Uitleg over de spelbeoordelingen (onder revisie ivm verandering beoordelingssysteem)

De totaalbeoordeling is gebaseerd op een aantal specifieke kenmerken van het spel, die ieder apart met een cijfer van 1 t/m 6 (dobbelsteenwaarden) worden beoordeeld en die ieder in meer of mindere mate meewegen in het totaal. Als liefhebber van (bord)spellen wil ik enerzijds andere liefhebbers duidelijk maken hoe goed of slecht een spel is, maar tegelijk wil ik beginnende of niet ingewijde spelers een verhelderende beoordeling over dit spel aanbieden. Zodoende valt de beoordeling -ook bij de korte beoordelingen- uiteen in de volgende onderdelen:

Bekoringsfaktor (cijfer (verder worp genoemd) van 1 tot en met 6): deze worp laat zich het best met een voorbeeld uitdrukken. Stel, je loopt in een spellen- of speelgoedwinkel en ziet in de schappen een gezelschapsspel liggen. Wordt jouw interesse gewekt door het uiterlijk van deze doos ? Is de doos groot en hoe voelt deze aan ? Wordt er gebruik gemaakt van mooie of aanspekende illustraties ? Geeft de achterzijde van de doos een uitnodigende indruk van het spel weer ? Alle hiervoorstaande overwegingen worden in de worp voor de bekoringsfaktor uitgedrukt.
Spelmateriaal (worp van 1 tot en met 6): wanneer de doos dan eindelijk opengaat tref je bij een bordspel het bord, de speelstukken en de handleiding aan. Is de handleiding op het eerste gezicht goed, en is deze na het doorlezen nog steeds goed (of liever gezegd duidelijk)? Wat is de kwaliteit van het speelmateriaal ? En, als de kwaliteit goed is van de materialen, is het dan ook tijdens het spelen zo ?
Beginners ?(van 1 tot en met 6): deze worp drukt simpelweg uit: is dit spel geschikt voor onervaren/beginnende spelers ?
Gevorderden ? ( van 1 tot en met 6): deze worp drukt, eveneens simpelweg, uit: is dit spel geschikt voor ervaren spelers/liefhebbers ?
Spelplezier korte termijn (van 1 tot en met 6): een worp, die uitdrukt hoe leuk (of hoe vervelend) de eerste potjes van dit spel zijn (superleuk=6, supervervelend=1).
Spelplezier lange termijn (van 1 tot en met 6): een worp, dat uitdrukt hoe leuk (of vervelend) dit spel is en blijft na vele keren spelen.
Strategie/Geluk: niet echt een worp, maar eerder een verhouding (en een beetje een aanname, omdat ik als liefhebber meen dat een spel pas goed is als er weinig of geen geluk komt kijken en veel strategisch/intellektueel inzicht). Als deze worp onvoldoende is (een 2 of lager) dan is de strategie-faktor laag en de geluksfaktor hoog. Als dit cijfer een milde voldoende is (een 3 of een 4) dan komt er zeker strategie bij kijken maar dan heeft de geluksfaktor de overhand. Pas bij een 5 en een 6 is de geluksfaktor klein en de strategie-faktor hoog. Let wel! Als er een 6 gegeven wordt wil dit niet betekenen dat er helemaal geen geluk in het spel voorkomt, maar eerder dat er mogelijk wel een kleine geluksfaktor aanwezig is maar in ieder geval sprake is van een perfekte mix tussen strategie en geluk..

De worp van de schrijver van een test komt als volgt tot stand:
Totaalworp = (Bekoringsfaktor + Spelmateriaal + Beginners? + Gevorderden + (Spelplezierkortetermijn maal 2) + (Spelplezierlangetermijn maal 2) + (Strategie/Geluk maal 2)) gedeeld door 10.
Vervolgens wordt deze worp samen met het gemiddelde worp van andere Spellenhoekers (zie Wie zijn wij ?) gedeeld door 2. De uiteindelijke worp mag echter nooit meer dan één punt afwijken van de worp van de schrijver.

Bijvoorbeeld: de schrijver van de test geeft voor een spel een , terwijl de andere Spellenhoekers gemiddeld een geven. Omdat de eindworp nooit meer dan één punt mag afwijken van de test-schrijver wordt deze eindworp een , en niet het werkelijke gemiddelde, een .