Naar Bedekteweg
Naar begin
Schuilplaats Z1. Lange Bedekteweg
Onderschrift
Plattegrond (situatie 1902): 1. Schuilplaats. 2. Munitiemagazijn
Schuilplaats van cementbeton uit 1902, gelegen in de Lange Bedekteweg bij het speeltuintje aan de Burgemeester Van Wettumweg, tegenover de rechter face van bastion Turfpoort. Het gebouw ligt in de borstwering van de Bedekteweg, met de ongedekte voorkant naar de vesting gekeerd. Het is 12,85 meter lang en 3,60 meter diep. De muren zijn 60 cm dik. Het gebouw is identiek met de schuilplaats S2 uit 1904. De bovenkant bestaat uit een betondekking van 39 cm dik die ligt op een laag van 3 meter lange ijzeren staven (spoorrails). De afdekkende zandlaag was slechts 18 cm dik en diende vooral als bescherming tegen de invloed van het weer.
Het gebouw heeft twee lokalen gescheiden door een tussenmuur van 40 cm dik beton. Elk lokaal heeft een eigen ingang. De grootste ruimte is de eigenlijke schuilplaats. Deze is 9,73 meter lang, 2,40 meter diep, 1,85 meter hoog en heeft twee ramen. Rechts daarvan ligt het munitiemagazijn. Dit is 1,50 meter breed en 2,40 meter diep. In de muur tussen de lokalen is een lampnis die oorspronkelijk was voorzien van een kozijn met 1 cm dik spiegelglas. Alle deuren en ramen hebben blinden van 12 mm dik plaatijzer. De ventilatieopeningen hebben draairozetten. Tegen de dekking van spoorrails waren houten plafonds gemaakt. Dit diende vooral om het moreel van de troep tijdens een bombardement te handhaven. Zo werd voorkomen dat eventuele scheuren zichtbaar werden en dat uit de dekking loskomende betonstukjes op de schuilende manschappen zouden vallen.
De inrichting van de schuilplaats was zeer eenvoudig en bestond uit een rij bergplanken tegen de achterwand en 15 losse houten zitbanken. In de schuilplaats was bestemd voor een halve sectie infanterie en de bediening en munitie voor 2 kanonnen van 10 cm. In de Eerste Wereldoorlog waren hier de bedieningsmanschappen ondergebracht van een naast het gebouw ingerichte artilleriebatterij. Zo werd voorkomen dat eventuele scheuren zichtbaar werden en dat uit de dekking loskomende betonstukjes op de schuilende manschappen zouden vallen.