Zoek ook eens naar het Gewone fluweelpootje ......

Na de eerste winterse dagen is de echte paddestoelentijd voorbij. De meeste paddestoelen met een hoedje en een steel zijn kapot gevroren, maar de werkgroep gaat echter door met het inventariseren van de Hoeksche Waard. Onze aandacht richten we nu op de typische winterpaddestoelen zoals het Gewone fluweelpootje (Flammulina velutipes). Zelfs een periode van vorst kunnen ze weerstaan. Na de dooi staan ze erbij alsof er niets gebeurd is.

Vanaf de late herfst tot in het vroege voorjaar is deze paddestoel te vinden op stronken, stammen en takken van o.a. beuk, es, els populier, wilg en kastanje. Hij is te herkennen aan gele tot oranjegele gekleurde hoed, die bij vochtig weer kleverig tot slijmerig kan zijn. Meestal groeien ze in bundels met veel paddestoelen op een kluitje.

foto: Ad van den Berg

Gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes)

De hoeddoorsnede is normaal tussen de 2 en 6 cm, maar soms zijn er veel grotere exemplaren te vinden. De plaatjes aan de onderkant van de hoed zijn crèmekleurig. Zijn naam heeft hij te danken aan de eigenschappen van zijn steeltje. Deze is, bij niet al te jonge vruchtlichamen, viltig behaard en bruin van kleur.

Het Gewone fluweelpootje is eetbaar en wordt commercieel geteeld. Deze paddestoelen lijken dan niet meer op de wilde vorm. Omdat men ze in donkere kokers laat groeien, krijgen ze lange witte stelen en kleine witte hoedjes.

Op deze website zijn de Rode kelkzwam en de Cedergrondbekerzwam al eens als 'winterpaddestoel' in de schijnwerpers gezet.


Meldingen van vindplaatsen van deze en andere paddestoelen zijn van harte welkom. Indien mogelijk ook de boom of de plant opgeven waarbij of waarop deze paddestoel is aangetroffen.
Per e-mail via de knop Melding in het linker deel van het scherm en telefonisch bij het Natuurbezoekerscentrum Klein Profijt 0186-621888.