DE HEER BEVRIJDT OOK DOOR ZIJN GEBOD

 

De verkondiging op de zondag Reminiscere 2002

'De Tien Woorden'  Exodus 20'

 


preek in de Evagelisch-Lutherse Gemeente Dordrecht
op 24 februari 2002

De uitdrukking "Tien Geboden" is geleidelijk vervangen door de uitdrukking: Tien Woorden.
Het is niet uit verzet tegen geboden, dat velen in de kerk liever spreken over de Tien Woorden. Deze uitdrukking komt tweemaal letterlijk voor in de Schrift. Maar "Tien Geboden" kom je nergens tegen. Het zijn niet in de eerste instantie eisen of geboden. Ze zijn ook niet aan alle mensen opgelegd, zomaar in het algemeen.
Hoor het eerste van de tien. Dat luidt als volgt: 'Ik ben de Heere uw God die u uit Egypteland, uit het slavenhuis uitgeleid heb; gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.' Het eerste van de tien begint met de verlossing van het volk Israël.
Hier spreekt een Bevrijder, een verlossende God.

Mozes gooit de tabletten van de Tien Woorden stuk

Het is niet een neutrale, hoogverheven zetelende Wetgever, die geboden uitvaardigt, geboden geldend voor alle mensen op alle plaatsen en tijden. Nee, het is de genadige Heer, die Tien bevrijdende Woorden verkondigt aan het volk Israël dat Hij heeft verlost.
Hoe belangrijk is dat, voor het verstaan van de Tien Woorden! Woorden van God zijn altijd bedoeld om mensen vrij te maken, te helen.

Als we de Tien Woorden zo horen, dan staan ze niet in sfeer van moralisme. Moraal wil zeggen: onze ideeën over goed en kwaad, netjes en braaf. Onze ideeën, laten we wél zijn... .
Nu is het niet verkeerd dat er moraal, normen en waarden zijn. Maar het is niet goed om de Tien Woorden tot een religieuze basis daarvan te maken. Wat een narigheid is daarvan gekomen! Mensen zijn doodongelukkig geworden vanwege alles wat de Tien geboden zouden verbieden. Jammer, onnodig. De Tien Woorden staan in het teken van genade en heil, van bevrijding. "Ik ben de Heere uw God, die u uit Egypteland, uit het slavenhuis uitgeleid heb".

Helaas blijft onbegrip op de loer liggen. Wij zouden alsnog kunnen denken: de Heere-God heeft zijn volk uit slavernij verlost. Dan is het vanzelfsprekend dat Hij nu met zijn eisen komt. Voor wat hoort wat. Dankbaar moet het volk zijn en dat moet blijken. Een nare gedachtengang. Van de Tien Woorden maken we opnieuw Tien Geboden. Tien manieren van tegenprestatie. Onze beurt om wat te doen!
Wat voor een God is dat, die Israel verlost uit zijn slavernij, en het daarna voor een onmogelijke opgave stelt? Die tegenstelling deugt niet. Zo is de Heer niet. Zijn woorden moeten immers heilzaam en bevrijdend zijn? Anders zou Hij voor Israël maar half werk gedaan hebben: wel een verlossing uit slavernij, maar daarna de hort opgestuurd met tien onmogelijke eisen. Laten wij de Tien Woorden horen als werkzame, scheppende woorden waarmee de Heer bevrijdend tot ons spreekt.

Hoe doen die Tien Woorden dat dan? Wat bewerken ze in ons leven?
Allereerst willen ze ons bewaren bij zijn bevrijding.

- Heb Hem alleen lief;
- maak geen eigenwillige voorstelling van Hem;
- span Zijn Naam niet voor het karretje van laagbijdegrondse, bedrieglijke plannen.
- Werk u niet kapot, de hele week, maar leef principieel vanuit de rust, die Hij u schenkt.
- Houdt uw ouders in ere als hoeders en doorgevers van de overlevering, de prediking van de bevrijding.

De overige van de Tien Woorden binden ons op het hart, dat als u het leven van uw volksgenoot onmogelijk maakt, u-zelf nooit echt vrij kunt zijn. Want u kunt niet buiten uw naaste om.

Het is de Heer te doen ons een volk, dat bestaat uit mensen die met elkaar de vrijheid ontvangen en beleven.
De Heer vervult zélf deze Tien Woorden. Zo haalt Hij ons weg uit het kwaad dat in die Tien Woorden beschreven staat.

Dat 'Gij zult niet' - versta dat als 'Het zal niet zo zijn dat u... '. Dat belooft de Heer. Daarvoor wil Hij garant staan.

Luther heeft het gezien en begrepen. Hij heeft gezien dat het eerste van de Tien Woorden inzet met de bevrijdende Heer. Luther zei: hier wordt geen werkprestatie van ons gevraagd, hier wordt geloof gewekt en geschonken. Geloof dat hij op één lijn stelde met het geloof in Christus. Geloof in Christus brengt de vervulling van de Wet met zich mee. Dat betekent allereerst, dat er een rem gezet wordt op het bedrijven van al het kwaad, waarvan sprake is in de Tien Woorden.
Positief gezegd, er komt een nieuwe gehoorzaamheid. Die is een vrucht van onze geloofsverbondenheid met Christus. De relatie met Christus moet voorop gaan. Een zaak van geloof en niet van werken. Evenzo stellen de Tien Woorden de relatie met de bevrijdende Heer voorop. De Tien Woorden beginnen met Hemzelf. Hem mag het volk Israël liefhebben. De Heere-God eist geen tegenprestatie, als dank voor zijn bevrijding.

In een liefdesrelatie komt een tegenprestatie niet te pas. Een partner die zegt lief te hebben, maar in de praktijk een heleboel verwacht van de ander... daar is wat loos met die relatie. Zal in een periode van ziekte of andere tegenslag die liefde standhouden? Dan komt het er op aan! Blijken zal dan, of u uw partner liefhebt om hem- of haarzelf alleen.
Hoe kun je liefhebben als je, misschien onbewust, hoopt er wat voor terug te krijgen? Zó heeft de Heer ons niet lief. Hebt u de Heere-God lief, dan komt dat voort uit een hartelijke geloofsverbondenheid, uit vertrouwen, en niet uit een plichtsbetrachting. Is het ons begonnen om de Heer zelf, en leven wij in geloofsverbondenheid met Hem? Dan zijn wij op de weg waarin de Tien Woorden worden vervuld.

Echte bevrijding vinden wij in de ander, en zo is het een vrijheid die wij niet van onszelf hebben.Wij mogen leven in een geschonken vrijheid, die ons thans wordt aangezegd. Het blijft een dagelijks geschenk. Zo ook klinken de geboden Gods dagelijks. Ze moeten worden gehoord, net als de verkondiging van de bevrijding, en die voortdurende verkondiging bindt ons aan de Heer.Met de geboden kunnen wij niets doen op eigen houtje. Het komt aan op het telkens weer horen uit zijn mond. Zo worden die 'geboden' tot beloften. Jawel, beloften, want ook de Tien Woorden moeten tot hun bestemming komen in het leven van ons allemaal. Door de verkondiging van de Tien Woorden krijgen wij a.h.w. tien grenspalen langs onze levensweg. Daar mogen we niet tussendoor, want anders komen we op gevaarlijk terrein. Blijf binnen de perken - zo bent u vrij.
Psalm 119 zegt: 'Uw gebod is zeer wijd.' Binnen de grenspalen die Tien Woorden zijn, binnen die grenspalen kunnen wij van ons leven iets moois en goeds maken!
Die woorden willen kinderen van God bewaren bij de vrijheid die ze gekregen hebben. Die woorden horen, dat brengt ons er toe om als vrije mensen te leven, en, de slavernij van slechte gewoonten, boze influisteringen en gedachten en allerlei ander kwaad af te schudden.


Christus Jezus is deze weg gegaan. Door Christus hebben de Tien Woorden hun zeggenschap en hun kracht bewezen.
Hij is op dusdanige wijze deze weg gegaan, dat hij de weg is. Hij is de weg, de waarheid en het leven.
Waar kunnen wij leren wie Christus is en wat hij voor ons gedaan heeft? Allereerst in de gemeente. De gemeente is zijn lichaam, wij zijn zijn ledematen. Geloof en vervulling der Tien Woorden zijn niet in eerste instantie zaken van het individu. Niet als enkeling, maar als ledematen van Christus' lichaam geloven wij en vervullen wij de Tien Woorden. Allereerst in de gemeente klinken de Tien Woorden.

Over deze woorden Gezang 326

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE