DE VERKONDIGING OP ZONDAG TRINITATIS 2001

 
wedergeboorte is menswording

Is het u wel eens opgevallen, wanneer u luistert naar gedeelten uit het Johannes-evangelie - is het u dan wel eens opgevallen, hoe weinig precies Jezus ingaat op vragen en situaties?
Hij gebruikt een vraag of opmerking eigenlijk meer als opstapje tot een éigen verhaal. Of bij het graf van Lazarus staat hij een hele preek te houden.De meeste uitleggers stellen, dat er verschillende monden en handen aan het Johannes-evangelie hebben gewerkt.
De antwoorden van Jezus zijn uiteindelijk omgevormd tot kleine preken, preken die Hem verkondigen als de Christus Jezus.
Z
o is het Trinitatis-evangelie het 'antwoord' aan Nicodemus.

drie in één -
ornament gebruikt in de bouw van kathedralen

 

Nicodemus bejegent Jezus met respect. Maar Jezus heeft in 't geheel geen interesse voor dit respect.
Wel haakt Hij in op wat Nicodemus zegt: "Rabbi, wij weten dat gij van God gekomen zijt," en ook dat hij zegt: "... niemand kan zulke tekenen doen, tenzij God met hem is ..."
Dan gaat Jezus een preek houden over de wedergeboorte: "Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Rijk Gods niet zien."
U moet deze openingszin maar beschouwen als een voorafgaande samenvatting. Zonder enig inleidend woord zegt Jezus meteen waar het op staat. Waar gaat het Hem om?
Hij wil beslist niet met Nicodemus meegaan, in diens gedachtegang. Deze joodse rabbi betoont dan wel veel interesse, bewijst ook respect jegens Jezus... Jezus daarentegen zit daar niet op te wachten. Dit is ook niet de bedoeling van onze Eredienst, dat wij onze Heer Jezus Christus respect komen bewijzen. Nicodemus zegt: 'U moet wel bij God vandaan komen, Jezus!' Veel kerkmensen doen er nog een schepje bovenop en zeggen: 'U bent God zelf, Jezus!' Alsof ze denken dat theorie de maatstaf van het zuivere geloof is.
Het grote gevaar dat de oprechte viering van dit feest van Trinitatis bedreigt - het grote gevaar is dat kerkmensen denken: 'Als ik nu maar geloof dat God : Vader, Zoon en Heilige Geest is, dan zit ik goed!'
Daarop is mijn vraag aan u: heeft zo'n godsdienstige formule - één God in zijn wezen, drie als persoon - wel iets te maken met wie u zelf bent?

Het is niet zomaar, dat de Kerk juist op de feestdag van de Drie-eenheid de Evangelielezing over de wedergeboorte heeft gezet.
De belijdenis dat God Vader, Zoon en Heilige Geest is, moet te maken hebben met wie u en ik zijn, als mens. Wij hebben toch in de afgelopen maanden drie Hoogfeesten gevierd die bedoeld zijn ten behoeve ons heil?! Pál na Pinksteren heeft de Kerk het Drie-eenheidsfeest geplaatst. Die plaats heeft als zodanig ons ook iets te zeggen: het is een samenvattend feest, dat neemt de heilsbetekenis van Kerstmis, Pasen en Pinksteren bij elkaar. Die heilsbetekenis gaat over u en mij, en daarom spreekt de vaste Evangelielezing van dit Drie-eenheidsfeest over de wedergeboorte.
Wat is wedergeboorte?
Er zijn christelijke stromingen in ons land waar die wedergeboorte omgeven wordt door een waas van verhevenheid, diepzinnigheid én onbereikbaarheid. Wedergeboren... dat worden alleen de uitverkorenen, en dan hebben die bofkonten een geestelijk leven dat volstrekt onbereikbaar is voor 'gewone' mensen. Het is een buitengewone relatie met God, zeer persoonlijk ook, en daar wordt in die stromingen door de 'gewone' mensen met jaloersheid over gesproken en naar gekeken.
Met alle respect voor ieders overtuiging zeg ik u dat dit geen wedergeboorte is. Het kan niet zo zijn dat er een bevoorrechte klasse gelovigen is, met een speciale relatie tot God. Het lijkt alsof God bij zulke mensen het belangrijkste is, in werkelijkheid is hun geestelijk leven een geraffineerde camouflage van een ik-gerichtheid.
De alleroudste Schriftplaatsen waar we horen over wedergeboorte, spreken anders. Denk aan de mooie woorden van de profeet Jeremia over het wegnemen van het stenen hart uit ons, om daarna een hart van vlees te ontvangen. Een hart van steen komt niet te pas, en toch is dat blijkbaar het gangbare verschijnsel onder de mensen. Wedergeboorte wil dan zeggen, dat wij weer echt mens worden, zoals de Heere-God ons heeft bedoeld. Een mens van vlees en bloed, en niet van ongevoelig keiharde steen.

Kun je hiervoor alleen terecht in de Kerk?
Z
o is lang gezegd en lang gedacht. Maar dit is een beperking van de reikwijdte van het werk van de Heilige Geest.
De tekst van hedenochtend luidt, dat zoals de wind waait, en wij niet weten van waar hij komt en waar hij heen waait, zó ieder is die uit de Geest geboren is.
D
aarom is het onjuist om het werk van de Geest te beperken tot de Kerk. Ook mag het niet samenvallen met een exclusief geestelijk leven.
Aan de manier waarop Jezus omgaat met zijn gesprekspartner Nicodemus, is te zien wat hij bedoelt met wedergeboren worden.
Nicodemus moet er niet een geestelijk leven bij krijgen, hij moet juist kwijtraken, loslaten wat hij zo allemaal heeft bij elkaar gesprokkeld aan van álles wat hem tot een geleerde, gerespecteerde rabbi maakt. Wie hij zelf is, dat zit er als het ware onder. De rest is een buitenkant, daarmee handhaaft hij zichzelf onder de mensen.
Wie van ons durft te zeggen dat zij/hij helemaal zichzelf kan zijn? Lopen wij niet al te vaak met een masker op, houden wij de schijn op, willen wij een persoonlijkheid zijn... ?
De wedergeboorte is eigenlijk niets anders dan dat ons echte mens-zijn weer een kans van groeien krijgt. Het kind in ons, dat wij geweest zijn en gelukkig nooit helemaal weg is - het kind in ons mag er ook zijn. Jezus zegt het, dat wij moeten worden als een kind. Let wel, hij zegt niet dat wij weer kind moeten worden, maar, dat wij als een kind moeten worden. Volwassenen mogen we blijven, moeten we ook blijven, maar dan als echte mensen die weten wat het was om kind te zijn geweest.
Wedergeboren om echt mens te worden... Het is geen exclusief recht van de Kerk. De Geest van God gaat ook buiten de kerkmuren heilzaam te werk.
Het was warempel Luthers belangrijkste leerling, Johannes Calvijn, die gezegd heeft: 'Er is zoveel goeds, ook bij niet-christelijke volken en culturen: wetenschap, kunst, geneeskunde, menselijkheid.'
Voor een uiterst christelijke man als Calvijn was dit een opmerkelijke conclusie, want, deze godgeleerde vond, dat eigenlijk alleen een christelijk land met een christelijke regering de beste garantie voor wetenschap, kunst, geneeskunde en menselijkheid was.
Zou er dan toch nog natuurlijke goedheid in de mens over zijn, of een soort 'algemene' genade?
Calvijn schrijft dan: 'De zekerste en gemakkelijkste oplossing is, dat al het goede in en onder mensen geen algemene gaven der natuur zijn, maar bijzondere gaven van de Geest, die men niet gering mag achten, want dan minacht en smaadt men God zelf!'
Het is prachtig, en dat voor zo'n strenggelovige man! Hij had begrepen dat het niet alleen en uiteindelijk gaat om het christelijke, maar om menselijkheid; hierom, dat de schépping - door de verlossing heen - weer tot haar bestemming komt.
Dit toegepast op het mens-zijn: er zijn in de afgelopen eeuwen goede psychotherapeuten en psychiaters geweest die hun cliënten tot een diep inzicht in zichzelf en in de ander hebben kunnen brengen. Bewegen beiden zich dan niet in het krachtenveld van de Heilige Geest, die mensen tot zichzelf brengt en heelt?
Valt er in helende en helpende psychotherapie niet werk van de Geest te ontdekken en te erkennen? Wat de mens-wetenschappen en vooral de psychologie ontdekt hebben, wat er in ons allemaal gaande is, hoe wij innerlijk groeien, hoe wij zelfs door innerlijke spanningen en crises steeds dichter tot onszelf komen, dat is toch een indrukwekkende gave! Komt dat zomaar uit de lucht vallen? Of is dat een vrucht van louter menselijk vernuft?
Zijn dat niet gaven van de Geest en moeten we niet met Calvijn zeggen: 'wie zulke gaven van de Geest, ook buiten kerk en christelijk geloof, gering acht, minacht en smaadt God zelf' ... ?
Door de Kerk wordt de ontwikkeling tot echt mens-zijn herleid op het werk van de Heilige Geest. De H. Geest is God in zijn geheimnisvolle aanwezigheid bij ons en in ons. Maar hoe werkt Hij?

Jezus maakt gebruik van de letterlijke betekenis van het woord geest, pneuma, en dat is wind. Tot de farizeeër Nicodemus zegt Hij: "De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet vanwaar hij komt of waar hij heengaat. Zo is een ieder die uit de Geest geboren is."
De wind kunnen wij niet zien, maar hij is er wel. Hij is er op de manier van het blazen, het waaien. Hoorbaar is dat. Maar wij weten niet vanwaar en waarheen de wind blaast. Jezus zegt: zo is een ieder die uit de Geest geboren is. Hij spreekt over u en mij, van het doen en laten als mensen onder zijn regering...
Zoals de wind komt en gaat, ongrijpbaar, onnaspeurbaar, zo is ons mens-zijn. De oorsprong ligt in God de H. Geest. God heeft ons gebaard, zegt de apostel Jacobus, gebaard door het Woord der waarheid. Dat Woord is de levende Christus. Het barensproces is de arbeid van de H. Geest.
D
e H. Geest is als de wind; echte mensen zijn als Hem, als de wind. Zoals de wind blaast, zo is een ieder die uit de Geest geboren is.
Het is moeilijk te begrijpen, maar één ding is heel duidelijk: je kunt het christenleven niet vastleggen in patronen en verschijnselen, of normeren met vaste regels en wetten. Wel mag en kun je zeggen: wij worden weer mens, elk met zijn/haar eigen gaven en vaardigheden. Mens, zonder onmenselijke benauwenis, beperking, kwaad en schuld. Want die zijn onnodig, zelfbedacht of door onszelf in stand gehouden.

Het geheimenis van de Drie-eenheid is enkel door het geloof te aanvaarden. Maar dan wel het geloof dat dit geheimenis er ten behoeve van ons heil is. Vader, Zoon en H. Geest, het zijn verschillende verschijningsvormen van Gods bemoeienis met ons. Verwekt door de goddelijke Vader, zusters en broeders van de goddelijke Zoon, één in gemeenschap met de Heilige Geest. Zo zijn wij mensen volgens de bedoeling van de ene God.
Daarom kunnen wij zingen en bezingen wij Vader, Zoon en Heilige Geest met gezang 95

terug naar inhoudsopgaveW. Baan