Ewkema voor de afbraak.
Beschrijving / geschiedenis
Jan Sijmons (Berghuis), gedoopt op 13 augustus 1724, overleden Uithuizen ca 24 februari 1802.
Hij was landbouwer op de boerderij “Ewkema” te Bovenhuizen en huwde op 15 november 1753 te Uithuizen met Engeltje Aybels
Jan Sijmons (Koos de naam Berghuis) was de oudste broer van Reintje Sijmons (Koos de naam Nienoord.)
Ewkema
Bovenhuizen 4
9981 HB Uithuizen.
De boerderij dankt zijn naam aan het geslacht Ewkema, waarvan weinig bekend is. Er lag een overrecht op de heerd, staande en gelegen in het Westerende van Oprijp, ten oosten van Elamaheerd, nr. 165. In 1482 is Focke Ewkema medestichter van de Sint Catharina-prebende te Uithuizen, zie nr. 174. Hij kan op Ewkema hebben gewoond. Tijdens de 80-jarige oorlog ging de heerd van Balthazar Ewkema met nog zeven andere boerderijen te Uithuizen in vlammen op. Wellicht was Balthazar eigenaar-bewoner van de boerderij. Tegen het einde van de zeventiende eeuw koopt jonker Mello Alberda van Menkema de eigendom van het land van Ewkema en als meier staat in 1685 Jacob Wolthers te boek, opgevolgd door Willem Wyrts en daarna Hindrik Pieters, die trouwt met Engeltje Aybels. Hindrik Pieters overlijdt vóór 1739 en de weduwe Engeltje hertrouwt daarna nog tweemaal, te weten: eerst in 1748 met weduwnaar Uge Raangs († 1752) en daarna in 1753 met Jan Simens (1724-1797) uit Kantens, wiens nakomelingen zich in 1811 Berghuis noemen. Intussen overlijdt Engeltje Aybels in. 1793 ("Engeltje meu van Boovenhuizen"). Tussen 1748 en 1753 sterven zeven van haar kinderen. Uit het huwelijk van Jan Simens met Engeltje Aybels wordt in 1755 dochter Stijntje geboren, die in 1777 trouwt met Jan Jans de Vries uit Grijpskerk, landbouwer op Tettema, nr. 185. Zij kopen Ewkema tussen 1800 en 1810, wellicht ten behoeve van hun zoon Simen Jans de Vries (1781-1819), die trouwt met Grietje Aljes Venhuis. Dit echtpaar verkrijgt de boerderij aan Bovenhuizen en besluit tegen 1813 tot nieuwbouw van voor- en tussenhuis. Simen Jans de Vries, een der eerste gemeenteraadsleden van Uithuizen, sterft in 1819. Hierna hertrouwt weduwe Grietje in 1826 met Marten Sieuwkes Sietsema. Zij laten de oude schuur in oost-westrichting afbreken en hiervoor in de plaats komt een aanzienlijk grotere schuur in zuid-noordrichting, zodat een nogal ongewoon boerderijtype ontstaat. M.S. Sietsema wordt in 1865 genoodzaakt tot verkoop van het bedrijf. Koper is de uit Den Andel afkomstige Leue (Luije) Luitjes Bouwman (1830-1911), in 1860 getrouwd met Pieterina Berends Westerhuis (1833-1902), geboren op Hoyckingeheert, nr. 85. Zij kopen in 1893 boerderij Elswerd, nr. 129, te Rottum erbij, doch blijven te Bovenhuizen wonen en stellen een bedrijfsleider aan op Elswerd. Na de dood van het kinderloze echtpaar Bouwman-Westerhuis verkopen de erven boerderij Ewkema, samen met de polderboerderij, nr. 187, in 1912 aan Johannes Penterman (1861-1952) te Eenrum zonder beroep, eerst gehuwd met Pieterke Koiter en daarna met Dina Doekes Nienhuis (1867-1950), zie ook nr. 187. Hij zal niet op Ewkema gaan wonen. Vanaf 1928 wordt de boerderij verpacht aan Johannes Bokje (1872-1934) en zijn vrouw Hilje Wierema (1876-1961). Uit het huwelijk van Johannes Penterman en Dina Nienhuis worden twee dochters geboren, namelijk Ekka Jacobina (1899-1960) en Anna Titia (1900-1978). Zij erven alle bezittingen van de overleden ouders en verkopen Ewkema in 1961 aan hun pachter, de familie Bokje. De polderboerderij met ruim 50 ha wordt in 1928 afgesplitst en gaat zelfstandig verder, zie nr. 187. Naast de exploitatie van Ewkema met zijn 10 ha gelukt het Johannes Bokje om in 1931 pachter te worden van ca. 28 ha land dat oorspronkelijk bij Cleveringaheerd, nr. 102, behoorde. Bij de verkoop van deze boerderij door F. Everts komt dit namelijk in bezit van de dochter A.H. Wynoldi Daniëls-Everts en de zoon H.E. Everts. Deze verpachten dit afgesplitste gedeelte oorspronkelijk aan Johannes Bokje en daarna aan de vijf zoons Bokje, die vervolgens eigenaar worden. De gebouwen van Ewkema zijn inmiddels op de Monumentenlijst geplaatst. Overeenstemming over een herstelplan komt echter niet tot stand, en als de famitie Bokje een huis in het dorp betrekt, treedt snel verval op. In 2000 geeft de gemeente een sloopvergunning af en dan wordt het woonhuis afgebroken. In 1985 wordt Johannes Hilko Bokje (*4-9-1956) de zoon van een van de gebroeders, opvolger op het bedrijf, waarvan hij in 1990 eigenaar wordt.
2000 Afbraak woonhuis.
2001 Nieuwbouw woonhuis.
Bron Boerderijenboek "Op het Hoge land"