Jezus - Zwaardbrenger Vredevorst

 

De verkondiging op de Voorlaatste zondag van het Kerkjaar

Matth. 10:34-66;19-22

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 14 november 2004


Het zijn roerige tijden waarin ons land verkeert. Ook zijn heel veel mensen angstig. Je ziet in situaties als deze dat er van de kerk een duidelijk standpunt verwacht wordt. Maar gaat dat wel...?
U wist al dat een snelle, passende oplossing uit de bijbel niet te halen valt. Nee, maar zou het een strekking zijn, een soort samenvatting, bijvoorbeeld: de verdraagzaamheid, of: de liefde?
Het kan goed zijn, maar in de Kerk telt één ding:
Christus zal in het middelpunt moeten staan. De liefde wil iedereen wel. Ook de moslims-extremist zegt dat hij zijn aanslagen pleegt uit liefde. Liefde voor Allah en liefde voor ons, ongelovige honden, opdat wij tot inkeer komen.

Jezus, mens van liefde... Dat klinkt ook zó mooi...
Hij is een man van liefde en vrede. Een aantrekkelijke persoon, die los bestaat van hoe de Nieuw-testamentische Evangeliën hem verkondigen.
Moderne mensen die voor Jezus best wel sympathie en respect hebben, zij zullen nog raar opkijken wanneer zij kennis nemen van álle woorden van Jezus in de Evangeliën.
Ja, want luisteren we met grote aandacht naar die Evangeliën, dan horen we wel meer en anders.
Wat te denken van een Jezuswoord als dit:
[Het verband is de roeping van de discipelen door de Christus tot zijn apostelen, zendelingen. Zij zullen aan de wereld gaan getuigen van Christus.]

34  Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
35  Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder;
36  en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.                      Matth. 10:34-36

Woorden om van te huiveren... Dit is nog eens onrust in de samenleving, ja zelfs binnen in families...
Hier missen we toch die liefdevolle Jezus met zijn boodschap van vrede...
Deze waarschuwende woorden horen bij de zendingsopdracht van de Christus. Zijn discipelen worden later apostelen, dat wil zeggen: uitgezondenen, zendelingen. Ze krijgen een zendingsopdracht waar grote risico's aan kleven. Het uitdragen van het geloof van Christus brengt blijkbaar verdeeldheid teweeg.
Maar komt dat dan omdat zij fanatiek zijn en omdat Jezus zich daar bij neerlegt?
Als we het zo opvatten, dat onderscheidt het zich nauwelijks van de manier waarop sommige fanatieke moslims hun geloof uitdragen.

Het is hier niet de tijd en de gelegenheid om verder in te gaan op de Islam. Alleen dit: deze godsdienst is op heel andere leest geschoeid dan het christelijke geloof.
Allah is barmhartig maar er zijn verschillende plichten die jegens Allah moeten worden vervuld. Nu ligt het er maar aan hoe serieus een moslim die plichten voor zijn rekening neemt. Het kán zover komen dat een moslim of moslima fanatiek wordt en in alle oprechtheid dit fanatisme als de beste houding zien.

Het christelijke geloof wortelt in de opgestane Christus. Het belijdt de gekruisigde Christus als Heiland van de wereld.
Het sterven van Jezus en zijn levensbeschrijving volgens de Evangeliën is totaal anders dan wat de Islam zijn aanhangers voorhoudt. Toch blijkt uit de u voorgelezen teksten dat er ook onrust en onlust gaan komen tengevolge van de zendingsopdracht van de Christus Jezus.
Komt dat misschien omdat het om godsdienstige overtuigingen gaat? In verleden en heden had en heeft godsdienst altijd al verdeeldheid als bijproduct.
Godsdienst kan mensen tot razernij brengen.
Ook christenen kunnen zover komen. Maar in dat geval is het eigenmachtig optreden, gedrag dat in wezen de mens in het middelpunt heeft gezet.
Er zou geen sprake mogen zijn van eigenmachtig optreden van de zendelingen.
Wanneer wij onze geloofsovertuiging willen verdédigen, dan kun je je afvragen: zijn wij het soms zelf die hier op de eerste plaats willen staan? Dan is het een opkomen voor onszélf en voor onze vrijheid en voor een mening, hoe christelijk ook. Dat is geen getuigenis van Christus. Hier kan fanatisme zijn kans krijgen want dat zet altijd de belijder op de eerste plaats.
De fanaticus roept wel dat God groot is, maar in de praktijk kan die God niet zonder het mes of de bom van die belijder...

Hoor hoe de teksten verder gaan, in hetzelfde hoofdstuk als waaruit u eerder al woorden van Jezus gehoord heeft.
Hier gaat het over de vervolging en gevangenzetting van de apostelen van Christus.

19  Wanneer zij u overleveren, maakt u dan niet bezorgd, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in die ure gegeven worden wat gij spreken moet;
20  want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, die in u spreekt.
21  Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen.
22  En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.                                     Matth. 10:17-22

Hoort u, dat niet wij het zijn die spreken, maar de Geest van de Vader die in ons spreekt en door ons spreekt? Als we dat accepteren, dan kunnen we niet fanatiek zijn.
Het is de Geest van de Vader, God de Vader, Vader van onze Heer Jezus Christus. We doen en spreken niet voor eigen rekening, maar het is de Geest die spreekt, en dat is het levende Woord.

Komt er dan meningsverschil, ja zelfs een breuk in een gezin of familie, dan kunt u een rein geweten hebben. Die breuken en twisten komen er, dat is zeker. Christus verzekert ons daarvan in deze Mattheusteksten.
Niet uit fanatisme, maar omdat het Christus zelf is die een aanstoot is. Daarom dat in het Mattheus-evangelie hij zelf zegt: ‘Ik ben gekomen om tweedracht te brengen.' En even later: ‘Gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil.'

Om mijn naams wil. De naam staat voor heel het bestaan, sterven én leven, en al wat dit betekent. Dit alles zal in deze huidige wereldeeuw nooit populair worden.
Ons geloof in de laatste periode van het kerkjaar, ons geloof is, dat het leven uit de dood van Christus het eeuwige leven is. Dat is het leven der toekomende wereldeeuw.
Hoor de laatste woorden van de kanselteksten: ‘Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.'
De christelijke Gemeente komt niet met oplossingen, maar leeft uit de belofte van Christus: ‘Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.'

mensen lopen morrend
van Jezus weg

Volharding, dat hebben we wel nodig in deze dagen.
Bent u de mensen al tegengekomen die paniekerige gevoelens hebben, of zuchten dat ze geen oplossing zien? Volharding... maar wat houdt dat in?
Dit is niet een opdracht om het hoofd koel te houden, onze democratie te beschermen, of om krachtig op te treden met meer blauw op straat...
We zijn hier onder het Woord, we zijn hier Gemeente van Christus. Volharding is vasthouden aan Gods beloften. Dat beleven we allereerst in het gezamenlijke kyrië-gebed. Het is een uiting van diepe bewogenheid én van gelovig besef dat niet ons de wrake toekomt maar dat de Heere-God Rechter is.

Wat is dan de praktijk? De apostel Paulus zegt, dat wij de tijd moeten uitkopen, dewijl de dagen boos zijn. Dus geen lijdelijk afwachten of alleen maar ach en wee roepen. De tijd uitkopen, dat betekent: heel scherp opletten, gescherpt door het geloof, waar de prediking van Christus in goede aarde valt. Woorden, daden – een bevrijdende praxis die de voorbode is van Gods komende koningsregering.

In weerwil van onze beste bedoelingen belijden wij nu in ons lied het werk van de drie-enige God,
en dat is gezang 321

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE