Gemaakt: 24 maart 2008
Mijn goochelhobby: Gerrit
doet een Truc!
Mijn grootvader heb ik nooit persoonlijk gekend. Toch heeft deze man nog steeds invloed op mijn ideeën over goochelen. Uit verhalen van mijn vader en oudoom werd mij duidelijk dat mijn grootvader er naast zijn technische boekhandel ook een goochel toneel op nahield. Wanneer de familie zich bij gelegenheden verzamelde werd zondagmiddag (er was geen TV!) het toneeltje opgebouwd en vermaakte grootvader zijn familieleden met goocheltrucs. Een van de hilarische trucs die hij uitvoerde was een truc met een zeer kostbaar gouden zakhorloge van een familielid, dat hij in een apothersvijzel met een stamper verbrijzelde, tegen de toeschouwers zei hij: zie je alle radartjes en glasscherven? etc.
Een even spannende truc presenteerde ik jaren later zelf aan mijn familie, als 13-jarig jongentje. Ik vroeg aan een vriend van mijn vader zijn trouwring te leen. Deze ring zaagde ik - als ukje - vervolgens in 2 stukken, om deze vervolgens in een windbuks te laden en ermee op een schietschijf te schieten. De huisvriend riep -rood aangelopen en verschrikt- uit dat hij wel verwachtte dat de schade vergoed zou worden.
Na dit eerste optreden kreeg ik een goochelboek cadeau voor mijn verjaardag. Het boek was geschreven door de zeer gerenommeerde Larette. Destijds – ik als ukje – was deze Larette in mijn beleving een kolenboer, want de goochelstudio leek gecombineerd met een kolenhandel. Maar ik had altijd al groot respect voor deze Larette, want uit zijn boek leerde ik aanvankelijk mijn beste trucs. Grappig om te vertellen is, dat het boekje in 1958 omgerekend e 2,- kostte. Nu betaal je voor een paar simpele trucs al snel e 180,-. Wat het goochelen voor mij aantrekkelijk maakt is de combinatie van techniek en toneelspel, de act en de “parlando”. Deze combinatie creëert de illusie die ons allemaal op het verkeerde been zet. Goochelen vraagt dan ook veel voorbereidingstijd: trucs selecteren, eventueel inkopen en eindeloos oefenen.
Als ik mag kiezen uit de 3 meest bekende categorieën van goocheltrucs, heb ik mijn voorkeur voor iets "technisch". Uiteraard heb je bijvoorbeeld de mini-magie, de kleinere trucs die bijvoorbeeld aan tafel worden uitgevoerd en waarbij het publiek de goochelaar op de vingers kijkt. Vervolgens is er de illusie, grote trucs, zoals het wegtoveren van een olifant, of een Boeing. Hans Klok is daar een goed voorbeeld van. En tenslotte ben ik vooral een grote fan van de befaamde Nederlandse goochelaar Fred Kaps die in de 1960-er jaren op de TV onder meer zijn micro-magie praktiseerde. Fred was uitermate handig en amusant met zowel zijn presentatie als bijvoorbeeld ook het snel in zijn mouw gooien van speelkaarten (wat erg moeilijk schijnt te zijn). Zelf vind ik het erg leuk om voor kinderen te goochelen. Kinderen zijn dankbaar en kritisch. Ze zijn ook scherp en zien soms meer dan volwassenen. Vroeger heb ik kinderen wel eens een (simpele) truc meegegeven om thuis te laten zien. En soms letten kinderen dan niet zo goed op in hun enthousiasme. Zo kwam er een wanhopige moeder na een weekend naar mij toe met de vraag "hoe de truc met het doorgescheurde papiertje" toch werkte. Haar 7-jarige zoon had de truc geleerd bij mij, maar lette bij de clou net eventjes niet op. Resultaat was dat hij thuis van alles door midden scheurde, maar niet meer wist hoe dat vervolgens weer gerepareerd moest worden. Zo zie je maar weer dat de “kolenboer” Larette zeer vooruitziend was toen hij zijn 10 geboden opstelde, waarvan er een luidt: "Verklap nooit een truc." Ik treed niet zo vaak op. Voor een kort optreden van een half uur moet je toch snel 2 maanden oefenen. Daarom treedt ik het liefst op bij speciale gelegenheden, voor vrienden en familie en natuurlijk zo nu en dan bij de collega's van het werk, recepties, etc.