DE ONDERZEEBOOT Hr.Ms. O13

Deze pagina's zijn ter nagedachtenis aan :

E.H. Vorster

Bekendmaking 2 juli 1940 in Londen :

"Hr.Ms. onderzeeboot O13 is zoo lang over tijd, dat haar verlies helaas als vaststaand aangenomen moet worden. Toen op 19 juni de boot werd teruggeroepen heeft hij zich niet meer gemeld".

Luitenant ter zee Vorster

Wijlen Ltz 1e kl
E.H. Vorster

"Luitenant ter Zee 1ste klasse Edward Herbert Vorster, zoon van een kapitein van de Gouvernement Marine in (voormalig) Nederlands Indië, was een zeeman in hart en nieren", aldus het Soerabaiasch Handelsblad van 19 Augustus 1940.

Wat vooraf ging ..........

Hij werd geboren op 21 September 1905 te Ambon. Opgroeiend in Nederlands Indië in een marine gezin slaagde hij mei 1918 voor het toelatingsexamen tot de eerste klas van de H.B.S. in Nederlands Indië, dat hem werd afgenomen in Medan. Na de H.B.S. in Surabaya te hebben bezocht, ging hij in het jaar 1924 naar Willemsoord en werd in 1927 als officier beëdigd en geplaatst bij de Onderzeedienst aldaar.

Blijkens een geboorte berichtje in de krant was Edward Herbert getrouwd met mevr. de Korte, en kregen ze 2 maart 1930 in Batavia een zoon die de naam Robert Edward kreeg.

Jaren voor de oorlog

Zijn marine loopbaan bracht hij voor een groot gedeelte door in Indië. Van 1928 tot 1932 was hij al eens in Indië gestationeerd geweest. In 1935 kwam hij met de onderzeeboot Hr. Ms. 'K. XVII' opnieuw in Indië aan.

Hr. Ms. 'K. XVII' vertrok in januari 1935, samen met zusterschip Hr. Ms. 'K. XVI' naar Nederlands Oost-Indië. Onderweg kreeg de bemanning ruimschoots de gelegenheid om de wal op te gaan en er werden bezoeken gebracht aan onder andere Vaticaanstad. LTZ 2 Vorster staat op de voorste rij, vierde van links.
In Nederlands Oost-Indië nam hij het commando van de 'K. XVII' op zich.

De luitenant werd in de loop der tijd een ervaren rot op de Nederlandse onderzeeboten. Het laatste nieuws dat zijn familie in Ned. Indië vóór de oorlog van hem ontving, was, dat hij commandant van Hr. Ms. Onderzeeboot O13 was geworden.

De jaren tijdens de oorlog

Wat er daarna gebeurde, de ontsnapping naar Engeland en de opname in het Engelse Internationale 9-de flottielje onderzeeboten te Dundee, werd pas na de oorlog bekend. Toch wist zijn familie als één der eersten dat de boot vergaan was. In Nederland was het marine nieuws schaars en sijpelden dit soort berichten pas maanden later door, en dan ook nog vaak als eerste via het Rode Kruis.

In Indië werd echter al op 9 Augustus 1940 in het Bataviaasch Nieuwsblad door het Departement van de Marine in Indië een bericht gepubliceerd onder de kop: "Hulde aan de Gevallenen !" met daaronder "Een Nederlandse verlieslijst", waarin het bekendmaakte dat de navolgende officieren, onderofficieren en manschappen gedurende de periode 15 Juni tot 1 Augustus d.a.v. hun leven hadden gegeven in de strijd tegen de vijand. De gehele bemanning van de O13 stond op die lijst.

Als eerste van de lijst van gesneuvelden werd vermeld de luitenant ter zee der 1ste klasse E.H. Vorster die in het gegeven tijdvak zijn leven voor het vaderland heeft gegeven. De volgende dag reeds werd een rouwadvertentie geplaatst namens zijn verwanten, waarin zij berichten:
"Heden ontvingen wij het treurige bericht, dat onze lieve zoon, broer, zwager en oom, de Heer E.H. Vorster, in leven Luit. Ter Zee 1e klasse K.M., in de ouderdom van 35 jaar is gesneuveld"


Laatste brief van een gevallen held

"Ltz1 Edward Herbert was een zeeman in hard en nieren" schrijft het Soerabaiasch Handelsblad de volgende dag onder de titel Laatste brief van een gevallen held.
Het blad gaat verder "Hiervan getuigt zijn laatste brief die hij aan zijn moeder in Indië heeft geschreven, gedateerd Londen, 27 mei 1940"

In die brief schreef hij - nadat hij 10 mei 1940 met zijn onderzeeboot uit Den Helder op patrouille ging en daarna naar Engeland was uitgeweken - over Joel en zijn zoontje Robert Edward:

'Sinds 10 Mei heb ik Joel en Robby niet meer gezien, noch iets van hen gehoord. Na twee weken van vertwijfeling ben ik tot rust gekomen en heb het vertrouwen, dat Joel en Robby het ergste bespaard is gebleven'.

"In Edward Herbert Vorster leefde de traditie van de Nederlandse Marine op zijn best", vervolgt de krant, "getuige een ander fragment van deze brief, waarin hij schrijft:"

'Voor mij in de Marine is aan de zijde van de geallieerden nog een mooie taak te vervullen. Ik verzeker U, dat ik die naar mijn beste kunnen zal vervullen. Naast het gevoel van diepe haat tegen de Duitsers is het een weldadige gedachte mee te mogen werken aan de uiteindelijke overwinning van de geallieerden.'

Hij eindigt zijn brief aan zijn moeder met de woorden:

'Ma, ik mag en kan U verder niets vertellen over mijn positie. Ik hoop gauw iets van U uit het gelukkige Indië te horen.'