De zomerslag tussen Rzhev en Bely

“Operatie Seydlitz”

 

Over de hier onder beschreven periode is niet veel gepubliceerd. Het slagen van Operatie Seydlitz was voor het in stand houden van de Duitse pocket rond Rzhev van  cruciaal belang.

Op Internet heb ik slechts één site gevonden waar ook een beschrijving gegeven wordt van gevechtshandelingen tijdens deze operatie.

http://www.army.mil/cmh-pg/books/wwii/milimprov/fm.htm

Op dit adres zijn de handelingen van de Duitse 6de pantser divisie te vinden tijdens hun strijd om Rzhev. De 6e pantser divisie werd geleid door Horst Grossman, schrijver van het boek: Rzhev, Eckpfeiler der ostfront.

 

Operatie Seydlitz

 

Omdat de winter aanval van te Russen gestopt was, was tevens de druk op de verzorgingslijnen afgenomen. Maar er stonden nog steeds sterke vijandelijke (Kalininfront) troepen in de rug van het 9de leger, die via Nelidowo versterkt en verzorgt werden. Naar schatting bevonden zich hier nog 60.000 man infanterie, cavalerie en tank troepen.

Deze troepen hadden zich in het grote bosgebied zuidwestelijk van Rzhev ingegraven en vormde hierdoor nog steeds een grote bedreiging voor de verbindingen met de Duitse achterhoede.

Bovendien bevonden zich tevens nog ca 20.000 Russische luchtlandingstroepen in het gebied zuidelijk van Wjasma die versterking hadden gekregen van het Russiche 33ste leger.

Over het verloop van deze strijd is in de volgende link verder te lezen:

http://home.hccnet.nl/e.kooistra/airbornoperations.html

 

Bovendien moesten de Duitsers hierdoor twee fronten bevechten en moesten troepen van het hoofd front worden weggehaald. Hier moest verandering in komen, de operatie om dit te veranderen kreeg de naam “Seydlitz”.

Alle aan de operatie deelnemende troepen staat een vermoeiende en harde strijd te wachten.

Het gebied dat gezuiverd moest worden was zeer moeilijk begaanbaar het had bijna geen wegen en bestond voornamelijk uit bos met dicht laag hout, talrijke moerassen en veel drassige beekjes. Hier overheen lagen geen of zeer slechte bruggen die de tegenstanders al hadden opgeblazen of van mijnen hadden voorzien. De bodem gesteldheid was voor de aanvaller bijzonder ongunstig. Binnen dit terrein moest tegen een zeer fanatieke tegenstander gevochten worden.

Door hun gevoel voor de natuur en hun kennis van het gebied wisten de Russen de bodembedekking en het verraderlijke terrein goed te benutten. Verstopt in het moeras, onder en in bomen lieten de Russen de Duitse troepen eerst passeren om ze vervolgens in de rug aan te vallen. De Russen toonden zich meesters in het maken van verdedigingen, bunkers, camouflage en het leggen van mijnen. Soms scheen de zon bijzonder fel, dan regende het weer zo hard dat weinig begaanbare wegen veranderde in zompige moerassen. Enorme hoeveelheden muggen stortte zich massaal op de soldaten waardoor de opmars en het vechten er niet makkelijker op werden. Zelfs de antimuggensluiers boden geen uitkomst.

Door het uitvoeren van verkenningsvluchten , bezoek aan troepen en diverse besprekingen kon Generaal Model het plan bedenken voor de vernietiging van de vijandelijke troepen. Midden in deze hectische tijd werd de generaal op 23 mei 1942 naar het bedreigde Beloy gevlogen in een “Fiesler Storch”

 

 

Model van een Fiesler Storch

 

Boven het woud ten zuidwesten van Rzhev werd het vliegtuig onder vuur genomen door partizanen waarbij Model een schot door zijn lichaam krijgt. Ook de piloot, Feldwebel Haist, raakt gewond, maar hij kan het vliegtuig nog net bij de pantserdivisie bij Bely aan de grond zetten.

Een jonge arts red het leven van Model door een geïmproviseerde bloedtransfusie. De vervanger van Model, Generaal Vietinghoff van de XXXXVI Pz. Div. zet de voorbereidingen voort.

 

De zorgvuldigheid van de voorbereidingen blijken uit het feit dat bijvoorbeeld de verkenningsgroep (H5) door fotovluchten een gebied van ca 3300 km² en een gebied van 50 km lang hebben gefotografeerd.

 

Het operatieplan zag er als volgt uit:

 

Als eerste zou vanuit het noorden vanaf de west vleugel van het XXIII Korps  en vanuit het zuiden vanaf Bely het frontluik worden gesloten en de sluiting zou direct versterkt worden. Daarna zou ook door aanvallen vanuit het oosten het net ronde de tegenstander worden aangetrokken en in kleine groepjes worden opgesplitst en vernietigd.

De aanval vanuit het oosten  (door het XXXXVI korps onder Generaal Zorn) zou twee dagen later dan de westelijke aanval worden ingezet.

Er moest voorkomen worden dat de vijand terug naar het westen zou uitwijken en zo de tangbeweging in gevaar zou brengen.

 

Op 2 juli om 3.00 uur ’s ochtends begon de aanval van het XXIII korps onder Generaal Schubert naar het zuiden, ondersteunt door Stuka aanvallen en artillerie vuur. Het korps bestond uit een westelijke en een oostelijke groep. De westelijke groep bestond uit: Delen van de 110de divisie onder Generaal Gilbert, de 1ste Pz. Div. onder Generaal Krüger en de 102de divisie onder Generaal Freißner.

De oostelijke groep bestond uit: de 5de Pz. Div onder Generaal Fehn en het cavalerie commando in buitengewone dienst van het 9de leger onder Von der Heden.

Vanuit Bely trok de groep Von Esebeck eerst naar het oosten en later naar het noorden op. Deze groep bestond uit: e 2de Pz. Div. onder Generaal von Esebeck en delen van het 246de Div. onder Generaal Siry.

 

Met namen de 1ste Pz.Div had het zeer zwaar. Zij rukte op langs de straat naar Staruchi en troffen hier zeer goed verdedigde stellingen  waarin de Russen bijzonder fanatiek de Duitsers van zich af sloegen. Slechts stap voor stap kwam de divisie vooruit. Overal om hen heen waren ingesloten verdedigers.

De voortgang van de 103de Div. over de Lutschesse verliep daarentegen zeer voorspoedig.

Ondanks dat de Russen voor de aanval zwaar artillerie vuur hadden afgegeven trof dit de compagnieën niet en maakte dit nauwelijks slachtoffersom dat de eenheden zich in of vlak achter de HKL bevonden.

De snel terugtrekkende Russen werden in het onoverzichtelijke land achter volgt door de Duitse aanvallers. Ze lieten zich door niets tegenhouden.

Het 84ste regiment had bij hun aanval zeer veel geluk. Op het moment dat de aanval vast dreigde te lopen op een aantal grote mijnen velden, vertelde een overloper waar zich een opening tussen de velden door liep. Hierdoor bereikte het regiment tegen de middag al hun het einddoel van die dag.

Ook de oost groep met cavalerie eenheden en de 5de Pz. Div. wonnen snel terrein. De groep Esebeck kon eveneens een succesvol aanvalsverloop melden. Al in de namiddag van de eerste dag drong de fanatiek naar het oosten aanvallende 2de Pz. Div. bij de Natscha overgang bij Bossino de rivier over en draaide vervolgens naar het noorden.

Bij enkele losse onderdelen verliep de operatie voorspoedig, maar de operatie als geheel leed onder de hardnekkige tegenstand die de 1ste Pz. Div. ondervond. Om de 1ste Pz. Div te ontzetten uit hun zware bunker gevechten kreeg de 102de Div. het bevel om via de flank in te grijpen.

Bovendien werd een regiment  (infanterie regiment 11, zoals we weten uit het verslag van het 11de I.R.) van de 14de inf. Div. (leger reserve) naar het front gehaald om indien nodig snel in te zetten. De Russen reageerden zeer snel op het Duitse offensief.

Vliegtuigverkenningen wezen uit dat er in de middag van de eerste dag 30 tanks vanuit het westen in colonne onderweg waren om de 2de Pz. Div. de weg af te snijden of in de flank aan te vallen. Toen deze op 03-07 aanvielen konden zij nog op het laatste moment en alleen door de inzet van vliegtuigen tegengehouden worden.

Verder probeerde de Russen met alles wat ze hadden om de voorhoedde van de 1ste en 2de Pz. Div tegen te werken, zodat de aanval slechts langzaam op gang kon komen. De 5de Ps. Div. kwam tengevolge van zware versperringen en diepe mijnenvelden op hun weg naar Schilderowo slechts langzaam voorwaarts.

Met deze verlamming van de aanval begon de Duitse situatie kritisch te worden.

Het succes van de operatie hing af van het feit dat de omsingeling snel gesloten kon worden. Ook de bevoorrading begon moeilijkheden te vertonen. Op de volle kapot gereden wegen kwamen de voertuigen nauwelijks vooruit. Een bevoorradingsvlucht kon niet uitgevoerde worden omdat de enige machine die nog aanwezig was bij zijn eerste vlucht na reparatie alweer beschadigd werd door vijandelijk luchtafweer.

 

Op 04 juli om 1.45 uur begon het XXXXVI korps met de 86ste , de 328ste  en de 20 Pz. Div versterkt door de groep Matussek volgens het plan hun aanval richting het westen. Op de rechter flank werd door een snelle actie het voormalige hoofdkwartier van het Russische 39ste leger (generaal Masselennikoff) in Rasboinja veroverd.

Vanuit de omgeving van Korablewo vertrok de 20ste Pz. Div. met links daarvan de groep Matussek, deze vertrok in noordwestelijke richting.

Bij elke stap voorwaarts verslechterde de Russische positie.  De Duitse troepen moesten een uitgebreide  en door bunkers verdedigde wirwar van loopgraven doorbreken.  Bossen en landerijen waren zompig, heftige regenbuien stortte op de soldaten neer en als dit afgelopen was dan stortte de muggen zich massaal op de manschappen.

 

In het westen was de groep Von Esebeck verwikkeld in zware gevechten met vijandelijke tanks. Door hun standvastigheid kon de 2de Pz. Div. met luftwaffen ondersteuning Gridina en het hoger gelegen gebied ten westen daarvan succesvol verdedigen en zodoende het bruggenhoofd over de Obscha behouden.

De 5de Pz. Div. , die zich door zware versperringen heen moest werken, stootte bij het verlaten van het woudgebied, opnieuw op diepe en zwaar verdedigde stellingsystemen waardoor de aanval opnieuw vast liep.

Alleen de 1ste Pz.Div. kwam na versterking van hun west flank door de 102de div. en met behulp van luftwaffen ondersteuning goed vooruit en bereikte Nesterowo.

De 5de juli, een zondag, bracht eindelijk succes.  Nadat vijandelijke aanvallen op de flanken succesvol waren afgeslagen begon de 2de pz.div. om 11.00 uur weer met hun aanval naar het noorden, deze verliep voorspoedig en al snel werd Puschari ingenomen. Om 16.20 uur bereikte de 1ste pz.div., komend vanuit het noorden ook Puschari. Hiermee werd de ring gesloten en op de 4de dag werden de vruchten hiervan geplukt. Op de zelfde dag bestormde de 5de pz.div. de belangrijke wegkruising van Schilderowo en versperde hiermee oostelijk gelegen vijandelijke troepen de weg naar het westen.

 

Nadat er een brug was geslagen tussen het XXIIIste korps in het noorden en de groep von Esebeck in het zuiden, kwam als volgende opdracht de vernietiging van de vijandelijke troepen aanwezig binnen de omsingeling. In de nacht van 5 op 6 juli begon een zware Russische aanval met tanks over een breed front tegen de troepen van de 102de divisie, die meer naar het westen gelegen waren. Alle pogingen van de Russen om het front te doorbreken werden mede door de luftwaffen afgeslagen. Er werden hiertoe verschillende pogingen gedaan. ’s Nachts slopen de Russische eenheden tot dicht bij de Duitse  en stormde dan onder luid hoera geroep naar voren. Russische jagers ondersteunden de Russen binnen de omsingeling en beschoten de Duitsers met bommen en boordwapens.

Bij het  XXXXVIste korps nam de 86ste divisie op 5 juli de zeer belangrijke Lutschessa overgang bij Gontscharowka in. De Russen groeven zich hierop in in de oude Wolga-stelling bij Opezkjo. Maar de zelfde avond nog moesten de Russen grote delen van de vesting afstaan aan de 86ste en 328ste divisie.

Ondanks goed gerichte Duitse artillerie beschietingen werden de pantsergrenadieren van de 20ste pz.div.  tegen gehouden door zwaar infanterie en granaatwerpervuur . De aanval op Walutino kon pas worden gewonnen door ingrijpen van, uit het zuiden oprukkende, tanks. Hierna stootte de troepen verder en namen het volgende dorp (Tischino) in.

Hier werden verdedigde posities ingericht omdat de verkenningen een sterk bezette aarden en betonnen bunker stelling achter brede tankgrachten had ontdekt.

 

 

 

Op de zuidvleugel van het XXXXVIste korps begon op 5 juli de aanval van de 87ste divisie (generaal von Studnitz) met de aan hun toegewezen verkenningsafdeling 328 min of meer in noordwestelijke richting. Hierdoor zou het uitwijken van de vijand in het woudgebied ten zuidwesten van de weg Wjasma-Bely verhinderd kunnen worden en de Russische XIde  cavaleriekorps naar het noordwesten gedwongen worden. Op de rechtervleugel van de 87ste div. stootte de verkenningeenheden naar Andrejewskoje door, braken door de zwakke tegenstand en kwamen zo voor de infanterie die maar langzaam vooruit kwam omdat deze eerst het woudgebied uit moesten kammen. De wegen bezorgde de ruiters relatief weinig problemen.

Door hun snelle opmars versperde ze bruggen, overvielen ze nietsvermoedende Russische colonnes, brachten onrust en onzekerheid onder de vijandelijke gelederen en maakten ze gevangenen die naar het oosten werden afgevoerd.

’s Nachts lagen de Duitse troepen in een egelstelling om de volgende morgen weer verder te rijden.

De vele radioberichten waarin melding werden gemaakt van aanwezige vijandelijke troepen overschaduwde de positieve situatie van de 5de juli en waren zorgwekkend.

De vijand voerde aanzienlijke hoeveelheden aan troepen aan vanuit de richting Ostaschkowo-Nelidowo.  Verkenningsvliegtuigen ontdekte een colonne van ca 300 en een tweede van ca 60 vrachtwagens even ten zuiden van Nelidowo, verder 12 tanks ten westen van Bely en nog eens 20 tanks ongeveer 15 km ten westen van Staruchi. Zware gevechten konden worden verwacht. Desondanks hadden de vanuit het oosten oprukkende troepenvan de 86ste en 427ste div. Starosselje zo dicht genaderd dat zij als legerreserve teruggetrokken konden worden.

De noordelijke aanvalsgroep van het XXXXVIde korps met de nieuw toegevoegde 14de gemotoriseerde div. en cavalerie eenheden dwongen de vijand verder naar het zuidwesten terug. De 20ste pz.div. overwon de brede tankgrachten en sloegen de tegenstander uit zijn sterke stellingen, dit terwijl de genie grote hoeveelheden mijnen opruimde.  Opgebouwd uit een voorhoedde en twee gevechtsgroepen ging de pantserdivisie verder en namen Romanowo in en kregen vervolgens aansluiting bij de 14de mot. Div.

Ook bij de 328ste div. liet de vijandelijke tegenstand te wensen over. Duitse radioverkenners (NNAK 511) luisterde een Russisch  bericht af, waarin de 357ste div. van het 39ste leger meldde dat ze aan het terugtrekken waren over de Obscha bij Obuchowo naar Kopriwna. Hierna scheen het 39ste leger boven Kopriwna een doorbraak te willen forceren.

Snel trof het 9de leger  zijn tegenmaatregelen; de verdediging van de omgeving van Schleino bestond uit de volgende strategie;

 

De 5de pz.div. kreeg de opdracht om zo snel mogelijk het Obscha dal in te trekken en een verkenningseenheid naar Obuchowo te sturen,

Het XXXXVIste korps moest in de richting van Starosselje oprukken om de daar aanwezige 14de div. vrij te maken zodat die naar het zuiden kon trekken.

En tenslotte moest de 87ste div. zich aansluiten bij de aanval naar het westen, omdat ook daar verwacht werd dat de vijand uit zou breken.

 

Alle Duitse onderdelen zette al hun krachten in om de opdracht te vervullen. De 5de pz. Div. stormde door het Obscha dal en bereikte in de middag Jegorje, waar ze de groep Von Esebeck de hand reikte. Hiermee was voor de Russen de terugweg van het zuidoosten naar het noordoosten afgesneden en de vijand in twee delen opgesplitst. De 14de gemotoriseerde div. wierp door een heftige aanval de tegenstander bij Tereschowo terug en doorsneed daardoor de oost-west verbinding van de Russen.

De situatie aan het Briansk front verhinderde dat het 9de leger de toegezegde 19de pz.div. ter beschikking kon stellen. Zij zouden oprukken vanaf Wjasma naar Bely. De situatie was daar zo ernstig dat grote delen van de Luftwaffen daarheen afgegeven moesten worden.

Dit dwong het 9de legere om de 20ste pz.div. uit hun eerder toegewezen gebied weg te halen en in plaats van de 19de div. via Andrejewskoje naar Bely te laten verplaatsen.

Om tijdens de zware strijd een eenduidige commando structuur te houden werd aan het noord-west front  de groep Von Esebeck, de 1ste en 5de pz.div. ingedeeld bij het korps Harpe (XXXXI Pz. K)

Het uit de 20ste pz.div. losgemaakte Kradschützen Battalion 20 werd op 7 juli met veel haast naar Lenino afgemarcheerd. De Kradschützers denderden met veel inzet zonder enkel pardon op de zich verdedigende vijandelijke onderdelen bij Bely af en reikte zelfs al om 19.00 uur bij Zerkowitschi de groep Von Esebeck de hand.

De grote groep Russen was nu verdeeld in een grote zuidelijke en een kleine noordelijke pocket.

Desondanks werden de randen van de pockets door kleine zwakke Duitse eenheden verdedigd.

 

Vertwijfeld probeerden de Russen de omsingeling te doorbreken, zowel van binnenuit en vanaf buiten liepen ze bij elke nieuwe aanval tegen de Duitse verdedigingslinies op. Alle pogingen mislukte volledig. Continu werden alle Russische radioberichten afgeluisterd. Op een gegevenmoment werd het plan van de Russische 82ste pz.Brigade opgevangen om bij de 2de pz.div. door te breken. Ook de berichten over de aanvoerroute werd opgevangen. Voortijdig kon een Duits 8,8 cm kanon in stelling worden gebracht, hiermee schoot men bij de aanval een rij T 34 tanks kapot en sloeg de doorbraakpoging neer. De vijandelijke troepen hadden zich in beide pockets verspreid. Bij de gevangenneming rekende men op 30.000 tot 35.000 man, wat later een veel te lage schatting bleek.

 

Vanaf 8 juli werden de Russische troepen vanuit de lucht bevoorraad, de enkele Duitse jager faalde om dit degen te gaan, zodoende kon de bevoorrading ongehinderd doorgaan.

Hierdoor bleven de Russische troepen in staat om fors tegenstand te bieden. Vooral de situatie langs de randen van de saillant bleef uiterst gevaarlijk. Het kwam op een gegeven moment tot een ernstige crisis.

 

De zware gevechten van afgelopen dagen hadden ook bij de Duitsers geleid tot zware verliezen en het uiterste gevergd van de soldaten.

Ieder uur kon het afgelopen zijn met de ingesloten Russen, maar ook het einde van de insluitingdoor het slagen van een uitbraakpoging. Het hing aan een zijden draadje.

Op een gegeven moment was er de melding dat grote hoeveelheden nieuwe Russische vrachtauto’s in colonne vanaf Nelidowo naar het zuiden reden, om nieuwe manschappen aan te voeren. Tegelijkertijd werd er door overlopers een geloofwaardige waarschuwing gegeven. De Russische 104de pz. Brigade zou met 90 tanks bij Nesterowo zijn aangekomen. Snel werd de 86ste div. en de 427ste div opgeroepen en ter versterking van het front ingezet. Maar de verwachte Russische tankaanval bleef uit. Iedereen haalde opgelucht adem.

 

Op 8 juli bereikte de verkenningsafdeling 328 in de zuidelijke pocket Wassiljew en kreeg het bevel om op 9 juli Warwarino in te nemen, waar zich verjaagde Russen zouden verzamelen.

Vroeg in de morgen ging de afdeling al op weg, ze troffen slechts een zwakke vijandelijke groep, verjaagden deze uit Warwarino het bos in en groeven zich in het dorp ter verdediging naar alle kanten in.

Voortdurend (vooral ‘s nachts) vielen de Russen het dorp vanuit het bos, wat zich tot  vlak bij de westrand van het dorp uitstrekte, aan. Op veel plaatsen vormde de achterkanten van de huizen de hoofd frontlijn, zodat de Duitse rijders ’s nachts de strijd tegen de aanstormende Russen moesten voeren vanaf de plaats waar ze sliepen.

Alle aanvallen werden met hoge Russische verliezen afgeslagen.

Verder zuidelijk vielen ongeveer 600 ruiters van de Russische XIde cavalerie de gevechtsposities in de school van Tupik van  IR 185 aan.

Deze situatie was bijzonder bedreigend! Snel aangevoerde tanks van de 20 pz.div. vochten in een verbeten strijd op zeer korte afstand en konden IR 185 ontzetten. Tweehonderd gedode Russen waren een getuigen van de zware strijd.

Tegen de motorrijders van de 20ste pz.div. ontvouwde zich plotseling een ruiteraanval. De Russische ruiters wilde naar het zuiden toe uitbreken, maar werden vernietigd.

Ten zuiden van Bely viel de tegenstander onverwachts de frontsector van de 197ste div. aan. De 197ste  div. sloeg deze aanval dapper af; maar dit voorval toonde wel aan hoe kwetsbaar de situatie aan het hele front was.

 

Terwijl het 9de leger hard moest vechten om de ingesloten vijandelijke troepen te vernietigen, nam de tegen het 2de pz. Leger ingezette Russische eenheden in sterkte toe. De legergroep midden drong vervolgens op een snelle beëindiging van de omsingeling aan. De voor zich sprekende bevelen wezen de korpsen op een bespoediging van het opruimen van de beide pockets.

Maar de troepen deden al het uiterste. De slag naderde op 10 juli zijn einde. Na uitbreek pogingen bij de 1ste pz en 102de inf. Div. en die bij de 20ste pz. En 87ste inf. Div. die elke keer werden afgeslagen, gaf de vijand in de grootste van de twee pockets zich zonder tegenstand te bieden over.

In de nacht van 11 juli werd er toch nog een poging gedaan door enkele opstandige Russische eenheden die vanuit het westen een aanval uitvoerden tegen 102, 86 IR en 1 pz. Div. Dit werd uit elkaar geslagen en talrijke vijandelijke tanks bleven als brandende schroothopen op het slagveld achter.

De opruiming van de beide pockets verliepen hierna zeer voorspoedig, het aantal gevangen en de hoeveelheid oorlogsbuit groeide terwijl je er naar keek.

Op 12 juli kon het 9de leger een de legergroep midden mededelen: “De operatie Seydlitz is vandaag afgesloten”

 

Het Wehrmachtbericht van 13 juli luidde als volgt:

“De in het gebied ten zuidwesten van Rzhev op 2 juli begonnen operatie van Duitse troepen, doeltreffend ondersteunt door eenheden van de luchtmacht, leidde na een doorbraak door de vijandelijke stellingen en zware gevechten in bosachtig gebied tot de insluiting en vernietiging van meerdere infanterie en cavalerie divisies en een hele pantser brigade. Bij deze elf dagen durende slag werden meer dan 30.000 gevangenen gemaakt, 218 tanks, 591 kannonnen,1301 machinegeweren en granaatwerpers en grote hoeveelheden andere wapens en oorlogstuig buit gemaakt of vernietigd. De vijand leed zware verliezen. Het aantal gevangenen  en de hoeveelheid buit groeit nog steeds.”

 

Omdat er zich nog overal in de schuilplaatsen in het grote woudgebied groepen partizanen bevonden, doorzochten de Duitse troepen van het XXXXVI pantserkorps de omgeving vanaf de weg Wjasma-Bely richting het zuiden tot aan de snelweg, de troepen van het XXIII korps doorzochten het gebied ten noorden hiervan. Het aantal gevangenen  en de hoeveelheid buit bleven stijgen:  50.131 gevangenen, 226 tanks, 763 kanonnen, Pak en Flak, 1955 machinegeweren en granaatwerpers en andere wapens.

 

Het 9de leger had zijn doel bereikt:

De bedreiging in de rug was ten einde, door het wegvallen van het dubbele front konden de krachten gespaard worden en ten slotte was er weer een doorlopende verdedigingslinie gecreëerd.