Wat is zegenen ?

 

Een vraag van br. Jaap van Driel

december 2002

Waarde Ds Baan

Na het spelen van een spel 'Jeu de Boule' ontspon zich een merkwaardig gesprek, met een stel vrienden hier, in de 'Schouwstock'.
Het onderwerp was: de zegen die uitgesproken wordt door een dominee of priester (of zo iemand).
Hoe kan dat 'waarde' hebben, want hij of zij zijn toch maar 'zondige mensen.'
Ten eerste wisten de meeste niet wat de betekenis van de zegen is.
Ik heb toen hun het volgende gezegd, nu vraag ik 'was ik goed?'
Ik ben uitgegaan van Mozes en Aäron: de tekst 'Zo zult ge de Israëlieten zegenen,' en 'Zo zult gij mijn Naam op de Israëlieten leggen en Ik zal hen zegenen.'
Dit zei ik hun.

Er gebeurt wat, wanneer de predikant of priester, aan het slot van een dienst de gemeente zegent: nl. er worden woorden van God op ons gelegd. Die woorden zijn woorden van God, eigenlijk daden.
Deze mensen spreken geen 'vrome wens' uit, maar zeggen ons met volmacht dat God zegent en beschermt. God láát zijn aangezicht over ons lichten.
Ik legde uit: Hij ziet met grote belangstelling naar ons uit en geeft ons vrede: dat is, Hij staat in een goede relatie met ons.
Al heeft de voorganger nog zulke goede en aansprekende woorden gezegd, ik vind dat hij of zij terug moet en 'wijken' aan het slot van de dienst, en met de Zegen God aan het woord moet laten, God het woord geven.
Eigenlijk zou je dan overdonderd, beduusd, stilletjes de kerk uit moeten lopen, en nadenken over Gods Woord vertaald in Gods daad.
Dit Ds. is het, wat ik hun, mijn vrienden hier, verteld heb. Ze keken mij verwonderd aan, enkelen zeiden ook 'Waar haal je het vandaan...' Mijn antwoord was: 'de Bijbel.'

Ik weet niet of ik wel precies het goede heb verteld. Zo gebeurt het hier nogal eens, dat men mij wat vraagt. Ze zeggen wel: ik geloof al die onzin niet, maar komen toch met vragen.

Goede dagen gewenst en tot horens of tot ziens
Jaap van Driel


het antwoord

Dordrecht, 28 december 2002

    Aan br. Jaap van Driel

Waarde broeder Jaap,

Uw brief over het zegenen heeft bij mij waardering en respect opgeroepen.

Waardering omdat het zo belangrijk is dat leden van de Kerk nadenken over zulke onderwerpen. Respect omdat de inhoud van uw brief zo goed en duidelijk is.

1. Wat mij direct opviel, was het bij elkaar gezet zijn van predikant en priester. Dat is niet enkel begrijpelijk omdat sommige van uw medebewoners van roomskatholieken - en andere van protestantsen huize zijn. Het is de status en de bevoegdheid van deze beide ‘soorten’ voorgangers waar het om gaat.

Ondanks de verschillen tussen hun ambts-status is er toch iets dat bij allebei van toepassing is - u noemt het zeer terecht zelf al: de volmacht.

Ze hebben die allebei van Godswege, volgens de roomskatholieke en de protestants leer.

Een priester denkt er wat kerkelijker over: hij heeft die volmacht via de bisschops-hiërarchie ontvangen. Dat is bovendien één van de zeven sacramenten: de priesterwijding. Een predikant is ook wel met kerkelijke goedkeurig geordineerd, maar zal de volmacht bovendien vanuit de Gemeente laten bekrachtigen. Het is geen wijding, en een predikant staat niet ‘een sacramenteel trapje hoger’ dan zijn Gemeente.

2. Het is helemaal juist dat u zegt: er gebeurt wat wanneer de priester of predikant de Gemeente zegent.

Het is een prachtige omschrijving, op de tweede helft van pag. 1 van uw brief. Het is inderdaad geen ‘vrome wens’ wanneer de voorganger de zegen uitspreekt. Daarom moeten we ook af van de ‘wensvorm’ waarin talloze voorgangers de zegen uitspreken. Er bestaan de volgende formuleringen:

a. De Heer zegene u...  of  Moge de Heer u zegenen ... = de wensvorm

b. De Heer zal u zegenen ... = de beloftevorm

        c. De Heer zegent u ... = de verkondigingsvorm

b. is beter dan a., want de belofte is een bijbelse term. Hier wordt meer ruimte aan God gelaten, dat van zijnentwege iets zal gebeuren. Zo krijgt b. al iets van c.: de belofte wordt verkondigd. Maar c. is naar mijn mening de beste formulering. De Hebreeuwse taal waarin deze hogepriesterlijke zegen oorspronkelijk geschreven staat, laat b. en c. allebei toe.

3. Van harte ben ik het eens met uw mening, dat de persoonlijkheid en de mate van zondaar-zijn van de voorganger niet toe - of afdoen aan de volmacht. Wel kunnen gemeenteleden door ergerlijk gedrag van de voorganger gehinderd worden in de beleving van verkondiging en zegening. De woorden zijn wel goed en waar, maar de gemeenteleden moeten dan veel moeite doen om de woorden los te koppelen van de persoon die ze uitspreekt. Roomskatholieken zijn daar wat makkelijker in: een priester blijft als geestelijke hooggeacht, ondanks dat men het hoofd schudt over zijn liefdesleven, dronkenschap e.d.. Protestanten zullen zich meer fixeren op de persoon van de predikant.

Hopelijk is alles duidelijk. Sterkte met de gezondheid, en goede jaarwisseling gewenst!

Willem Baan

terug naar 'Lutherse Liturgie in Dordrecht'