Een lange geschiedenis in het kort
Diessen geldt als een van de oudste dorpen
in Nederland. Archeologische vondsten tonen aan dat in de vroege ijzertijd,
ongeveer 700 jaar vóór Christus, hier al mensen woonden. Omstreeks het jaar
370 werd er door een Romeins geschiedschrijver, Ammianus Marcellinus,
beschreven dat in dat jaar de Saksen verslagen werden. Zijn collega
geschiedschrijver schrijft waar dat gebeurd is. "Saxones caesi Deusone in
regione Francorum" (Saksen in de pan gehakt te Diessen in de streek van de
Franken). Door deze vermelding is het jaar 370 gekozen als "ontstaansjaar"
van Diessen. In 1970 is dan ook het 1600 jarig bestaan gevierd van Diessen.
Diessen is altijd een agrarisch dorp
geweest. De nijverheid en handel die er was, was altijd nauw met de landbouw
verbonden. Ook de mensen die een ander beroep uitoefenden boerden er meestal
nog bij. Buiten de boerderijen waren de molens en de brouwerijen de
belangrijkste bedrijven. Bierbrouwerijen zijn er in Diessen veel geweest.
In de 15e, 16e en begin 17e eeuw maakte
Diessen een bloeitijd door. In deze periode is het houten kerkje vervangen
door een stenen kerk.Vanaf 1648 werd Diessen echter bestuurd door de Staten
Generaal te Den Haag. De r.k. godsdienst was toen verboden en de
Willibrorduskerk werd protestants. Omdat er maar heel weinig protestanten
waren werd de kerk weinig gebruikt. In 1795 vielen de Fransen ons land
binnen en werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. In 1798 werd de kerk weer
teruggeven aan de katholieken en kon men weer openlijk de godsdienst
belijden. In 1810 werden, onder het keizerlijk gezag van Napoleon, de
gemeenten Hilvarenbeek, Diessen (met Baarschot en Haghorst), Alphen en Riel
ingesteld. De eerste burgemeester van Diessen was A.J. Lombarts. Na het
stichten van het Koninkrijk der Nederlanden bleef hij burgervader maar in
1828 zag hij zijn functie in gevaar komen door de plannen om Diessen bij
Hilvarenbeek te voegen. Diessen verzette zich door te wijzen op het
voldoende inwonertal (906), de gezonde financiën en de antipatie tussen
inwoners van Diessen en Hilvarenbeek. Verder is er toen niets meer vernomen
van de samenvoeging.
In de 19e eeuw werd de afstand tussen stad
en platteland kleiner door het aanleggen van verharde wegen. In 1875 werd de
weg van Hilvarenbeek naar Oischot met klinkers verhard. De wegen naar
Baarschot en Haghorst werden pas in 1930 verhard met hoogovenslakken. Door
de komst van kunstmest werd ontginning op grote schaal mogelijk. In 1923
kwam het Wilhelminakanaal gereed en door de loskade bij Haghorst werd de
aan- en afvoer van goederen (vooral kunstmest en suikerbieten) makkelijker.
Het inwonertal van Diesesn schommelde in
de 18e eeuw rond de 800 inwoners, in de19e eeuw werd dat langzaam ruim 900.
Tussen 1910 en 1920 werd het eerste duizendtal bereikt. In 1948 werd de 2000
bereikt. Nu zit Diessen aan 4000 inwoners.
Bij de gemeentelijke herindeling op
1 januari 1997 is Diessen samengevoegd met de gemeente Hilvarenbeek (
www.hilvarenbeek.nl ) en bestaat
dus niet meer als zelfstandige gemeente.