OPSTANDINGSKRACHT EN HET ZAAD

3 februari 2002


Zondag Sexagesima

Al zo lang hoort u op deze zondag meestal het evangelie van het zaad in vierderlei grond.
h
et is een evangelielezing die onuitputtelijk is om stof voor de prediking aan te ontlenen. Weet u waarom? Dat zit 'm in het woord 'zaad.'
Omdat dit zo'n belangrijk woord in de gewijde boeken van Israël is. Meestal leest u dit in de vertaling 'nageslacht', en dan is het een woord dat staat voor de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob. Paulus in zijn brief aan de Romeinen spreekt over Christus als 'het zaad van Abraham.'

Wat belangrijk is in deze preek, dat is de plantaardige achtergrond van het woord 'zaad.' Dat lijkt een onnozele gedachte, maar toch...!
Wie deze achtergrond vergeet, vervalt in een veelgemaakte uitleg-fout. De fout om alle aandacht te richten op vier soorten mensen.

Vierderlei grond - daar gaat-ie dan:
de mensen van de harde bodem, waarop de prediking van Gods Woord onmiddellijk afketst.
Dan de mensen met slechts een geringe voedingsbodem, waarin het gepredikte Woord wel groeit, maar uiteindelijk tekort komt en teloor gaat.
Ten derde de mensen met vruchtbare grond, waarop het Woord Gods gedijen kan. Maar het opgroeiende Woord krijgt concurrentie van dorens en andere verstikkend onkruid en het gaat alsnog verloren.
Ten laatste zijn er dan de mensen met goede voedingsbodem, diep genoeg en zonder onkruid. Die brengen soms wel honderdvoudige vrucht voort.

Volgens de Evangelieschrijvers geeft Jezus die verklaring zelf ook, wanneer hem daar uitdrukkelijk om gevraagd wordt. Maar onze fout zou zijn, daarmee tevreden te zijn. Want dan richt alle aandacht zich op vier soorten mensen. Is dat de bedoeling?
Ja maar Jezus geeft toch zelf die uitleg? Zeker wel, maar je moet niet denken dat Jezus daarmee álles uitlegt. Ook déze uitleg respecteert het geheim van het zaad....
Als u zich vastbijt in die uitleg over de vierderlei hoorders van het Woord, dan loopt u het grote gevaar zélf te gaan beoordelen wie bij welke groep hoort.
Dan mag toch niet! Zelfs al had u zoveel mensenkennis dat u dat onderscheid zou kunnen maken, dan mag u nog die beoordeling niet doen.

Waarom geeft Jezus dan toch deze uitleg?
Jezus predikt het Rijk Gods, maar ziet met verbazing en ontsteltenis de onverschilligheid en afvalligheid van de mensen. Maar Jezus geeft niet toe aan moedeloosheid - het Rijk komt vast en zeker, en dat illustreert Jezus met de gelijkenis van het zaad op vierderlei grond.
De ontplooiing van het Godsrijk op aarde is als het uitgestrooide zaad.
De akker is de wereld der mensen. Het is een oosterse akker, vol stoppels en doornig onkruid, en met verraderlijke stenen vlak onder de aarde. De zaaier moet het kostelijke zaad uitstrooien over deze akker, hij moet het prijsgeven aan die onvoorspelbaar reagerende grond.

Jezus trekt géén scheidslijnen tussen vier soorten mensen. Hij wil zijn leerlingen die hij later uitzendt als predikers, die leerlingen wil hij bemoedigen.
Jezus wil de discipelen allereerst duidelijk maken, hoe het Rijk Gods ondanks verschillende soorten tegenstand toch werkelijkheid wordt.
Daarom nogmaals: het Godsrijk ontplooit zich zoals het zaad gesteld is in de akkergrond.

De zaaier strooit het uit. Hij weet wel, dat heel wat zaadkorrels nooit tot vruchtdragende korenhalmen zullen uitgroeien. Zo zegt de berijmde psalm 126: "Wie 't zaad draagt dat hij zaaien zal, gaat wenend voort en zaait het al". Immers, vooral als er hongersnood is, moet de zaaier met bloedend hart toch het zaad uitstrooien. Hij weet dat vele korrels verloren zullen gaan, graan dat de hongerige monden van zijn gezin had kunnen vullen... . Maar hij moet zaaien, anders zal er volgend jaar geen oogst zijn. Op die manier geeft de zaaier een stuk van zijn eigen leven prijs, en werpt het in een ongewisse bodem.

Jezelf kwetsbaar opstellen ... zo is a.h.w. de Heere-God ook, die zijn Woord wegwerpt, in een boze, hardnekkige wereld. Hij stelt zich bloot aan onbegrip of zelfs spot. Wie geloof er nou écht dat de Heer de regeermacht over deze wereld heeft? Door zich zo te laten verkondigen, stelt de Heere-God zich kwetsbaar op. Maar Hij is ook als een landbouwer die ook vol vertrouwen uitziet naar een rijke oogst.
Er kómt een mooie oogst, dat wel, maar wat gaat er veel zaaizaad verloren… .
Dit moet met onze Paasvoorbereiding te maken hebben.
Weet u de gezongen antifoon van de Introïtus nog?

"Het graan slaapt in de aarde / en 't hemels koninkrijk
verborgen in de wereld / is aan het graan gelijk."

Wanneer graan is gezaaid, dan moet je het met rust laten. Het is een geheimenis, het wonder van de groei. De korrel moet sterven, zij moet zelfs verrotten, wil ze naar omlaag toe worteltjes vormen en naar boven toe een plantje vormen.
Dat lijkt aanvankelijk ook een verlies. Zo is dat ook in ons leven, gemeente. Wij kunnen natuurlijk proberen om oprecht en sterk te geloven. Maar het geloof is iets dat u niet in de hand kan hebben. Het kan soms zo zwak zijn, als een pas opgeschoten plantje. Of u denkt: het schiet in mijn leven geen wortel.

Het zaad is het Woord Gods, en dat zaad is vrij. Als zelfs al de goddelijke zaaier het uitstrooit en laat vallen zoals het terechtkomt, wat zullen wij dan? Uzelf realiseren: 'ik mag, als een weltoebereide bodem, het Woord van God de ruimte laten, de rust geven om te laten ontkiemen.' Maar verder kunnen wij niets doen.

Het enige, en dat zegt Jezus: 'Wie oren heeft om te horen die hore.' Beginnen met luisteren, dat is het eerste en belangrijkste werk van de weltoebereide bodem. En God Gód laten zijn, Hem niet voor de voeten lopen, al bedoelen we het nog zo goed. Niet ongeduldig worden, niet wroeten in de grond om te kijken of er al worteltjes geschoten zijn.
Het zaad - symbool voor de groei en de werking van het christelijk geloof. Niet onmiddellijke antwoorden op onze levensvragen, geen doorkijkjes tot op het wezen van God zelf, maar een zinnebeeld van het bestaan van Christus en van ons leven dat in het zijne opgenomen is.
Zo is het zaad. Het kan alleen maar ontkiemen als en wanneer het gaat rotten en dan vergaan. Maar nog groter is het geheim van het zaad.

Wist u dat er bij archaelogische opgravingen zaden zijn gevonden, zaden die daar al duizenden jaren onaangeroerd hebben gelegen? Ze waren kurkdroog, en daarom nooit tot ontkiemen gekomen. En toch was daarin het leven in potentie aanwezig.
Hoe groot is dit geheim, dat duizenden jaren lang leven sluimert in een zaad. Denken wij daaraan in onze Paasvoorbereiding. Hier is namelijk de juiste volgorde. Het leven der opstanding heeft altijd het overwicht op de dood.
Het lijkt alsof het zaadkorrel afsterft in de aarde, maar het is leven in potentie. Het valt in vierderlei grond, maar, ook in de goede aarde zal het zaad gaan rotten en schijnbaar verloren gaan. Al gaat het zaad te gronde, het is overgankelijk in zijn kiemkracht. Het is een gestalte van goddelijke Woord dat zich prijsgeeft aan mensen, aan mensen die het verkondigen, aan mensen die het horen...
Onvergankelijk in zijn kiemkracht, daarom heet dit zaad het levende Woord. Christus die wordt gezaaid in de akker van deze wereld......

Wij zingen het lied van de zaaier en zijn zaaizaad, gezang 54