1847
|
Dit orgel is
gebouwd door orgelbouwer P.J. Radersma.
Hij heeft voor een deel 17e eeuws
pijpwerk uit een vorig orgel gebruikt in de
Holpijp en de Mixtuur van het Hoofdwerk en in de
Fluit 2' van het Bovenwerk. De verdere
oorspronkelijke dispositie is mij nog niet
bekend. |
1868 |
Al goed 20
jaar later moest Willem Hardorff herstelwerkzaamheden
verrichten na een brand in de kerk. Daarbij
werden waarschijnlijk ook enkele
dispositiewijzigingen aangebracht. |
1902 |
Volgens mijn
bron van de werkenlijst heeft Kruse
in 1902 een restauratie uitgevoerd. Na de
bovengenoemde betrokkenheid van Hardorff
(die na 1868 misschien het onderhoud is blijven
uitvoeren?) lijkt dat aannemelijk, maar de aard
en inhoud daarvan zijn mij nog niet bekend. Deze
restauratie wordt ook gemeld in "Het
Historisch Orgel in Nederland" dl. 1840-1849
pag. 317, maar dan als herstelwerk en er worden
geen details gegeven, in tegenstelling tot de
andere restauraties die aan het orgel zijn
uitgevoerd. |
1922 |
In 1922
voerde Bakker & Timmenga B.V.
te Leeuwarden een vrij uitgebreide restauratie
uit, waarbij kleine dispositiewijzigingen plaats
vonden, zoals het reduceren van de Mixtuur. |
1976 |
De
orgelrestauratie werd uitgevoerd door Jos.
Vermeulen. De windladen werden
gerestaureerd, het pijpwerk hersteld en zoveel
mogelijk in de oorspronkelijke staat
teruggebracht. De Trompet 8' van het Hoofdwerk
werd vervangen door een nieuwe en de in 1922
gereduceerde Mixtuur werd weer aangevuld. De
Dulciaan van het Bovenwerk is het enige
overgebleven tongwerk van twee generaties
orgelmakers Radersma. |
|
Bron: St. Organum Frisicum
(zie pagina Links,
daar is ook meer informatie)
|
|
|
|
Meer informatie en dan met
name over het werk van Kruse
aan dit orgel is van harte welkom.
|