Circulaires
Uit de Circulaires 591239/96/DJI en 5062807/00/DJI d.d. 14 januari 1997 respectievelijk 15 november 2000 en de "Informatiebrochure omtrent de rechtspositie van de 'freelance'
geestelijk verzorger" d.d. juni 2002.
I Voorwaarden
- De regeling is van toepassing op de gesloten en halfopen penitentiaire inrichtingen, de justitiële inrichtingen voor de verpleging van terbeschikkinggestelden en de rijksinrichtingen voor
justitiële kinderbescherming.
- De directeur van de inrichting is bevoegd om op verzoek van een islamitische, hindoeïstische dan wel boeddhistische gedetineerde, verpleegde of jeugdige, een imam respectievelijk een pandit
of een boeddhistische geestelijke verzorger in te schakelen op "freelance" basis.
- De directeur pleegt over een hem gedaan verzoek overleg met een aan de inrichting verbonden geestelijke verzorger. Hij kan daarbij vragen hem te adviseren over zowel het verzoek zelf, als over
een geestelijke van wie een bezoek wordt gevraagd.
Hij kan hen voorts vragen een bemiddelende rol te vervullen bij het aantrekken van een imam, pandit dan wel een boeddhistische geestelijke verzorger
De directeur dient zo veel mogelijk de imam, pandit of boeddhistische geestelijke verzorger uit de eigen inrichtingsregio te betrekken. - Alvorens een imam, pandit of boeddhistische geestelijke verzorger feitelijke werkzaam is in een justitiële inrichting, dient de directeur:
- na te gaan of deze in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst;
- een antecedentenonderzoek te laten verrichten. De betrokkene dient hierover tevoren te worden geïnformeerd.
- Voor elke inrichting moet met de imam, pandit of boeddhistische geestelijke verzorger vooraf, rekening houdend met het tijdstip waarop andere activiteiten plaatsvinden, een afzonderlijke afspraak
worden gemaakt.
- Zij dienen zich bij elk bezoek te kunnen legitimeren.
- De zorg die door de imam, de pandit, of de boeddhistische geestelijke verzorger wordt verleend kan bestaan uit individuele bijstand en, indien meerdere gedetineerden daarom verzoeken, uit het
houden van gespreksgroepen of godsdienstoefeningen.
- De vergoeding voor de werkzaamheden per effectief gewerkt uur is afhankelijk van de door de "freelance" geestelijk verzorger behaalde opleiding. Gemaakte reiskosten worden vergoed op basis van de
kosten openbaar vervoer 1e klasse.
- Imams, pandits en boeddhistische geestelijke verzorgers zijn, net als aan de inrichting verbonden geestelijken verplicht tot geheimhouding van al datgene wat hun bij de uitoefening van hun taak
vertrouwelijk is medegedeeld.
- Zij moeten hun werkzaamheden zelfstandig kunnen verrichten; dit betekent dat zij:
- buiten toezicht van anderen contact met hun cliënten moeten kunnen hebben;
- over de inhoudelijke aspecten van hun werk geen verantwoording aan de directeur verschuldigd zijn.
- Voor de rijkssector dienen de kosten van deze regeling te worden gedeclareerd bij de Dienst Uitvoering Beheer en Advisering van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Met de particuliere
TBS-inrichtingen zal hierover in nader overleg een afzonderlijke procedure worden vastgesteld.
- Binnen de inrichting dient, met het oog op de verzameling van gegevens over de toepassing van de regeling, een registratie plaats te vinden van het aantal gevallen waarin imams, pandits,
respectievelijk boeddhistische geestelijke verzorgers worden ingeschakeld.
- De directeur dient de voorwaarden waaronder deze regeling wordt toegepast bekend te maken aan de imams, pandits en boeddhistische geestelijke verzorgers die in de inrichting werkzaam zijn.
II Toelichting
Werkingssfeer
Net zoals oorspronkelijk het geval was, geldt de regeling niet voor penitentiaire inrichtingen met een open karakter. Gedetineerden hebben daar de mogelijkheid om tijdens verlof buiten de inrichting
geestelijke zorg te krijgen. Door het ontbreken van vaste geestelijke verzorgers in die inrichting ontbreekt een aanspreekpunt voor de toepassing van de regeling. Om die reden geldt de regeling ook
niet in de particuliere justitiële jeugdinrichtingen.
Uitvoering / samenwerking met vaste geestelijke verzorgers
Hoewel ook via andere functionarissen verzoeken om bijstand van en imam, pandit of boeddhistische geestelijke zullen worden gedaan, is gebleken dat de vaste geestelijke verzorgers bij de toepassing
van deze regeling een centrale rol vervullen. Zij bemiddelen bij het aantrekken van kandidaten en kunnen over hen adviseren.
Een verandering die nu is aangebracht, is dat de beheersing van de Nederlandse taal als voorwaarde is opgenomen.
Voorts kunnen zij er op toezien dat de inschakeling van imams, pandits en boeddhistische geestelijke verzorgers geschiedt in evenredigheid met de zorg die door de inrichtingsgeestelijken wordt
geboden.
Beheersing van de Nederlandse taal.
Deze voorwaarde is in de regeling opgenomen, omdat uit informatie uit de inrichtingen is gebleken dat het veelal als een probleem wordt ervaren wanneer een imam, pandit of boeddhistische geestelijke
verzorger niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst. Het vormt een belemmering om bijvoorbeeld met de vaste geestelijke verzorgers informatie uit te wisselen over degenen die met hen
contact onderhouden. Een redelijke kennis van de Nederlandse taal zal ook in het algemeen het proces van bekend en vertrouwd raken met de werkomgeving bevorderen.
Regionale werving.
Werving binnen de eigen regio heeft de voorkeur, omdat zo de betrokken imam, pandit of boeddhistische geestelijke verzorger ook ander contacten in de omgeving zal kunnen hebben. Een praktisch
voordeel is dat de reiskosten op deze wijze minder zwaar zullen drukken.