Margareta van Manen
Maanstof

Startpagina

Inhoudsopgave

Familieleden e.a.

 

Margareta van Ma(a)nen
overl. Utrecht 29-6-1749
stamboom nr I.2

De erfenis van Margareta van Ma(a)nen, onder deze kop verscheen in Bunniks Nieuws van 22 december 1994 een artikel geschreven door Henk Reinders die putte uit de inventarisstaat en boedelceduul opgemaakt 19.01.1750 door Patricius Hendrik Lindsay notaris s'hoofs van Utrecht binnen Utrecht. Uit het artikel het volgende gedeelte:

Zij bezat voor 2100 gulden obligaties op de provincie Utrecht 1690, maar het vertrouwen in onze overheid was blijkbaar niet zo groot, want ze noteerden 76,5%. Verder had ze nog voor 3000 gulden obligaties van privé-personen, twee zilveren kettingen, twee zilveren vingerhoedjes, een gouden gesp, een parelsnoer 'vier dik', een bijbel met zilveren sloten, een groen fluwelen bijbel met gouden sloten, goud en zilver bestek, 'prullen', twee gouden oorringetjes, een engels 'sout flessie', twee 'confituur forkies', kleren (die verloot werden onder de familie). Verder had ze nog geld tegoed van de procureur Pronckert, van dominee Siblink en van wat particulieren die ze blijkbaar kleine bedragen op rente tegen schuldbekentenis leende. Soms was er zelfs een onderpand: 'Marietje van den Bergh geleent op swart kleet 14 gulden'. Verder had Jan Barten 1 gulden en 9 stuivers geleend op onderpand van 'eenige prullen'. De vorderingen beslaan enige pagina's. Natuurlijk moest er nog wat betaald worden: 4 stuivers voor preekbeurten, 3 stuivers voor de klepper, 6 gulden belasting en een glas 'optorlo­gie' (blijkbaar had ze een nieuw glaasje op een klok laten zetten), huur van het huis en trekgeld om de obligaties te verkopen.

Uit de schulden die nog betaald moesten worden, weten we dat Margareta ziek moet zijn geweest. Er stond tenminste nog een rekening op voor 'Vrouwe Philips' die van 22 april tot 5 juli 1749 voor haar had gezorgd, plus een rekening van de apothecar Stilting. Het had niet mogen helpen en ze was in stijl begraven, compleet met de doodgraver Boverhoff, een kist van maar liefst 20 gulden die men had laten 'sinken' (de begrafenis in de kerk). Grafhuur stond er niet bij, zodat ze blijkbaar een eigen grafkelder had. Verder waren er rekeningen van 16 gulden voor de drager en ook rekeningen van 16 gulden voor de drager en ook rekeningen voor de cellebroers, de knecht (koster) in de kerk, de kok, mantels, laken, een bidder en voor 24 gulden handschoenen.

De familie had van de begrafenis een groot feest gemaakt. Er zat tenminste een rekening bij voor 3½ gulden bier, bijna 18 gulden bij de wijnkoper plus rekeningen van de bakker, de vleeshouwer en een rekening voor 'mostart'. Ze mochten dan ook niet klagen. Na aftrek van de schulden, successierecht en de begrafeniskosten konden ze met z'n vijven maar liefst 6436 gulden en 10 stuivers verdelen. Per persoon kwam dit omgerekend in ons geld neer op een erfenis van anderhalve ton.

 Hoe kwam zij aan deze bezittingen? Zo bijvoorbeeld in één zin:

Aktenr. 83; Datum akte 16-05-1741
Inventaris nr.: U 138 a 10 H. van der Mark
Utrechts Archief

Op huijden den XVIen Maij 1741 compareerden voor mij ondergeschreven notaris 's Hoofs van Utrecht en voor de nagenoemde getuijgen den Heere Abraham Daniel Testas als in huwelijk hebbende Vrouwe Anna Claudia de la Porte van Morselede en deselve Vrouwe Anna Claudia de la Porte van Morselede eenig en universeele geinstitueerde erffgenaame van den Hooge Welgebooren Heere Jacob Otto de la Porte van Morselede in leven Heere van Beauregardt ende dewelke verklaarde te constitueeren en magtigh te maaken de Heer Cornelis Fredrik Proncjert Notaris 's Hoofs en procureur voor den Edelen Achtbaren geregte deser Stadt specialijk omme uijt de naam en van wegens de comparanten publick off onder de hand te verkoopen en te gelde te maaken van de huijsinge erve grondt en Hoff staand ende gelegen binnen dese Stadt aan de Oostsijde van de Nieuwe gracht bij de Magdalene Brugge en de Stallinge en Koetshuijs aan de Suijdsijde van de Magdalene Steegh gelegen, bij den voornoemde Heere Jacob Otto de la Porte van Morselede nagelaten en dat voor sodanige somme en conditien mitsgaders aan alsulke persoon off persoonen als den geconstitueerde raadsaam oordeelen sal en ten dieneijnde coopconditien opteregten en onderteekenen de kooppenningen te ontfangen en behoorlijk Transport en Opdragt na Stijle gebruijkelijk te doen en omme van de voorsegde Huijsinge erve en Stallinge en Koetshuijs te renuncieren en van alle actieregt en eijgendom de comparanten in qualiteit voorsegde daar aan gecompeteert hebbende omme aan Margareta van Manen te Transporteren een seekere deser Stadsplegte van vijftienhondert guldens Capitaal van dato den 17e februari 1663 gevestigt op een huijs binnen deser Stadt aan de Noordsijde van het Oude Kerkhoff jegenswoordigh competeerdende Johannis Monix waartoe meergemelde Heere de la Porte van Morselede het regt bij Transport bekomen heeft en omme daer van behoorlijk Transport te doen en daar van mede gelijk voorsijt is te renuncieren en te belooven dat sij Comparanten alle 't geene voorsegd is sullen vrijen en waaren als regt is ten reguarde van de voorsegde huijss ende stallinge en koetshuijs op de last van 's Heeren ongelden en omme omtrent de voorsegde verkoopinge en doen der respective Transporten alles verder en meerder te doen dat sal werden gerequreerdt en de comparanten selfs konden kunnen mogen en moeten doen onder belofte van ratificatie en met verbandt en Submissie als na regten en specialijk de judicature van den Edel Achtbaren Geregte deser Stadt en versogt de comparanten hiervan acte den elke dese is aldus gedaan verleeden en gepasseert binnen Utrecht voorsijt ter presentie van Mattheus Kints en Daniel Stalman, getuijgen hiertoe verzocht.

A.C. Testas
A.C. Testas geboren De la porte Morselede
M. Kints
Daniel Stalman
H. van der Mark notaris

De spulletjes van Margareta werden na haar overlijden tijdens een openbare verkoping te gelde gemaakt:

Conditien en voorwaarden waar na de Heer Mr. Jacob Smith advocaat voor den Edelen Hove van Utregt in qualiteit als gevolmachtigde van Jan Barten van Grootvelt, in huwelijk hebbende Jannetie Gerrits van Spijkhoven, woonachtigh tot Eemnes vermogens procuratie van den vierden October 1749 voor den Notaris Jan Kol en zeekere Getuijgen binnen Utregt gepasseert en Huijbert Voskuijl Mr. Timmerman als gevolmagtigde van Jan Hendrikse van Doesburgh in huwelijk hebbende Gijsbertie van Manen, woonende tot Eede in Gelderland, vermoogens procuratie van dato den 2e Julij 1749 voor scholtus en Gerechtsluijden tot Ede gepasseert ende noch als gevolmachtigde van Pieter van Manen Henderijntie van Maanen, en van Hendrik Franse als bij den Edelen Hoove van Utregt aangestelde voogd over Johannes van Manen, vermogens Procuratie van dato den 29e september 1749 voor Schout en Gerechte van Zeijst gepasseert, tesamen Erfgenaemen abintestato van Margareta van Manen, hier binnen Utrecht overleeden van voornemens zijn aan de meest biedende publiquelijk te verkoopen de nabeschreeve obligatien en een plecht.

Eerstelijk zal men deese nabeschreven Obligatien en plecht verkoopen voor Guldens van xx??? Het Stuk boven een  percente van het volle Capitael voor de respective Extracten deeser koopconditien de welke ten opzichte van de Obligatien zullen dienen voor transporten van welke Obligatien de kooppenningen zullen moeten betaelt worden binnen acht daagen nadato deeses koops aan handen van ……….met bijlegginge van de daar op te goede zijnde renten alsmeede van de te goede renten der plechte.

De kooper van de plecht zal boven een percento als ten opsichte van de Obligatien vermeld staat, gehouden weesen alleen te lasten ende te dragen, den XLe penning met een en een half percente verhooging leges en zegels van den Transport, zegels, leges en andere daer aan dependeerende onkosten midsgaders aan den Eijgenaar der huijzinge deese koop aan te presenteeren.

De kopers zullen gehouden weesen aanstonds bij den Slagh te stellen tweesuffisante Borgen tot genoegen van de Verkoopers, dewelke met en neevens de Kopers onder renuntiatie van de Exceptien Ordinis Excussiones et devisiones (de kracht van dien hun voor onderricht houden de) te comparereeren voor den ondergeschreeven notaris en Getuijgen, verklaaren zullen te verbinden hunne persoonen en goederen voor de voldoeninge deeser koopvoorwaerden met submissie aan den Edelen Hove en Gerechte van Utrecht en alle andere Heeren, Hoven, Rechteren en Gerechten midsgaders, onweederroepelijk constitueeren en magtigh maken Jacob van den Doorslagh procureur voor den Edele Hove en Cornelis Frederik Pronkert procureur voor den Edelen Achtbare Gerechte der Stadt Utrecht, midsgaders de verdere Procureurs aldaer in der tijd postuleerende tesamen en elk int bijzonder, omme deesen ten allen tijde (desnoods) nader en gerechtelijk te reitereeren, renoveeren en bekennen, midsgaders hun in den Inhoude van aen te doen en laten condemneeren met belofte van ratificatie.

En bij aldien de Koopers zoodanige Borgen niet konden off wilden stellen zal men het gekochte andermaal doen ophangen en verkoopen, tot lasten en pericule van zoodanigh een koper indien het minder en ten voordeele van de verkoopers, indien het meerder mocht komen te gelden.

Indien twee off meer tegelijk mijnden zal men de slagh mogen gunnen dien het verkoopers gelieven zal off anders het geveijlde andermaal doen ophangen zonder teegenzeggen.

Soo den Erffhuijsmeester int op afslaan zigh mocht koomen te vergissen zal hij zigh moogen herhalen onbekroondt van ymand.

Den Ersten November 1749:
Op alle welke Generale Conditien, men dan eerstelijk verkoopen zal een losrentobligatie van tweeduijzent eenhondert ponden tot XL grooten Vlaamsch het Pond, ten lasten van de provincie van Utrecht, ten naame van Vrouwe Anna van Schoonenbergh wede van Heer Johan Vivien, van dato den 1e maart 1690 entenzelven daagen geaggreert, in peede fol. 565. E.F.G.H.I.K.L.M.N.O.P.Q.E. rentende als nu 2¾ percento.


Trekgeld 1a/5:5- 

 >     
Ingezet bij de makelaar Jan van der Schroeff op 76½ percento.
Den Slagh, behouden bij den selven, dus koper op ses en zeventigh en een halff percento voor die hij binnen drie dagen zal nomineeren en heeft op den 4e November 1749 tot koper genomineert, den Heer Jan Carel Barchman Wuijtiers die de koop ook heeft aangenomen.
 

Een Obligatie van tweeduijzent ponden tot XL grooten Vlaams het Pond ten lasten van de provincie van Utrecht ten naame van Machdalena van der Heijden van dato den 7e Januarij 1708 en geaggreert den 14e November 1708 in Pede Eene deel fol: 958 rentende nu 2¾ percento.


Trekgeld 1a/5:5-

>      
Ingeset bij den Notaris Willem van Vlooten op 75¼ percento.
Den Slagh bij Notaris Wernard van Vlooten met ¼ percento
dus koper op vijfenzeventigh en een half percento voor die hij binnen drie daagen zal nomineeren en heeft genomineert op den 5e November 17849 tot kopers, De Directeurs van de darde (?), weduwe Societeyt binnen Utrecht, ten behoeven van de zelve Societijdt.


Een losrent Obligatie van tweeduijzent ponden tot XL grooten Vlaams het Pond, ten lasten als vooren, ten naame van Margareta van Barnevelt van dato den 10 april 1724 en geaggreert den 6e Junij 1724 in pede 1169 rentende nu 2¾ percento.

Trekgeld 1a/5:5-
>       Ingezet bij de makelaar Jan van der Schroeff met 77¼ percento.
Den Slagh bij den Advocaat Jacob Smit met 1 percento.
Dus koper op achtenzeventigh en een half percento voor die hij binnen drie Daagen zal nomineeren en heeft op den 4e November 1749 tot kopers genomineert Jh Arnoud van Doorn en Juffrouw Maria van Doorn die de koop deezer obligatie ook hebben aangenomen.


Een plechtbrieff van vijftienhondert Guldens Capitael bij Hieronimus Monix Glazemaker ten behoeve van Gerardus Gijsbertsz. Klaver in dato den 17 februarij 1663 gevestigd op zeekere huijzinge, erve en grond met alle het geene daar inne aard en nagelvast is staande ende geleegen alhier te Utrecht aan de Noordzijde van ‘t Oude Kerkhoff, daar de Wildeman voor pleegh te staan rentende nu drie percento dogh van te vooren beleijd teegen vijff en een halff percento.


Trekgeld 1a/5:5- 

>       Ingezet bij de Hr. En Mr. Jacob Smith op 83 percento.
Den Slagh gemeijnt bij den selven, met 4 percento.
Dus kopers op zevenentachtig percento, voor die hij binnen drie dagen zal nomineeren en heeft op den 4e November genomineert tot kopersse Juffrouw Maria van Everdingen.


Op huijden den eersten November 1749 compareerden voor mijn Patricius Hendrik Lindsaij Notaris ‘s Hoofs van Utrecht, binnen Utrecht residerende, en bij de Ed. Achtbare Heeren Borgermeester en Vroedschappen der zelve Stadt geadmiteert in presentie van de nagenoemde Getuijgen Eerstelijk de Verkopers in derzelve qualiteit hier voor int’ Hooft der Conditien gemeld ter eenre midsgaders de Kopers en de haare Borgen ter andre zijde, ende verklaarden de Gezamentlijke Comparanten, hunne verkoopinge, koopen en borchtochten gestand te doen, ende Constitueerden de Coopers en de Borgen de Procureurs hier vooren genoemt, ten fine als daar bij staat uijtgedrukt en consenteerden hier van acte die deese aldus gedaan en de gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Pieter Seeperus van Eijbergen en IJsbrand Strachen als Getuijgen.

Jacob Smit
Huijbert Voskuijl
Arnoudt van Doorn
Maria van Doorn
Maria van Everdingen
IJsbrand Strachen
P.L. v. Eijbergen
J.C. Barchman Wuijttiers

P.H. Lindsaij (Notaris)

21-03-2001