In Nederland zitten 420 vrouwen in detentie. Dit aantal is inclusief de open en halfopen inrichtingen. In percentages uitgedrukt betekent het dat ongeveer 4% van het totaal aantal gedetineerden vrouw is.
Aan de hand van deze cijfers wordt duidelijk dat criminaliteit toch vooral een probleem van mannen is.
Een mogelijke verklaring is volgens onderzoekster Phyllis Chessler dat jongens
en meisjes nog steeds anders opgevoed worden: jongens nog steeds in meer naar
buiten gericht gedrag (meer maatschappij gericht), meisjes nog steeds in meer
naar anderen leren kijken (meer familie/gezinsgericht). Zij zegt vervolgens
dat wanneer er zich frustraties voordoen in het leven -en dat gebeurt- mannen
de neiging hebben om die frustraties te uiten in naar buiten gericht agressief
gedrag en vrouwen in meer naar binnen gericht zelfdestructief gedrag. Vrouwen
doen vervolgens meer zelfmoordpogingen en gaan meer aan de tranquillizers en
andere pillen. Dit alles heeft tot gevolg dat mannen meer in de bajes terecht
komen en vrouwen meer in de psychiatrie.
'De Moeder zonder armen' van kunstenaar Alphons van Leeuwen in de vrouwengevangenis Nieuwersluis Voor toelichting Klik hier |
![]() |
In 1991 is in opdracht van het Ministerie van Justitie het rapport "Vrouwen
in Detentie" verschenen.
Ook daarin kwamen een aantal opmerkelijke feiten naar voren:
- Vrouwen breken niet uit.
- Zij vinden over het algemeen dat zij terecht zitten.
- Vrouwen plegen wel dezelfde delicten als mannen, maar de motivatie voor
het plegen van een delict is over het algemeen totaal anders. Als vrouwen
b.v. overgaan tot moord dan is dat bijna altijd een moord in de relationele sfeer.
Het komt hoogstzelden voor, dat een vrouw een snackbar binnenloopt, de
persoon achter de toonbank neerschiet en er met de geldlade vandoor gaat.
Net als bij de mannen zijn de meeste vrouwen in detentie (zo'n 40%) drugsverslaafd.
Om in hun verslaving te voorzien hebben zij voortdurend geld nodig, waardoor zij tot
delicten (meestal diefstal, tippelen, soms diefstal met geweld) zijn gekomen.
Tussen de 30 en 40% van de gedetineerde vrouwen zit voor drugsgerelateerde misdaden
(handel; koerierster etc.). Opvallend daarbij is, dat het hoogst zelfden voorkomt,
dat een vrouw binnen deze groep een 'hoge' positie had binnen b.v. een drugskartel.
Mogelijk heeft het daarmee te maken, dat vrouwen binnen de muren over het algemeen
niet beschikken over veel geld.
De overige 20% zit voor oplichting, fraude, geweldsdelicten (waaronder doden van
partner of kind) of zedendelicten.Het gaat dan wel steeds -in vergelijking tot het
aantal mannen- om een handjevol vrouwen.
Over het algemeen recidiveren alleen de drugsverslaafde vrouwen
Voorts blijkt 62% first offender te zijn tegen 34% van de mannen.
Het aantal vrouwen in detentie is op een bevolking van 15 miljoen mensen, waarvan
vrouwen meer dan de helft uitmaken, eigenlijk een verwaarloosbaar aantal.
Misschien heeft dat te maken met het feit dat zij hebben leren kijken naar anderen,
misschien wel met het bijna letterlijk doorgeven van het leven en het bezig zijn met
dat leven. Misschien komt daaruit de drang voort om voorzichtig om te gaan met dat
leven, om het niet zomaar te beschadigen of er slordig mee om te springen dan wel om
leven van anderen te 'nemen'.
Uit: "Vrouwen in detentie", art. van Mw. B.P.N.M.van Dam in Zandschrift jg.2 nr1, maart 1997