Pieter van Manen en Jannigje van Putten | |||
Maanstof | |||
Pieter van Manen,
ged.(ned.ger.) Driebergen 18-6-1719 schipper en genoemd als schepen van Bunnik en Vechten van 1758 t/m 1775 begr. Bunnik 19-5-1791 ondertr./tr.(ned.ger.) Doorn 23-7/7-8-1746 Jannigje van Putten, geb. Woudenberg, overl. na 22-10-1784 (getuige bij doop Pieter zoon van Jacoba van Maanen, haar dochter), dr. van Jacobus van Putten en Gijsbertje Arens van Leersum. kwst nrs 256 en 257 en stamboomnr IIIa Pieter van Manen lijkt de geluksvogel te zijn onder de voorouders. Althans op financieel gebied, want hij was één van de vijf volle neven en nichten van Margareta van Manen - een zuster van zijn vader - waaronder na haar overlijden in 1749 maar liefst 6436 gulden en 10 stuivers werd verdeeld, ieder dus 1287 gulden en 6 stuivers. Per persoon kwam dit omgerekend in ons geld neer op een erfenis van meer dan 68.000 Euro's. Van de begrafenis van tante Margareta maakten de neven en nichten een aardig feestje. Bij de begrafeniskosten zat tenminste een rekening voor 3½ gulden bier, voor bijna 18 gulden bij de wijnkoper plus rekeningen van de bakker, de vleeshouwer en een rekening voor 'mostart'. Voordat hij deze erfenis ontving had Pieter op een openbare verkoping op 2 februari 1747 van de Gereformeerde Kerk een stukje grond aan de Langstraat in Bunnik gekocht. Hij zette voor perceel no. 4 twee gulden in en kocht het ook daarvoor. Van het geld van de erfenis leende hij in 1750 aan Jacob van Veen, meestersmid in Jutphaas, 'driehondert Caroly guldens van twintigh stuyvers het stuks hollands gelt'. De smid moest het bedrag in zes jaar terug betalen en Pieter ontving jaarlijks 3 gulden en vijf stuivers aan rente. In 1746 trouwde Pieter in Doorn met de uit Woudenberg afkomstige Jannigje van Putten. Het echtpaar kreeg vijf dochters en drie zoons en het gezin woonde aan de Langstraat in Bunnik, waarschijnlijk op het stukje grond dat Pieter in 1747 kocht. De Langstraat loopt evenwijdig aan de Kromme Rijn en dat kwam met de beroepsbezigheden van Pieter goed uit. Pieter was namelijk schipper van Bunnik op Utrecht en behalve dat wordt hij in de periode van 1758 t/m 1775 ook genoemd als schepen - te vergelijken met de huidige wethouder - van Bunnik en Vechten. In 1782 was hij kennelijk door z'n centen heen: hij kocht een nieuwe 'Crommenrijnse Schuijt' voor 195 gulden, maar moest het geld daarvoor lenen bij de Gereformeerde Kerk tegen een jaarlijkse rente van drie procent. Schrijven kon Pieter en hij was een man van de nieuwe spelling, want hij schreef zijn voornaam consequent als Piter en zijn achternaam met één 'a'. De datum en plaats van overlijden van zijn vrouw Jannigje van Putten heb ik tot nu toe niet gevonden, Pieter van Manen overleed op 71-jarige leeftijd. Zijn begrafenis kostte vijf gulden en drie stuivers, min of meer klasse want het gebruikelijke tarief was drie gulden en vier stuivers. * Eerder gepubliceerd in Tijdwijzer (familieblad Pieter van der Kam) afl. 19, december 2004 * Bronnen: Utrechts Archief Streekarchivariaat Wijk bij Duurstede Gemeentearchief Bunnik |
|||
25/12-2005 |