Terug

In september 2002 verscheen het artikel

Koster

Zijn mogelijkheden zijn beperkt, maar hij is bijna altijd vrolijk en kan heel aanstekelijk lachen. En trouw is hij ook. Als ik hem zondagochtends zo kwart voor tien van zijn afdeling kom halen, zit hij altijd te wachten in z'n goeie pak en omhuld door rookwolken van een geurig sigaartje. Zonder omhaal van woorden laat hij me merken dat ik welkom ben en hij er klaar voor is. Samen onderweg deelt hij heel onbevangen z'n meest recente ervaringen met mij. Over het al of niet goed geslapen hebben bijvoorbeeld, over wat hij gedroomd heeft of over de vastzittende verkoudheid die hem nu al meer dan twee weken plaagt....
Maar nooit zal hij vergeten me te vragen hoe het thuis gaat en of ik een goede reis heb gehad. Met liefde en toewijding doet hij vervolgens wat 'des kosters' is: koffie zetten, de tafels voorzien van wat nodig is, kaarsen aansteken, de liturgieboekjes uitdelen en zorgen dat de collectezak voorhanden is. En voor het opruimen na afloop draait hij zijn hand niet om, zelfs niet als hij daardoor te laat voor het eten komt en moppers oploopt.
Geen wonder dat eigenlijk iedereen op hem gesteld is.
In de dienst ontgaat hem van alles en nog wat. Vaak is hij door zijn medicatie wat afwezig en bovendien kan hij niet zo goed lezen. Maar altijd doet hij aandoenlijk z'n best er echt bij te zijn en soms pakt hij zomaar met een enkel woord de kern. "Echt geloof maakt vrij", zegt hij instemmend als we herkenning gezocht hebben bij de blinde Bartimeüs. En hij legt haarscherp en heel praktisch uit hoe dat in zijn eigen leven werkt. Geloven en dan ook zelf doen wat je kunt, om dat wat je gelooft alle kans te geven waar te worden.
Maar bij de Avondmaalsviering, die in de TBS-kliniek waar ik werk een vast onderdeel van elke dienst vormt, is hij in mijn beleving op zijn allerbest. Ik deel het brood uit aan de langs lopende avondmaalsgangers en dat dopen ze in de beker wijn die hij eerbiedig vasthoudt. Als iedereen is geweest, lopen we samen naar de organist om ook hem te laten proeven aan het 'tastbare Evangelie'. Daarna trekken we ons terug achter de liturgische tafel.
Ik reik hem het brood en zeg daarbij wat ik tegen iedereen gezegd heb, een enkel woord, dat Schrift en Tafel op een eenvoudige manier met elkaar verbindt. Hij doopt het voorzichtig in de wijn en steekt het in z'n mond. Met de ogen dicht concentreert hij zich op het 'in en door de Here Jezus een kind van God mogen zijn', want dat is waar hij heilig in gelooft. Vaak duurt dat even en altijd leidt het tot een zekere onbalans in zijn houding. Maar tegen de tijd dat ik vrees dat hij om zal vallen, slaat hij z'n ogen op en reikt mij het brood. Daarbij kijkt hij me verlegen lachend aan en doet aarzelend zijn best hetzelfde te zeggen wat ik ook gezegd heb. Soms lukt dat en vaak niet zo goed, omdat hij het inmiddels weer kwijt is. Maar altijd is zijn intentie zo bijzonder en zo ontwapenend, dat hij mij daarmee helpt weer intens te ervaren dat wij mensen bij elkaar horen, niet zonder elkaar kunnen en inderdaad samen kinderen van God mogen zijn.

Ds. Jan Wouda is als justitiepredikant werkzaam in de TBS-kliniek Veldzicht te Balkbrug