© 14 januari 2003
     

de pagina van Lian Nel (9 jaar)

over

WALVISSEN, DOLFIJNEN & BRUINVISSEN

 

1. ALGEMEEN


1.1. Walvisachtigen

Walvissen, dolfijnen en bruinvissen zijn een van de prachtigste dieren op aarde. Ze vormen samen de groep Cetacea. Een ander woord voor Cetacea is walvisachtigen.

Veel walvissen zijn reusachtig. Sommige zijn zo groot en zo zwaar als een treinwagon vol passagiers.
Dolfijnen zijn veel kleiner: de meeste zo groot als een mens.
Bruinvissen zijn ook een soort dolfijnen. En lijken er ook op maar het verschil is: dolfijnen hebben een spitse snuit en bruinvissen een stompe snuit.
Er zijn ongeveer 80 soorten walvisachtigen.


1.2. Tand- en baleinwalvissen

Sommige walvissen hebben tanden: dat zijn tandwalvissen. Zij eten vis en inktvis.
Er zijn ook walvissen zonder tanden. Die kunnen dus niet bijten. Deze walvissen hebben baleinen: het zijn baleinwalvissen. Baleinwalvissen hebben een soort borstelharen die het minivoedsel dat ze eten filteren. Eerst zuigt de walvis water naar binnen en vervolgens wordt het water door een netwerk van baleinen geperst. De baleinen houden het krill tegen, waarna het door de tong naar achter wordt geduwd en ingeslikt.
Vroeger waren er veel walvissen, nu niet meer. Mensen jaagden op walvissen. Ze hadden de walvis nodig. Zij kookten de speklaag.


1.3. Gladde artiesten

Het prachtige gestroomlijnde lichaam van de orka is goed te zien als hij uit het water tijdens een optreden komt. Als een orka in gevangenschap laag water, heeft gaat zijn rugvin krom groeien.


1.4. Vriendelijke Flipper

Als mensen het woord dolfijn horen, denken de meeste aan de tuimelaar. Een tuimelaar met de naam Flipper speelde de hoofdrol in een serie televisieprogramma's en films.

Hierdoor werd mensen duidelijk gemaakt hoe intelligent deze zoogdieren zijn en hoe kwetsbaar ze zijn in onze moderne wereld.


1.5. Speeltijd

Dolfijnen zijn de clowns van de oceaan. Ze zijn vriendelijk en nieuwsgierig en spelen graag met andere voorwerpen en andere zoogdieren. Soms komen ze onderzoekend op zwemmers en schepen af. En soms springen ze voor hun plezier 5 meter de lucht in en lijkt het bijna of ze lopen op hun staart.
Bruinvissen zijn schuw en minder sociaal; ze springen zelden uit het water en leven liever in kleine groepen.


1.6. Elkaar helpen

De meeste walvissen zijn sociale dieren. Ze leven in kudden en helpen elkaar op allerlei verschillende manieren.
Vrouwtjesdolfijnen beschermen hun jongen samen. Tijdens lange tochten houden ze de jonge dolfijnen in de gaten om te voorkomen dat ze afdwalen. Als ze niet trekken, cirkelen de moeders om hun jongen en vormen zo een veilige babybox.
Soms duwen walvissen hun gewonde groepsleden naar boven om adem te halen. En natuurlijk jagen ze samen op prooi.


1.7. Echolocatie

Door signalen (een soort klikgeluiden) uit te zenden en naar de teruggekeerde echo's te luisteren, kunnen de dolfijnen en walvissen de grootte en afstand van voorwerpen bepalen. Deze methode noemt men echolocatie. Hiermee kunnen ze onder water de weg en voedsel vinden.

2. WALVISSEN


Er zijn ongeveer 35 soorten walvissen, zoals:
  • Blauwe vinvis
  • Bultrug
  • Dwergvinvis
  • Grijze walvis
  • Groenlandse walvis
  • Potvis
  • Spitssnuitdolfijn
  • Stejneger-spitssnuitdolfijn
  • Vinvis
  • Zuidkaper


2.1. Blauwe vinvis

Een blauwe vinvis hoort tot de familie van de vinvissen. Een blauwe vinvis kan net zo zwaar worden als 25 olifanten en kan wel 30 meter lang worden. Hij is daarmee de grootste walvis en zelfs het grootste dier van de wereld.
Er zijn nog ongeveer 1.000 blauwe vinvissen, zwemmend in de poolzeeën. Honderd jaar geleden waren dat er nog meer dan 250.000.


2.2. Bultrug

Een bultrug hoort tot de familie van de vinvissen. De bultrug wordt de clown van de zee genoemd, omdat hij vaak gekke luchtsprongen maakt.
Van alle vinvissen laten alleen de blauwe vinvis en de bultrug hun staart zien, voordat ze duiken. De staartvin van de bultrug heeft knobbels aan de achterkant en witte vlekken aan de onderkant. De vinnen van een bultrug lijken op vleugels.
De bultrug weegt 30 tot 48 ton en kan 14 tot 18 meter lang worden.
Een bultrugwalvis, die net geboren is, weegt meer dan 1000 kilo en is al 4,5 meter lang. Hij drinkt een jaar lang melk bij zijn moeder.

De bultrug behoort tot de familie van de 'echte walvissen'. Deze zijn zo genoemd door walvisjagers, omdat het de walvissen waren, die ze wilden vangen. Echte walvissen zwemmen langzaam en kunnen gemakkelijk benaderd worden. Ze blijven drijven als ze dood zijn. Echte walvissen leverden grote hoeveelheden walvistraan en balein.
Als het zomer is, trekken de bultruggen naar koudere gebieden, omdat daar voedsel in overvloed is. De bultrug eet krill en kleine planktonkreeftjes, die op garnalen lijken. Hij houdt ook van vis, zoals bijvoorbeeld: makreel, lodde (een soort zalm) en haring.


2.3. Dwergvinvis

De dwergvinvis is de kleinste vinvis. Hij bereikt maar een derde van de lengte van een blauwe vinvis en wordt nooit zwaarder dan 10 ton. Hij heeft een slanke, gladde snuit en een duidelijke gekromde rugvin. De borstvinnen zijn vrij kort en hebben soms een brede, witte band.


2.4. Grijze walvis

Een grijze walvis heeft veel baleinen. De baleinen zijn vrij kort en ruw. De walvis gebruikt ze om de kleine diertjes die hij uit de zeebodem opgraaft uit te zeven. Grijze walvissen zijn niet schuw en zwemmen soms naar de boten van walviskijkers.


2.5. Groenlandse walvis

De groenlandse walvis heeft een witte kinvlek. Het is de enige walvis met een witte kin. De kin is bedekt met talrijke zwarte vlekken. De huid is glad en heeft geen groeisels zoals die van de noord- en zuidkaper.


2.6. Potvis

De potvismoeder zogen hun jongen minstens twee jaar en ze blijven dan in een groep met andere moeders en jongens. De kenmerken van een potvis zijn zijn enorme stompe snuit. De potvis heeft een driehoekige bult op zijn rug in plaats van een rugvin.


2.7. Spitssnuitdolfijn

De spitssnuitdolfijn is eigenlijk een walvis, maar omdat hij zo'n spitse dolfijnen snuit heeft, wordt hij spitssnuitdolfijn genoemd. De meeste spitssnuitdolfijnen zwemmen veel alleen of met maar één of twee andere. Ze houden van diep water en sommige soorten duiken net zo diep als potvissen.


2.8. Stejneger-spitssnuitdolfijn

Stejneger-spitssnuitdolfijn behoren tot de minst bekende walvisachtigen. De stejneger-spitssnuitdolfijn heeft, net als andere spitssnuitdolfijnen, een grote tand die uit de kaken steekt.


2.9. Vinvis

Als de vinvis duikt, steekt hij zijn staart niet boven het water, wat wel bij de blauwe vinvis en de bultrug gebeurt.


2.10. Zuidkaper

Een zuidkaper heeft 2 eigenschappen. De eerste is een sterk gekromde kaak. De tweede is zijn baard en muts. Dit zijn grote groeisels op de kin en neus, die vergeven zijn van de zeepokken.

3. Dolfijnen


Er zijn ongeveer 40 dolfijnsoorten, zoals:
  • Atlantische gevlekte dolfijn
  • Beloega
  • Donkergestreepte dolfijn
  • Gangesdolfijn
  • Gewone dolfijn
  • Gramper
  • Indische griend
  • Langsnuitdolfijn
  • Narwal
  • Orinocodolfijn
  • Orka
  • Pacifische witflankdolfijn
  • Tuimelaar
  • Witlipdolfijn
  • Zuidelijke gladde dolfijn


3.1. Atlantische gevlekte dolfijn

Net zoals de meeste dolfijnen spelen atlantische gevlekte dolfijnen. Ze zijn dan helemaal door het dolle heen. Ze duwen en spelen met zeewier, een soort koraal.
Dolfijnen brengen veel tijd spelend door; vooral de jongen. Ze bedenken allerlei soorten spelletjes en gebruiken wat ze maar vinden, zoals stukken drijfhout, bladeren, veren en stenen. Hun spelletjes kunnen wel uren duren. Van die spelletjes leren ze wat ze later moeten doen tegen vijanden, zoals bijvoorbeeld wegspringen.


3.2. Beloega

Beloega's leven in koud water. Sommige leven in het hoge noorden van Noord-Amerika, Europa en Azië. Sommige wagen zich zelfs in riviermonden en zelfs in rivieren zoals de MacKenzie in Canada. 's Winters jagen ze tussen het pakijs in het Noordpoolgebied. Beloega's worden ook zeekanaries genoemd. Beloega's maken hoge geluiden, die wij niet kunnen horen. Deze gebruiken ze voor echolocatie.
Beloega's worden nooit langer dan zo'n 5 meter.
In het Russische betekent het eerste deel van "beloega" "wit": beloega's worden dan ook wel witte dolfijnen genoemd.


3.3. Donkergestreepte dolfijn

Als donkergestreepte dolfijnen in een goede bui zijn, werpt hij zich zelf hoog in de lucht en draait, keert en maakt dan hoge salto's. Dit gedrag is een soort naamafroeping om te controleren of elke dolfijn er is en klaar is voor de jacht. Na de jacht wordt dit gedrag herhaald om de groep weer bij elkaar te krijgen. Donkergestreepte dolfijnen zijn een van de meest acrobatische dolfijnen.


3.4. Gangesdolfijn

De voorste tanden van een gangesdolfijn zijn zelfs in een dichte bek zichtbaar doordat ze bizonder lang zijn. Een gangesdolfijn heeft meer dan 100 tanden.
Gangesdolfijnen eten voornamelijk vis, maar ook garnalen en krabben. Ze eten meestal 's nachts en vinden hun prooi door echolocatie.


3.5. Gewone dolfijn

Gewone dolfijnen zijn goed te herkennen aan hun snavelvormige snuit en hun gele of geelbruine tekening op hun flanken en vanaf de ogen. Achter de rugvin wordt de tekening grijs. De donkere huid boven op hun rug lijkt wat op een zadel. Deze dolfijnen kunnen mooie, sierlijke, lange, lage sprongen maken.


3.6. Gramper

Grampers zijn gemakkelijk te herkennen aan hun stompe kop en lange rugvin. Hun lichaam is voornamelijk grijs op de rug en flanken en lichter aan de onderkant. De kleur wordt valer naar mate ze ouder worden. Sommige oude dieren zijn bijna helemaal wit. De oudere dieren hebben altijd veel lidtekens.


3.7. Indische griend

De indische griend heeft een brede, bolle kop. De borstvinnen zijn lang en sikkelvormig en de gekromde rugvin is breed aan de basis. Hij heeft een voorkeur voor tropische en subtropische gebieden. De indische griend lijkt erg op de gewone griend, maar heeft iets kortere borstvinnen.


3.8. Irrawaddydolfijn

De irrawaddydolfijn is een van de merkwaardigste dolfijnsoorten. Hij heeft een afgeronde kop en een duidelijke nek, net als de beloega, waarmee hij soms in één groep ingedeeld wordt.Zijn borstvinnen zijn groot en gekromd.
Hij komt voor in rivieren, rivierenmonden en in kustwateren van Zuid-India tot Noord-Australië.


3.9. Langsnuitdolfijn

Langsnuitdolfijnen kunnen snel zwemmen en lange, lage sprongen maken. Dan wordt het water achter hun omgewoeld tot schuim. Veel dolfijnen zwemmen zo. Op deze manier bewegen ze zeer efficiënt en snel voort aan het wateroppervlakte.


3.10. Narwal

De tand van een narwal is spiraalvormig en kan 3 meter lang worden. Sommige mannetjes hebben een dubbele stoottand. Het gedrongen lichaam lijkt op dat van een beloega. Het voornaamste verschil is de kleur: de beloega is wit en de narwal is meestal donker- en lichtgrijs gevlekt. De narwal en beloega zijn bijna even groot en hebben dezelfde vorm. Ze worden ongeveer 5 meter lang en kunnen ongeveer 1500 kilo worden.


3.11. Orinocodolfijn

Een orinocodolfijn rust uit op de rivierbodem. Waarschijnlijk bengt hij het grootste deel van zijn leven alleen door of misschien met een ander dier. Dit solitaire gedrag is kenmerkend voor alle rivierdolfijnen. Het zijn geen sociale dieren zoals de meeste andere walvisachtigen.


3.12. Orka

Een orka kan erg hoog springen. Soms draait en keert de orka, voordat hij weer met een daverende klap op het water terechtkomt.
Orka's zijn van alle walvissen de felste jagers. Ze eten meer prooien dan elke andere walvis ook. Hij eet soms zelfs walvissen die vele keer groter zijn dan hem. Hij eet pinguins, dolfijnen, zeehonden, bruinvissen, inktvis, vis en zelfs af en toe een spitssnuitdolfijn.

Een orka heeft brede peddelvormige borstvinnen. Je kunt aan de grootte en de vorm van de borstvinnen en de rugvin zien of het een mannetje of een vrouwtje is.
Orka's eten elke dag ongeveer een twintigste deel van hun gewicht. Een orka van 10.000 kilo moet dus dagelijks wel 500 kilo voedsel binnen krijgen.
Een vrouwtjes orka kan in de vrije natuur zo'n 70 jaar oud worden. Een mannetjes orka kan ongeveer 30 jaar worden.
Een orka heeft longen; dat betekent dat hij steeds boven water adem moet halen. Dit doet hij door de neus die niet van voren zit, maar boven op zijn kop.
Orka's komen in alle oceanen en zeeën voor maar vooral in de buurt van de kust. Ze leven in scholen. Een school kan uit twee tot negentig dieren bestaan.
Tot voor kort nog geen 30 jaar geleden waren mensen erg bang voor orka's. Dat kwam omdat men deze diersoort niet goed kende. Er was nog nooit een orka in gevangenschap gehouden.


3.13. Pacifische witflankdolfijn

Pacifische witflankdolfijnen kunnen goed op het water surfen. Deze soort is een van de actiefste en behendigste dolfijnen. Ze rijden vaak mee op de boeggolven van boten. Veel andere soorten dolfijnen rijden ook graag mee op het schuim en de golven in het kielzoog van passerende boten.


3.14. Tuimelaar

De tuimelaar is een van de vele soorten tandwalvissen. Tandwalvissen hebben veel eenvoudigere tanden dan landzoogdieren, omdat de tanden alleen zijn om te grijpen en niet om te kauwen. Ook hebben tandwalvissen veel meer tanden dan landzoogdieren. De tuimelaar heeft wel 50 tanden in zowel onder- als bovenkaak.

De tuimelaar is een van de wijdstverbreide dolfijnen. Hij leeft in gematigde en tropische gebieden, zowel op het noordelijke als het zuidelijke halfrond. Ook in afgesloten zeeën zoals de Middellandse Zee en de Rode Zee, komt hij ook voor. Meestal zwemt hij in de buurt van de kust.
Wanneer tuimelaars naar warmere gebieden trekken, vallen ze af. Wanneer ze naar koudere wateren terugkeren, krijgen ze meer vet.


3.15. Witlipdolfijn

Deze soort is een van de kleinere dolfijnsoorten en kan ongeveer 3 meter groot worden. Hij heeft alle kenmerken van een walvisachtige: een afgerond lijf, een korte nek en slechts 1 vin op zijn rug. Hij heeft een paar borstvinnen en een horizontale staart. Ook heeft hij geen oorschelpen of achterpoten.
Witlipdolfijnen hebben het liefst warm water en zwemmen in subtropische en tropische gebieden op het noordelijk en zuidelijk halfrond. Ze zwemmen meestal in diep water en blijven uit de buurt van het land.


3.16. Zuidelijke gladde dolfijn

Aan de opvallende zwart en wit gestreepte lichamen kan je een gladde dolfijn goed herkennen. De rug is gitzwart, terwijl snuit, voorhoofd, buik en borstvinnen wit zijn.
De zuidelijke gladde dolfijn heeft geen rugvinnen.

4. Bruinvissen


Van de bruinvissen zijn er 6 soorten, zoals:
  • Brilbruinvis
  • Bruinvis van Burmeister
  • Californische bruinvis
  • Dall-bruinvis
  • Gewone bruinvis
  • Indische bruinvis


4.1. Brilbruinvis

Van deze opvallende zwartwitte bruinvis met witte en zwarte ringen om de ogen is weinig bekend. De rugvin van de mannetjes is rond, die van vrouwtjes driehoekig. Ze worden meestal alleen gezien.


4.2. Bruinvis van Burmeister

Deze vrij schuwe, zeer donker gekleurde bruinvis is waarschijnlijk een van de meest talrijke walvisachtigen van Zuid-Amerika. De driehoekige rugvin staat erg ver naar achteren. Ze leven meestal in groepjes van 10-20 dieren.


4.3. Californisch bruinvis

De Californische bruinvis (in het Engels vaquita) is een kleine bruinvis die in de golf van Californie bij Mexico leeft. Omdat Californische bruinvissen maar in een klein gebied leven en vaak in netten van vissers terechtkomen, zijn er nog maar een paar honderd over.


4.4. Dall-bruinvis

Dall-bruinvissen zijn de meest actieve bruinvissen. Ze zwemmen snel en fel. Ze stuwen fonteinen van waterdruppels omhoog, terwijl ze door het wateroppervlak breken.
Anders dan andere bruinvissen zwemmen ze vaak mee met bewegende boten.


4.5. Gewone bruinvis

Gewone bruinvissen zijn nauwe verwanten van dolfijnen en worden er gemakkelijk mee verward, maar ze behoren tot een andere familie en hebben andere kenmerken. Zo hebben dolfijnen een snavelvormige snuit en bruinvissen een stompe. Gewone bruinvissen zijn schuwe dieren. Men weet weinig over bruinvissen. Wetenschappers kunnen gestrande dieren voor onderzoek gebruiken.


4.6. Indische bruinvis

De Indische bruinvis is een van de kleinste walvisachtigen. Ze hebben een opvallend stompe kop en geen rugvin. Ze leven veelal in troebele, modderige wateren.
Ze eten kleine vissen, garnalen en inktvis.

Daaaag, beste lezers!

Lian Nel