Cancun

De snelst groeiende stad aan de meest oostenlijke punt van Mexico is Cancun. Dichter bij Florida en het Caribische gebied dan Mexico city. Het verhaal gaat dat de keus van Mexicaanse overheid om vanuit niets een nieuw toeristische trekpleister te creëren (Cancun) gebaseerd is op louter statische gegevens. Dat is een gouden keus gebleken. In de loop van 20 jaar (?) is het uitgegroeid tot een miljoenen stad waar miljarden worden omgezet. De duurste hotels van het land staan hier. Eind jaren 80 begon Martinair met directe vluchten op Cancun die 175 á 225 Euro goedkoper waren dan KLM-lijndienst op de hoofdstad. Dus kwam ik twee keer op deze manier het land binnen. Ik blijf hier dan maar één dag want het is gigantisch duur. In vele winkels accepteert men hier alleen dollars. Op een kwartier vliegen vindt men het iets goedkopere Isla de Cozumel (eiland) voor wie in het Caribische water wil plonzen.

Cancun is voor zuinige mensen alleen interessant indien men een vlucht boekt in combinatie met een hotelarrangement, voor een weekje strand. Veel hotels zijn nieuw en goed (duur) dus liever de stad ontsnappen naar Tulum om de Mayastad aan de zee te bewonderen. Ook Chetumal aan de grens met Belize is de moeite waard. Wil men Tikal bezoeken dan moet men de grens over naar Guatamala. Een land dat het door interne (geweldadige) problemen voor toeristen veel minder aantrekkelijk is. Dan is Chichen Itza, 2½ uur naar het westen van Cancun, beter. Enkele hotels vindt men in het nabij gelegen Valladolid.