Ik
geloof dat ik nu in de steek gelaten word. Iedereen is weg en het is donker. Ik
heb de baasjes wel de trap op zien gaan maar ze kwamen niet gelijk terug. Ik heb
het maar even op een gillen gezet. Spikey vond het niet leuk en vluchtte naar
boven. Zo erg klink ik toch niet. Zo daar kwam baas al aan. Gelukkig ze zijn er
nog. Wat nou, krijg ik een standje. Ik doe toch niets ? Zij zijn toch weggegaan.
Eigenlijk heb ik wel slaap dus ik ga even in mijn huisje liggen dan ga ik straks
wel verder.Voor dat ik uitgeslapen was liepen de 2 jonge baasjes al weer in het rond. Het was zelfs nog donker. En ze waren ook zo weer weg. Nog wel naar buiten. Maar dat pik ik niet. Giiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilllllllllllllllllllllll. Vrouwtje stond zo beneden. Ze vroeg wie er vermoord
werd. Ik niet hoor, maar je weet maar nooit. Ze moest even douchen eerst. Wat
dat nou is, het heeft met water te maken. En zoveel geduld heb ik niet. HONGER.. schiet op. Zo gezellig iedereen is er weer. Wat gaan we doen. Veel pit zit er niet in de familie. Kranten hoef ik niet te lezen, ontbijten heb ik al gedaan dus Spikey is even mijn slachtoffer. Leuk vind ie het niet. Wat een ochtendhumeur. Zo even een klein dutje op de bank. Baas gaat werken
zegt hij. En de Volgende keer beter.
Ik mocht ook de auto weer in. Maar het was al donker en
dat is wel een beetje eng. Maar als ik mijn ogen goed open doe dan kan ik toch
wel wat zien. Vrouwtje was aan het zingen. (Klinkt niet slecht) We gingen naar
het werk van het baasje. Gezellig hoor. Vloerbedekking aan je poten is wel
griezelig. Je kan het ook nie |
Morgen moet Spike naar de
kapper. Wat dat nou is. Het
schijnt dat ik Ik ben versleten. Wat een ochtend zeg. Auto in, auto uit, dan word ik ook nog opgesloten in een grote hal. Gelukkig had vrouwtje mijn kleedje meegenomen. Dan kon ik daar op liggen. Toen ik moest poepen was er niemand in de buurt. Ik heb het maar onder de kapstok gedaan. Misschien zien ze het niet.
Spike is zelfs vrolijker tegen mij. Nu vind iedereen haar ook mooi en lekker schoon. Ik persoonlijk hou niet zo van water en zeep maar ieder zijn meug.
Die twee zwarte labradors op vrouwtje d’r werk waren heel wild. Die ene werd eerst tot kalmte gemaand. Hij wilde zo graag met me spelen maar daar ben ik te klein voor. De andere, een meisje, deed heel lief tegen mij. Ik heb bijna een blauw oog van hun staarten. Toen het mannetje werd los gelaten ben ik maar even op mijn rug gaan liggen. Hij werd heel rustig. Tjonge, dit zijn geen standaard labradors. Vrouwtje zei dat ik ze wel meer zal zien. Leuk hoor. We zijn al vrienden. Die heb ik al heel wat. De kleine bruine labrador pup uit onze straat heeft kennelkuch. Hij moet achter de poort blijven zitten. Hij heeft nog niet meegemaakt wat ik allemaal al gedaan heb. |