Om te printen druk op Ctrl-P of Cmd-P.  
 
  Wandelroute Egheria (4,5km)
Hoogtepunt in het Twentse hoevenlandschap


 

In het kort
Route
bosrondwandeling, aangegeven met groene paaltjes, lengte 4,5 km, duur 75 minuten. Rondje over de Es, aangegeven met gele paaltjes, niet beschreven in deze folder maar wel aangegeven op de kaart, lengte 2 km , duur 30 minuten

Startpunt
parkeerterrein bij café-restaurant 'De Tankenberg'

Beste seizoen
alle seizoenen; in het voorjaar vormen de voorjaarsbloemen in het bos een bijzondere attractie,
in de zomer zijn de vlinders mooi te zien en in de herfst kleurt het bos prachtig geel-bruin

Honden
aangelijnd, omdat anders de dieren opgeschrikt kunnen worden

Invaliden/kinderwagens
route minder geschikt

Horeca
aan het begin van de route en in Oldenzaal

Regels
toegang tussen zonsopgang en zonsondergang, alleen op wegen en paden


Op weg

Vanaf de parkeerplaats (zie ‘Routebeschrijving') slaat u linksaf de Tankenbergweg in. Bij het informatiebord kunt u even linksaf de gele route nemen langs de glooiende es(1).

Op deze akker verbouwt Natuurmonumenten rogge, een graangewas dat de moderne Twentse boer nog maar zelden zaait. Dat is jammer, want zoals u hier kunt zien, bloeien er ’s zomers vele prachtige akkeronkruiden tussen de rogge. Voorbij de es kunt u een blik werpen op de herbouwde villa (2) van de vroegere landgoedeigenaar Ten Cate. Deze ‘Textielfabrikant’ vernoemde zijn landgoed naar zijn vier zonen EGbert, HEndrik, RIchard en Arnold. Egeria (zonder h) is bovendien de naam van een bronnimf, een mythologisch vrouwspersoon die zich ongetwijfeld thuis zou voelen tussen de bronnen, bossen en reeën van de Tankenberg.

Thee met zicht
Terug bij het informatiebord volgt u verder de groene route omhoog. Op de top van de 85 meter hoge Tankenberg staat een theekoepel (3). Het is het hoogste punt van Overijssel. Bij helder weer kunt u over de weilanden tot voorbij Ootmarsum Duitsland inkijken. Tot ongeveer 1850 waren hier nog voornamelijk heidevelden te zien. De meeste weilanden, akkers en bossen zijn hier pas aangelegd toen de boeren de heide niet meer gebruikten om schapen te hoeden. Onlangs (1992 en 1996) zijn enkele stukje bos gekapt om het weidse uitzicht vanuit de theekoepel te behouden.

Bron van leven
Op de flanken van de Tankenberg zijn zeker vijf brongebieden waar het grondwater uit de helling sijpelt.
Het constant uitstromende bronwater zorgt ervoor dat de weilanden hier (4) altijd vochtige plekken houden. Het heldere water is een belangrijke reden waarom er nog zoveel zeldzame planten op Egheria voorkomen, zoals dotterbloem en waterkruiskruid. In het weiland zijn ook vaak reeën te zien, met name tegen de schemering aan de bosrand.

Tere fladderaars
De berm (5) en de bosrand zijn prima plekken om eens naar vlinders te speuren.
Bij mooi weer wemelt het op deze zonbeschenen plekken van de witjes en vosjes. Maar ook zeld-zamere soorten als de grote weerschijnvlinder en de kleine ijsvogelvlinder zijn hier te zien. De insectenrijkdom hangt natuurlijk samen met de grote variatie aan bloeiende planten. Ook de afwisseling van open zonnige plekken en beschuttende bomen en struiken maken Egheria zeer aantrekkelijk voor vlinders.

Waterbos
In dit eikenbos (6) is te zien dat het bos van Egheria net zo vochtig is als de weilanden. De eiken staan namelijk op zogenaamde rabatten: walletjes die zijn opge-worpen met de grond die uit de tussengelegen greppels is weggehaald. Deze rabattentechniek werd vroeger veel gebruikt om bossen aan te planten op plaatsen die daar eigenlijk te nat voor waren.

Dood hout voor vliegend hert

Na de beek ziet u links een paar enorme douglassparren. Daarachter ligt een vrij ruig bos (7) met veel dode stammen. Natuurmonumenten laat de omgewaaide of afgestorven bomen bewust liggen, omdat het bos hierdoor een stuk natuurlijker wordt. Vogels en zoogdieren vinden schuilplekken of nestgelegenheid in de wirwar van takken, terwijl mossen, paddestoelen en insectenlarven zich uitleven op het kwijnende hout. Door het op de natuur gerichte beheer dat de vereniging sinds 1977 op Egheria voert, is de natuurwaarde aanzienlijk toegenomen. Zo broeden in de bossen maar liefst vier soorten spechten, vijf soorten roofvogels en twee soorten uilen. Natuurmonumenten hoopt dat binnenkort ons grootste insect, het vliegend hert, weer op Egheria te zien zal zijn.

Amfibieënpoel
De poel (8) voor de boerderij De Ticheler is ontstaan doordat men er vroeger klei heeft uitgegraven. Van de klei werden stenen gebakken in de tichelfabriek die hier destijds in de buurt stond. Nu is de kleiput een belangrijke ‘kweekvijver’, waar kikkers, padden en salamanders hun eieren in het voorjaar kunnen afzetten.

Dubbele laan
Vanaf de boerderij loopt u over een eikenlaan (9) in de richting van het vroegere landhuis. Verderop gaat die in een statige dubbele beukenlaan (10) over. De dikke beuken zijn bijna 100 jaar oud en beginnen hier en daar te kwijnen. Het valt ook niet mee om in een rij met allemaal concurrenten op te groeien.

Boskern met bommen en granaten

Het smalle paadje (11) voert u door het mooiste bosgedeelte van Egheria. Hier stromen nog enkele beekjes onbekommerd door het bos, terwijl u in het voorjaar af en toe stuit op hele witte velden waar de witte klaverzuring of de bosannemoon bloeit. Verder langs het pad is ook de geelbloeiende boswederik te vinden.
Het bos is hier zo rijk omdat het een oude boskern is. De bomen zijn mogelijk al meerdere keren verdwenen, maar de bosbodem met allerlei kleine diertjes, mossen en wortels is gedeeltelijk intact gebleven. Daarnaast is het bos al sinds de Tweede Wereldoorlog volledig met rust gelaten omdat er munitie in de grond is opgeslagen. Jammer alleen dat Natuurmonumenten de aangeplante naaldbomen daardoor niet kan verwijderen om het natuurlijke proces te versnellen.

Hout, hooi en bloemen
Aan de rechterkant van de Brandsweg ligt een mooie houtwal (12): een dichte haag met bomen en struiken die in het ver-leden is aangelegd om de landbouwpercelen te scheiden en om er zo nu en dan hout uit te kunnen hakken. Opvallende vogels die zich in deze met kamperfoelie en braam doorgroeide bomenrand thuisvoelen zijn de appelvink en de goudvink. Bij enkele openingen in de houtwal kunt u het achtergelegen hooiland overzien. Tussen de grassen staan bijzondere bloemen als egelboterbloem en echte koekoeksbloem. Natuurmonumenten probeert deze zeldzame planten te behouden door de hooilanden niet te bemesten en eens per jaar, na 15 juni, te maaien. Tegen die tijd hebben de meeste planten zich opnieuw uitgezaaid.



Gebiedsinformatie

Het landgoed Egheria strekt zich uit op en rond de Tankenberg. U treft hier nog het bijna onaangetaste Twentse hoevenlandschap, met oude boerderijen omgeven door akkers, weilanden, houtwallen en bossen. De afwisseling, rust en hoogteverschillen maken Egheria tot een geliefd wandeloord, waar u heel wat dieren en planten kunt zien. Wat plantenrijkdom betreft benadert dit natuurmonument op de Oldenzaalse Stuwwal zelfs de heuvels van Zuid-Limburg. De variatie hangt samen met de ondergrond die bestaat uit een mengeling van klei, zand, grind en stenen. Deze grondsoorten zijn hier op een hoop geduwd door enorme ijsmassa’s die in de voorlaatste ijstijd oprukten vanuit Scandinavië. Uiteindelijk hebben de landgoedeigenaren, en vanaf 1977 Natuurmonumenten, het kleinschalige landschap op deze opmerkelijke berg vormgegeven.



Routebeschrijving

Met het openbaar vervoer: Vanaf het NS-station Oldenzaal kunt u in ongeveer een half uur naar de Tankenberg lopen. Volg daarvoor het begin van de met een witte ‘T’ gemarkeerde Lange-Afstand-Wandelroute Töddenweg in de richting Osnabrück.
Met eigen vervoer neemt u van de weg Hengelo-Osnabrück (A1) de afslag Oldenzaal-Denekamp-Ootmarsum. In Oldenzaal richting De Lutte-Bad Bentheim-Osnabrück aanhouden (N1). Ongeveer 2 km buiten Oldenzaal ziet u min of meer op het einde van de helling aan uw linkerkant café-restaurant De Tankenberg liggen.