HET WOORD MOET VRIJ BLIJVEN

23 februari 2003


Zondag Sexagesima

Het zaad in de viervoudige bodem

Waarom Jezus toch zulke kleine verhaaltjes vertelt... het blijft ons boeien. Vaak wordt gezegd: dat was ook de bedoeling van Jezus, zijn hoorders prikkelen om te luisteren.
Dat is waar, maar er is meer. Die verhaaltjes zijn gelijkenissen van Gods Koningsregering. Bovendien gaan ze verder dan enkel verkondiging. Ze zijn door de eerste generatie christenen, de oerchristenen zoals we hen noemen kunnen, door die eerste christenen geselecteerd uit het vele materiaal dat werd overgeleverd, de woorden en de daden van Jezus.
Waarom juist deze korte schetsjes? Omdat die laten zien welk probleem er onder de oerchristenen rees: de zorg over het lange uitblijven van de onthulling van Gods koningsregering.
Jezus heeft natuurlijk nog veel en veel meer gepredikt, maar deze gelijkenissen vertelt Jezus om een probleem aandacht te geven; het probleem, wáárom het zo lang duurt voordat God zijn koningschap openbaart. Het is dus ook een soort troost, een bemoediging van zijn hoorders om het te kunnen volhouden.

Jezus vertelt over het zaad. Het valt in vier soorten bodem, op vier soorten grond. Nu zou je zeggen: dat is zonde van dat kostbare zaad, drie-vierde gaat verloren. Ja dat is het juist. Wat zijn er niet veel mensen die het lange wachten moe zijn. Dit is een positievere uitleg dan het afkeurende spreken over een groep mensen die te weinig voedingsbodem bieden voor het zaad van het Woord. Daarentegen gaat het over integere mensen die het eenvoudigweg niet meer volhouden. Zij kunnen niet zo lang wachten op de openbaring van Gods koningsregering. Zo ziet u maar dat het oerchristendom wel degelijk teleurstelling heeft gekend.

We spreken hier over de kracht van het Woord Gods. Er is een zaaier die moet zaaien, en die heeft het letterlijk en figuurlijk niet in de hand. Hij moet het Woord Gods loslaten.
Ik denk dat dit een belangrijke les voor ons, kerkmensen is. Misschien behoort u ook wel tot die groep die wacht en wacht, en zich afvraagt, wat te doen met het Woord van God, want het is zo klein, zo onaanzienlijk in ons bestaan. Er is ook zoveel te regelen en te verzorgen, je zou het nog ineens kwijt zijn... .

H
oe is het Woord Gods werkzaam in ons leven? Juist nu er zo grote problemen in deze tijd zich doen gelden?
Moeten wij reageren met behulp van het Woord van God, reageren, een mening vormen, een standpunt innemen? Als voorbeeld de oorlogsdreiging tegen Irak. In ons land, en dan vooral op het kerkelijk terrein, zijn er groeperingen die van zich laten horen. De een heeft een gematigd, genuanceerd standpunt, een andere is anti-Amerikaans, en dan heb je nog de rechtlijnige pacifisten, voor wie Nederlandse betrokkenheid met deze voorgenomen oorlog onder geen voorwaarde mag.
Het verwarrende is, dat in elke groepering mensen zijn, voorlieden vaak, die er heilig van overtuigd zijn dat hún standpunt in overeenstemming met het Woord Gods is.
Nog erger wordt het, als mensen verwachten dat ‘de kerken' een standpunt de wereld insturen, een soort vastgestelde mening, en dan ook nog gegarandeerd door het Woord van God.
Wat zijn trouwens ‘de kerken...?' De Heere-God heeft toch maar één Kerk? Onhaalbaar is het, dat al die uit elkaar liggende kerkgenootschappen een standpunt uitdragen.... Wie daarnaar streeft, zet het Woord Gods naar zijn hand.

Binnen het eigen kerkelijke erf is het al niet anders.
Onze kerkleiders hebben een kerkenfusie in de maak. Daarbij wordt gebruik gemaakt van woorden van God en Christus. Maar is het een juist gebruik van die woorden?
Het zou er wel eens op neer kunnen komen, dat in onze synode het Woord Gods niet meer vrij is. Dat hooggeplaatste kerkleiders woorden van God en Christus oppikken en zétten naar hun hand. Heeft een woord (van Christus) over eenheid echt hetzelfde te zeggen als wanneer in de Synode over eenheid wordt gesproken?

Het lijkt, alsof vele kerkleiders niet kunnen verdrágen, dat veel zaad verloren gaat. Juist nu, nu er weinigen in onze kerken komen. Dus moet er een eenheid worden gemáákt, daarvoor worden reglementen in elkaar gezet, kortom, ‘t is een heel bedrijf.
Is dit de weg en werking van het Woord van God?
Ik ben zo bang dat de maatstaven van de wereld toonaangevend zijn. Maatstaven van doelgerichte arbeid, optimalisering van de productie, zogezegd.

H
et u de gezongen antifoon van de Introïtus nog?

' Het graan slaapt in de aarde / en 't hemels koninkrijk
verborgen in de wereld / is aan het graan gelijk. '

Wanneer graan is gezaaid, dan moet je het met rust laten. Het is een geheimenis, het wonder van de groei.
De korrel moet sterven, zij moet zelfs verrotten, wil ze naar omlaag toe worteltjes vormen en naar boven toe een plantje vormen.

Zo is dat ook in ons leven, gemeente. Wij kunnen natuurlijk proberen om oprecht en sterk te geloven. Maar het geloof is iets dat u niet in de hand kan hebben. Het kan soms zo zwak zijn, als een pas opgeschoten plantje. Of u denkt: het schiet in mijn leven geen wortel.

Het zaad is het Woord Gods, en dat zaad is vrij. Als zelfs al de goddelijke zaaier het uitstrooit en laat vallen zoals het terechtkomt, wat zullen wij dan? Uzelf realiseren: ik moet een weltoebereide bodem zijn, het Woord van God de ruimte laten, de rust geven om te laten ontkiemen. Maar verder kunnen wij niets doen.
Het enige: God Gód laten zijn, Hem niet voor de voeten lopen, al bedoelen wij mensen het nog zo goed.


Goede bedoelingen ja want wij veroordelen niemand. Kerkleiders die zich bovenmate inspannen voor een kerkenfusie volgen een overtuiging; die overtuiging kunnen wij afwijzen, maar de ménsen wijzen wij niet af. Toch wil dit niet zeggen dat wij hun gelijk geven.
Evenzo respecteren wij mensen die bijvoorbeeld demonstreren om de oorlog tegen Irak af te wijzen. Zelfs al zouden zij zich op het Woord van God beroepen, dan heeft niemand hier het recht om hen te veroordelen.
Het standpunt zouden we wel kunnen afkeuren, enkel omdat het Evangelie gebruikt wordt om een politieke mening te ondersteunen. Want zo wordt het Evangelie bezit van mensen, waarmee zij hun eigen mening uitdragen. In dat geval verliest het zijn troostende, bemoedigende kracht.

Luther heeft gewaarschuwd tegen het gebruik van het Evangelie als handleiding voor politiek en bestuur. Nee, zegt hij, daar is het Evangelie niet voor. Het Evangelie is de belofte van vergeving, verzoening en voltooiing. Het geeft de kracht om de moed niet te verliezen daar waar wij verantwoordelijkheid dragen.
Maar aanwijzingen hoe wij afspraken en compromissen moeten maken, zoals in de politiek gebeurt, nee, zulke aanwijzingen geeft het Evangelie niet.
Voor regeringsleiders kan het geen handleiding tot bestuur zijn. De strekking van het Evangelie is liefde en verdraagzaamheid, vertrouwen en aanvaarding.
De regeringsleider die dit alles voorop zet, geeft de beren en de wolven vrij spel, aldus Luther. Kwaadaardige onderdanen zullen misbruik maken van het vertrouwen van hun koning. In plaats van met behulp van het Evangelie moet de vorst regeren met behulp van zijn gezond verstand.

Wat kunnen kerkgenootschappen doen, gezamenlijk misschien, in een adres aan de overheid? Zij kunnen oproepen om niet wreed te zijn, geen nodeloze vernielingen aan te richten. Eerlijk zijn in de berichtgeving, mededogen met de toevallige slachtoffers, och, er is zoveel waartoe de Kerk kan oproepen op grond van de strekking van het Evangelie....
Dan kan de afloop van een oorlog nog wel eens verrassend zijn, net zoals de gelijkenissen van Jezus ons iedere keer weer tot verwondering brengen. In beide, hoe vreemd ook, in beide, zie je dan de werking van Gods koningsregering. Die is altijd verrassend en wonderlijk.

Het bijzondere van Jezus' gelijkenissen is, dat er altijd iets verrassends in zit. Vorige week de uitbetaling van hetzelfde loon aan iedereen, hoe kort de werkers van het elfde uur ook gewerkt hebben. Vandaag een rijke graanoogst, al was de bodem voor drie-vierde slecht. Maar die oogst komt, dat heeft de Heere-God zelf beloofd. Daar hebt u die bemoediging en troost.
Hij zal verrassend zijn in de onthulling van zijn koningschap. Geen kerkelijke organisatie kan daaraan iets toedoen of afdoen.
Ook een sterke eenheid van christelijke politici zou wel eens op gespannen voet kunnen staan met de gestalte van het zaad. Dan denk ik vooral aan Hem die als een zaad gezaaid is op deze aarde: het levende Woord, de Christus Jezus zelf.
Hij is verworpen, afgewezen, schijnbaar vruchteloos gebleven als in bodem zonder voeding.
Het gaat in deze gelijkenis om de kwetsbaarheid van het zaad, en dat is de Christus zelf.
Die vier soorten grond, dat zijn wij met z'n allen, maar dát mag niet in het middelpunt staan.
Ook in deze gelijkenis en in haar uitleg, gaat het om Christus. Hij moet verworpen worden en veel lijden door toedoen van de mensen aan wie Hij wordt gepredikt.
Geen juichende ontvangst, geen goedgeorganiseerd reclameprogramma. Wel de belofte dat de Christus uiteindelijk honderdvoudige vrucht voortbrengt.

Hoe zal het verder gaan, in deze tijd, en waar staan wij als gestalte en lichaam van Christus?
Het is niet precies onder woorden te brengen, de tijd zal het leren. Als wij de bron en inspiratie maar goed zien.
Die bron is Christus en de inspiratie vloeit tot ons door zijn Geest.
Hem, de goddelijke zaaier, bezingen wij belijdend: Gezang 54,
het lied van de zaaier en zijn zaaizaad.