons en geeft ons nieuwe
kracht.Het
vuur van de Geest het eerste dat de discipelen brengt tot het uitdragen
van het evangelie, en is de bron van het leven der gemeente.Zingen
wij hiervan, en van deze Pinksterdag, Gez. 243
TERUG
NAAR DE INHOUDSOPGAVE |