27-08-2003
Ds Baan over de PKN
   
DE FUSIE – BEZWAREN EN TEGENSTANDERS

Het is een weerkerende arbeid: vragen beantwoorden over de voorgenomen fusie van het gereformeerde, hervormde en lutherse kerkgenootschap, samen de pkn (= Protestantse Kerk in Nederland) als alles gaat zoals de Triosynode het wenst.
Veel aandacht is er in onze Gemeente voor de vóórs en tegens van de fusie.

Het is voor lutheranen toch telkens wennen: gereformeerden zijn niet meer die strenge lieden waar niks mag en de hele bijbel letterlijk genomen wordt. Maar nog groter is de verbazing om het karakter van de hervormde kerk: daar is een grote, immer groeiende minderheid die zich ‘Gereformeerde Bond’ noemt.
Aanvankelijk zag het er naar uit dat de Bond zich van de fusie afzijdig zou houden. Een scheuring in de hervormde kerk dreigde. Maar de Bond neemt zijn uitgangspunt serieus: verdediging en verbreiding van de waarheid in de Ned. Hervormde Kerk, en redeneert: als de pkn de voortzetting van de hervormde kerk is, dan horen wij daar onze arbeid voort te zetten.
Individuele tegenstanders blijven er altijd. Zij hebben zich verenigd in het Comité tot behoud der Ned. Hervormde Kerk. Zij willen naam en zelfstandigheid van hun kerk niet opgeven.
De hervormde synode doet thans veel moeite om deze verontrusten er bij te behouden. Het gaat om heel wat Gemeenten die rijk zijn en veel leden hebben. Maar sommigen procederen tegen de synode om het beheer van hun bezittingen zelfstandig voort te zetten.
Deze streng-calvinistische Gemeenten hebben grote moeite met onze visie op de Belijdenis (of beter, op het ontbreken daarvan bij ons...) op onze Erediensten en op onze soepele omgang met ethische vraagstukken. Dit gaat een groot probleem worden in de aanstaande fusiekerk. Onze synode stelt zich veel voor van de classis als plaats van ontmoeting tussen de andersdenkenden. De praktijk zal wel zijn: het beleefd en vrijblijvend uitwisselen van standpunten. Maar een geestelijke eenheid zal er nooit komen.

De gereformeerden worstelen met andere problemen. Een behoorlijk groot aantal Gemeenten is er achter gekomen (wel wat laat natuurlijk), dat in de pkn het gedaan is met de plaatselijke zelfstandigheid. Na veel discussie en stemronden in de synode hebben de Gereformeerde Kerken in Nederland bedongen, dat zij gedurende vijf jaar nadat de pkn een feit is, het recht behouden om met medename van hun bezit zich los te maken uit de fusiekerk.
Deze ‘vrijheid’ wordt jaloers bezien door sommige uiterst conservatieve hervormde Gemeenten die zich deze zelfstandigheid ook gewenst hadden.

Is de hervormde kerk al een lappendeken, ook de gereformeerden hebben inmiddels een zo gevarieerd voorkomen, dat je er nergens meer de strenge kerken van Abraham Kuyper aantreft. Ultra-vrijzinnigheid komt voor, maar ook een blijmoedig evangelikaal gemeenteleven met een opwekkingsliturgie ‘made in America.’

Wat praat men over eenheid? Is één organisatie soms de garantie van die eenheid?
Mij lijkt het beste, trouw te blijven aan de plaats waar wij gesteld zijn, en samen te werken indien de geïnvesteerde energie aantoonbaar resultaten oplevert.

W. Baan