VRIJMOEDIGHEID

 

De verkondiging op het Hoogfeest van Pinksteren

Tekst: Hand. 4:31

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 15 mei 2005


'En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.'

Er zijn namen die zo bekend zijn dat we niet de moeite nemen om naar het hoe en waarom te vragen.
Onze achternaam bijvoorbeeld. Tenzij u stamboomonderzoek als hobby heeft, vraagt u zich niet af hoe het komt dat u uw achternaam hebt.
Wat denkt u van de naam Pinksteren? Ook een overbekende titel. Toch staat vrijwel niemand er bij stil.
Daarom zijn wij hier, om niet alleen vreugdevol te zingen, of het H. Avondmaal te ontvangen, maar ook tien minuten ons even te bezinnen. Eerst op die naam...

Je zou te verwachten dat deze vierdag zou heten: Heilige Geest feest ! Maar dat is niet het geval.
Merkwaardigerwijs draagt dit feest als titel een rangtelwoord. ‘Vijftigste' heet het.

Dat is toch raar...! Altijd gedacht dat het Pinksterfeest een bruisend en laaiend gebeuren was, één en al enthousiasme... Maar de naam doet anders aan...
De vijftigste, de vijftigste en dus laatste paasdag.
Dát zou wel eens de sleutel op dit feest kunnen zijn.
Het is zuiver Joods, die telling. Het Joodse Pascha wordt afgesloten met het zogenaamde Wekenfeest.
Zeven weken, elk zeven dagen, samen 49 dagen. Daar bovenop – daar achteraan: een soort sluitdag, de vijftigste.
De Oud-christelijke Kerk heeft dit overgenomen. Zo is de band met het Joodse Paasfeest behouden. Wij nemen onze wortels serieus; we weten dat dit feest niet kan bestaan los van zijn wortels.

Alles goed en wel, maar het christelijke Pinksterfeest is wel anders dan het Joodse Wekenfeest.
Hoe zou u het Pinksterfeest in een paar woorden uitleggen? ‘Uitstorting van de H. Geest,' – die kennen we al.
Iets anders: wat vindt u van de stelling:
het Pinksterfeest is de geboortedag van de Kerk – ?
Klinkt niet gek, op het eerste gehoor. Maar pas er mee op, want het is een pretentie van je welste.
Is het dan zo erg?

Ja, want het suggereert dat met de Kerk iets heel nieuws ter wereld komt. Zo is dat bij een geboorte.
Waar blijven dan het Joodse volk en de synagoge?
Kort geleden hebben we de vijf-mei herdenkingen gehad. Opnieuw aandacht voor het onbegrip en de haat waaronder de synagoge gezucht heeft. Nemen we dat serieus, laten we dan ook in ónze geloofsbeleving onszelf (als christenen) niet op een voetstuk zetten.

‘Geboortedag van Kerk,' ... nee, liever niet. De eerste discipelen van Jezus waren Joden en bleven Joden.
De eerste duizendtallen Christgelovigen waren naar Jeruzalems tempel gekomen om te offeren. Later bleven zij de tempel in hoge ere houden en zelfs de apostel Paulus heeft tempeloffers gebracht.
Dit krijgt u te horen omdat het zo belangrijk is om naar de bron van het geloof te gaan. De oorsprong te kennen is een goede rem op ontsporing.

Ontsporing zou zijn: een teruggaan naar spektakel. Naar een kerk waar het gonst van de wonderen en waar iedereen razend enthousiast is. Zo denken toch nog veel kerkgangers over het Pinksterfeest.
Zeker, enthousiasme was er, en wonderen gebeurden er, maar waarover ging dat enthousiasme en vanwaar die wonderen? Als u dat weet en gelooft, dan heeft de Kerk nu ook iets te melden.
Hoor naar de prediking van de eerste apostelen en let vooral op die korte zinnetjes, sámenvattingen bijna.
Waarvan waren zij vol? Van Christus en zijn opstanding. ‘Hij leeft !' – dat is het refrein, zo te zeggen.
Het is op het Paasfeest voor het eerst gepredikt en dat loopt door tot en met de vijftigste dag, Pinksteren. ‘Christus leeft !' is eens te meer de boodschap op het Pinksterfeest.
Moeten wij dát de wereld in brengen?

Jawel Gemeente, en laten we eerlijk jegens elkaar erkennen dat dit een onmogelijke prediking is. De Joodse synagoge werd er niet door ingewonnen, en dat is pas erg. Bij de Grieken stuitte deze verkondiging op onbegrip en spot. Dat is te begrijpen.

De  relativist
tegenover de bijbelkenner
©  Pinksterkrant pkn 2005

Maar wat zullen wij dan?
Het is daarom dat wij nu de uitstorting van de H. Geest vieren. Die Geest was nodig om de discipelen van Jezus bekwaam te maken, de wereld in te gaan. Om in de synagogen van hun volksgenoten de opgestane Christus te verkondigen. Om vervolgens aan de Grieken en Romeinen te prediken. De strekking van die prediking is, dat het geloof van Jezus een beslissende voortzetting is van al wat door het volk Israël wordt beleden en verwacht.
Hoe krijgen ze dat voor elkaar? Dat kunnen ze zomaar niet... Daarvoor is een vrijheid van spreken nodig, een ruimte en openheid van zichzelf uit, kortom: vrijmoedigheid.
Zo staat het ook beschreven, dat de eerste apostelen – dat waren de eerste discipelen dus – dat die eerste zendelingen met vrijmoedigheid het Woord verkondigden. Ze spraken in allerlei talen, en dat wonder is ten dienste van die vrijmoedigheid.

Hier komen ook wij in beeld. Hoe zouden wij de opgestane Christus verkondigen? Laten we eerlijk zijn: het maakt de tongen niet los wanneer ons dat wordt gevraagd. Het zal u maar overkomen, dat u recht op de man af wordt gevraagd: vertel het nu eens kort en bondig, wat gelooft u eigenlijk... ?
Hetzelfde probleem hadden de eerste apostelen.
Daarom kregen zij de H. Geest, en dan horen wij dat zij met vrijmoedigheid het Woord van God spraken.
Dit is een gave en opgave tegelijk. De H. Geest ontvangen wij, wij mogen met vrijmoedigheid spreken over de opgestane Heer ... en laten we het dan ook doen.
Dit is wezenlijker dan snel optredend enthousiasme. Om enthousiasme gaat het niet, want dat is een gemoedsgesteldheid die éven snel komt als verdwijnt. Om vrijmoedigheid in het getuigen gaat het en dat vraagt om volharding. Volharding is ook een woord dat gebruikt wordt in de beschrijving van de eerste christelijke prediking.

Het boek Handelingen der apostelen beschrijft het leven van de eerste christenen als volgt: zij bleven volharden bij het onderwijs van de apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Zo is zij zendings-gemeente.
Het heeft een uitstraling naar de wereld toe. De wereld krijgt te horen dat er een geestelijk leven is, een leven dat wordt beheerst door Gods H. Geest. Krijgt deze boodschap ingang in uw leven, dan mag u weten: mijn leven heeft zin; het is de Geest Gods die het bezielt en stuurt.
Alléén kunt u deze overtuiging niet volhouden en in uw leven tot uiting laten komen. Maar we zijn dan ook sámen gemeente van Christus, Kerk, lichaam van de opgestane Heer. De H. Geest is Schepper van die Kerk, en onderhoudt haar door Woord en Sacrament.
Dit is al een gestalte van opstanding. De Gemeente van Christus bestaat krachtens het nieuwe leven dat Christus aan den dag heeft gebracht. Het is een nieuw bestaan dat uitzicht geeft op een uiteindelijke voltooiing en reinheid. Dit vieren wij nu al, omdat het nu Pinksterfeest is !
Bezingen wij deze verwachting met gezang 244

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE