Grachten en werven. Uniek voor Nederland zijn de Utrechtse grachten en werven. Het waterpeil van de grachten was vroeger niet constant. Vooral in het voorjaar had men last van hoge waterstanden en overstromingen. Hierom had men de huizen wat verder van het water gebouwd op hoge oevers. In de 13e eeuw begon men de waterstand onder controle te krijgen: het water bleef nu continue op het lage niveau. Om de schepen goed te kunnen laden of lossen, had men op verschillende plaatsen een zogenaamd wed aangelegd. Dit is een schuinaflopende weg naar het water waardoor men met paard en wagen bij de schepen kon komen. Bij het stadhuis en de Twijnstraat is een dergelijk wed nu nog te vinden. | |
Later ging men kades bouwen om de schepen te laten aanleggen. Langzamerhand werden de huizen dichter bij het water gebouwd. De kelders liet men doorlopen tot aan de kades (werven).
Via deze werven kon men gemakkelijk schepen laden en lossen; de goederen werden opgeslagen in de kelders (pakhuizen). Over de uitgebouwde kelders werd een weg aangelegd om de huizen te kunnen bereiken en de goederen te kunnen vervoeren. Toen handel en industrie uit de (binnen)stad verdwenen raakten de kelders en werven in ongebruik. De gemeente Utrecht heeft alle werven opgekocht en hersteld. In de binnenstad is een wandelgebied gecreëerd. Veel kelders zijn nu in gebruik als restaurant/eethuis of als onderdeel van de winkel, die boven de kelder is gevestigd. |
Op de foto hierboven en hiernaast zijn aan de rechterkant de uitgebouwde kelders niet aanwezig: hier doet de onderste verdieping van het pand dienst als kelder en loopt de weg ter hoogte van de eerste verdieping aan
de andere kant van de huizen. Op de foto hieronder zijn links de kelders zichtbaar en zijn rechts huizen gebouwd aan de gracht. |