Een ordinaire neus
Toen ik voor de allereerste keer in de archieven op zoek ging naar mijn
voorouders kwam ik een opmerkelijke beschrijving tegen van een van mijn
voorouders.
Voor het sluiten van een huwelijk moest men allerlei documenten overhandigen
aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zo moest zowel de bruid als de
bruidegom een geboortebewijs of een uitreksel uit het doopboek verstrekken. Als
een der ouders of beiden al waren overleden moest ook daarvan een bewijs in de vorm van een
uitreksel uit de Burgerlijke Stand worden aangeleverd. De bruidegom moest
bovendien een Certificaat van de Nationale Militie overhandigen als bewijs dat
hij zijn verplichtingen met betrekking tot de militaire dienst had volbracht.
Soms waren er
redenen waarom niet aan de dienstplicht kon worden voldaan. Bijvoorbeeld
indien de bruidegom afgekeurd werd wegens een lichaamsgebrek zoals
Gerhardus Lukkien of vanwege zijn lengte zoals
Bernardus Stege.
In de begintijd van de Nationale Militie was er nog geen fotografie en daarom
stond er op het Certificaat van de Nationale Militie meestal een
persoonsbeschrijving van de dienstplichtige. Zaken als lengte, kleur van haar,
ogen en wenkbrauwen, maar ook aangezicht, neus en kin werden beschreven. Op de
eerste beschrijving die ik destijds van een van mijn voorouders tegenkwam stond
achter Neus: Ordinair.
Ik was hevig verontwaardigd. Hoe had de neus van mijn voorouder er in godsnaam
wel niet uitgezien om hem als ordinair te bestempelen? Ik moet toegeven dat in
familie een vrij karakteristieke neus voorkomt. Vaak een rechte neus met een
bobbel daar waar het neusschotje zit, maar om deze neus nu als ordinair te
bestempelen gaat me wel erg ver.
Wat is er mis met deze neus?
Ook in andere aktes kwam ik steeds vaker ordinaire neuzen tegen. Niet alleen
neuzen overigens. Ook andere gelaatskenmerken, zoals de kin werd wel eens als
ordinair aangeduid. Ik begon langzaam vraagtekens te plaatsen bij de betekenis
van het woord ordinair en werd herinnerd aan een ander woord waar ik met een
Vlaamse collega eens een misverstand over ontstond. Deze collega schonk koffie
voor mij in en tijdens het overhandigen van het kopje sprak ze: "De lepeltjes
zijn raar". Ik was hevig verbaasd, want na een zorgvuldige bestudering van het
lepeltje kon ik er niets raars aan ontdekken. Na enkele minuten heen en weer
gesteggel, waarbij zij bleef volhouden dat de lepeltjes raar waren en ik
volhield dat er niets mis mee was, kwam ik er achter dat ze met raar bedoelde
dat de lepeltjes bijna op waren. Raar betekende hier zeldzaam.
Iets soortgelijks was er dus met de neus van mijn voorouders aan de hand. Als
wij tegenwoordig iets of iemand ordinair vinden dan vinden wij zo iemand apart
of ongewoon. Echter in het Engels betekent Ordinary gewoon en ook het
Franse Ordinaire betekent gewoon. Hiermee werd mij duidelijk dat
Ordinair vroeger dus Gewoon betekende.
Het feit dat mijn voorouder een ordinaire neus bezat was in die tijd dus heel
gewoon.