|
Dirk van Ma(a)nen,
zn. van Jacobus van Maanen
(schipper) en Hendrika Hense,
geb. Bunnik 31-01-1796, 'Smorgens om half Seven úúr'
ged. Bunnik 07-02-1796
schoenmaker,
ovl. Jutphaas 20-01-1865.
tr. Utrecht 25-10-1820
Elisabeth Caro
ged. Utrecht 07-02-1798
ovl. Jutphaas 02-07-1855
kwartierstaatnummers 64 en 65; stamboomnr Vd
 Als
ik mijn naam ergens moet opgeven zeg ik er maar direct bij met twee a's
anders wordt het prompt gevraagd.
Met deze vraag of zijn achternaam met één of twee a’s moet worden geschreven heeft Dirk van Ma(a)nen kennelijk enige jaren geworsteld. Aanvankelijk werden zijn eerste vijf kinderen als Van Manen ingeschreven en ondertekende hij de geboorteakte met één a. De volgende zeven kregen er een a bij en Dirk paste dan ook zijn handtekening
aan. De schrijfkunst meester was Dirk een veel gevraagd getuige bij aangiften van geboorte en overlijden. Onder veel van deze akten in die tijd is zijn handtekening te vinden, maar ook de notaris van Jutphaas, Meester Cornelis Govert de Balbiaan van Doorn, maakte van de diensten van Dirk als getuige gebruik. Waarschijnlijk leverde dit hem een borreltje en/of tekengeld op.
Dirk
groeide op in Bunnik, maar als twintigjarige jongeling vertrok hij op 23 juni 1816
naar Jutphaas. Toen hij vier jaar later trouwde met Elisabeth Caro was zijn beroep schoenmaker. Een tijdgenoot beschreef het vak van schoenmaker als volgt:
‘Om nu schoenen, laarzen, pantoffels of muilen te maken, neemt men eerst nauwkeurig de lengte en dikte des voets, of, bij laarzen mede die van het been; snijdt daarnaar het overleder en de zolen; naait het overleder over eene juist passende leest, naait er de binnenzolen aan vast; maakt daarna de buitenzolen en de hielen er onder; besnijdt en wrijft alles glad en effen, en daarmede is het voorwerp gereed.’
Zijn vrouw Elisabeth was de dochter van Nicolaas Caro en Elisabeth Lutsenburg, vader en moeder van het dolhuis op de hoek van de Lange Nieuwstraat en het Nicolaaskerkhof in Utrecht. Het is best mogelijk dat Elisabeth en Dirk elkaar hebben ontmoet tijdens de Paaskermis op het Nicolaaskerkhof. Het zeer populaire Paasdol – het tijdens de kermis tegen betaling bekijken van de ‘dollen’ in het dolhuis - was toen al enige jaren afgeschaft.
Het gezin van Dirk en Elisabeth woonde aan het Nedereind 50 in Jutphaas. Deze straat bestaat nog steeds; huisjes uit die periode zijn echter niet meer te vinden. Elisabeth baarde maar liefst
twaalf kinderen, waarvan er zes, waaronder een tweeling, op jonge leeftijd overleden.
Elisabeth stierf al op 57-jarige leeftijd, Dirk werd bijna 69 jaar oud.
* Eerder gepubliceerd in
Tijdwijzer (familieblad Pieter van der Kam) afl. 17, juni 2004.
* Bronnen:
Het Utrechts Archief;
Dollen rond de Dom, Utrecht, april 1984.
|