De volgende afkortingen zijn gebruikt: |
 |
AIM = Algemene inleiding op het Romeins Missaal, derde editie, 2002 AIG = Algemene inleiding op het Getijdengebed Gl. = Eer aan God in den hoge (Gloria); wordt alleen gezegd op de zondagen buiten advent en veertigdagentijd; op feesten en hoogfeesten, in het octaaf van pasen en kerstmis en bij bijzondere vieringen met een plechtig karakter
l: = eerste lezing antw: = antwoordpsalm tl: = tweede lezing ev: = evangelielezing (A), (B), (C), (I), (II), (III), (IV) ev: = Lectionarium, deel A resp. B, C, I, II, III, IV og: = (openings)gebed gg: = gebed over de gaven gc: = gebed na de communie misform. = misformulier (N.B. Het daarachter genoemde getal verwijst naar de desbetreffende bladzijde in het Altaarmissaal voor de Nederlandse kerkprovincie; volgt er geen nadere aanduiding dan wordt het eerst afgedrukte gebed genomen; de letters of * achter het getal verwijzen naar het gebed ‘ofwel in het jaar A, resp. B en C’, resp. ‘*ofwel’)
Cr. = geloofsbelijdenis (Credo); wordt alleen gezegd op zondagen en hoogfeesten pref. = prefatie (er zijn in het Altaarmissaal 87 verschillende prefaties opgenomen) E.G.I = Eucharistisch Gebed I (Romeinse canon) comm. = na de gedachtenis van de levenden: ‘Wij zegenen en aanbidden U,...’ / ‘Wij danken U...’ get. = getijdengebed
mo: = morgengebed av: = avondgebed S: = schriftlezing voor de lezingendienst; eventueel in morgen- of avondgebed
Pss = psalmen en lofzangen (deze volgens de telling op blz. 115) dagsl. = dagsluiting ged. = ged. na een heilige die vet gedrukt vermeld wordt, betekent dat deze feestdag de rang heeft van gewone gedachtenis; de viering wordt gecombineerd met die van de samenvallende weekdag. (ged.) = achter een heilige die cursief gedrukt vermeld wordt, dan betreft het een vrije gedachtenis. Deze wordt alleen als een gewone gedachtenis gevierd als de gelovigen aan deze heilige gehecht zijn of een bepaalde verering hebben. Op de weekdagen van 17 t/m 24 december, tijdens het kerstoctaaf en gedurende de veertigdagentijd wordt echter altijd het misformulier van de betreffende weekdag genomen en kan alleen het (openings)gebed van de heilige gezegd worden. * = betekent dat de viering van de heilige –vanwege het samenvallen met een andere feestdag– alleen plaatsvindt, wanneer de heilige ter plaatse de rang van hoogfeest heeft (bijv. als het de patroonheilige betreft); in veel gevallen is de viering verplaatst naar de dag waarop deze viering kan plaatsvinden
Mil. Ord. = militair ordinariaat
Opus Dei = Prelatuur van het heilig Kruis en Opus Dei Cl. = Clarissen Cl.Cap. = Clarissen-Capucinessen Cl.Col. = Clarissen-Coletinen C.I.C.M. = Missionarissen van Scheut C.M. = Lazaristen C.P. = Passionisten C.R.L. = Kanunniken van Lateranen C.R.W. = Reguliere Kanunnikessen van de Congregatie van Windesheim C.SS.R. = Redemptoristen D.d.L. = Gezelschap van de Dochters der Liefde F.S. = Dochters der Wijsheid M.S.C. = Missionarissen van het H.Hart O.Carm. = Geschoeide Carmelieten O.C.D. = Ongeschoeide Carmelieten O.Cist. = Cisterciënsers O.C.S.O. = Trappisten O.F.M. = Franciscanen O.F.M.Cap. = Capucijnen O.F.M.Conv. = Minderbroeders Conventuelen O.M.I. = Oblaten van Maria O.P. = Dominicanen O.Praem. = Norbertijnen (Ca. = Norbertinessen te Oosterhout) O.S.A. = Augustijnen O.S.B. = Benedictijnen (S.P.O.: St. Paulusabdij, Oosterhout; Egm.: St. Adelbertabdij, Egmond Binnen; S.W.S.: St. Willibrordabdij Slangenburg, Doetinchem; M.O.: O.L.Vrouwe-abdij, Oosterhout; S.B.V.: St. Benedictusabdij, Vaals) O.S.Cr. = Kruisheren O.S.F.S. = Oblaten van Franciscus van Sales O.S.U. = Ursulinnen S.C.J. = Priesters van het H.Hart S.D.B. = Salesianen S.J. = Jezuïeten S.M. = Maristen S.M.M. = Montfortanen Ss.Cc. = Paters van de heilige Harten S.S.S. = Paters van het Allerh. Sacrament Tert. = Derde orde van Sint Franciscus
|
  |
|
|
 |
|