Duitse Moezelwijn

Eigen tekst -

Top

Inleiding

Sommigen van jullie zullen hem misschien wel reeds in een of andere winkel of warenhuis gezien hebben, en misschien hebt u hem reeds gedronken op een avond of bij een maaltijd.

Op het etiket vindt je verschillende gegevens die soms wel verwarrend lijken. Misschien wordt na deze reeks artikels een en ander wel duidelijker.

Eerst en vooral onderscheidt men verschillende kwaliteitsgroepen, zoals bijvoorbeeld Landwein of Qualitätswein mit Prädikat.

Deze kwaliteitsgroepen hebben dan nog verschillende kwaliteitstrappen, zoals bijvoorbeeld Beerenauslese of Spätlese.

Dan heb je ook nog verschillende smaken zoals bijvoorbeeld trocken of lieblich.

De verwarring wordt nog groter wegens de verschillende druivensoorten zoals bijvoorbeeld Riesling of Müller-Thurgau, die in verschillende wijngebieden groeien.

Daarbij heb je ook een speciale eigen soort als daar is de Winzersekt.

Top

Druivensoorten

Aan de duitse Moezel wordt overwegend witte wijn geproduceerd. Tot voor enkele jaren was het zelfs verboden rode wijn te maken, behalve voor privaatverbruik.

De voornaamste druifsoort is de Riesling, het is ook de bekendste. Andere druifsoorten zijn : Müller-Thurgau, Silvaner en Kerner. Deze en andere Duitse druivensoorten kun je bekijken op een foto van een postkaart. De druivensoort zegt nog niets over de kwaliteit van de wijn, maar zij bepaalt het karakter van de latere wijn.

  • Riesling

    Dit is de druif die door de Romeinen werd meegebracht. Na een druifluisepidemie in de 19de eeuw heeft Riesling zich als DE moeseldruif doorgezet. Zijn kleine druifjes rijpen tot november. Deze lange, trage rijpingsperiode geeft een fijn, fruitig boeket en een pittige smaak.

  • Müller-Thurgau

    Deze druif is ontwikkeld in 1982 in Duitsland door, en genoemd naar een zekere professor Müller, uit een zeker kanton Thurgau in Zwitserland. Het is een kruising van Riesling en Silvaner. Een combinatie van deze 2 namen geeft de wijnnaam Rivaner. Deze druifsoort rijpt zeer vroeg en geeft een zoete, geurige wijn met een bloemig boeket.

  • Silvaner

    Deze druif is een traditionele variëteit. Het zijn middelgrote sappige druiven die iets vroeger rijpen dan Riesling. Ze hebben een mild zuurgehalte en zware smaak.

  • Kerner

    Dit is een populaire nieuwe kruising, ontwikkeld uit een rode druif, Trollinger, en de Rieslingdruif. Deze druif heeft een dikke pel en rijpt vroeg. Daardoor ontstaat een wijn met een fruitig, rieslingachtig en fijn boeket.

Top

Kwaliteitsgroepen.

In Duitsland zijn er in principe 3 door de staat gecontroleerde kwaliteitsgroepen :

  • Tafelwein - Landwein. Tafelwijn - landwijn.
  • Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete Q.b.A. Dit is kwaliteitswijn uit bepaalde wijnbouwgebieden.
  • Qualitätswein mit Prädikat. Kwaliteitswijn met predikaat, geeft aan dat het om het hoogste Duitse kwaliteiteitsniveau gaat. Volgens van Dale : predikaat = loffelijke bijvoeging, ... eretitel.

De kwaliteitsgroepen zijn opgegeven in functie van belangrijkheid: hoe beter de wijn, des te hoger de kwaliteitsgroep.

  • Tafelwein - Landwein.

    De Tafel- en Landwein is een is een lichte frisse en goedkope wijn. Hij werd in de tachtiger jaren als tegenhanger aanzien van de Franse Vin de Pays. Hij leent zich uistekend voor Schorle. Schorle is eigenlijk witte wijn met bruisend mineraalwater. Wordt ook nog Schorlemorle genoemd.

    Voor de Deutsche Tafelwein mag het vruchtensap extra verzoet worden, om onvoldoende rijpheid van de druiven te compenseren. Landwijnen zijn kwalitatief goede drinkwijnen. Zij mogen slechts uit een enkel landwijngebied komen.

    Ten opzichte van de tafelwijn moet de landwijn een hoger zoetgehalte hebben. Bovendien mogen Duitse landwijnen slechts in de smaakaanduidingen trocken, droog en halbtrocken, halfdroog, aangeboden worden, waarover later meer uitleg.

  • Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete.

    De kwaliteitswijnen zijn wijnen die in kwaliteit hoger staan dan de tafel- en de landwijnen. Zij mogen ook slechts in een beperkt gebied gewonnen worden.

    Iedere kwaliteitswijn moet slagen voor een officiële kwaliteitstest, de Amtliche Qualitätsprüfung. Hier wordt de wijn analytisch en sensorisch gecontroleerd. Alleen een wijn, die goed door deze test komt, mag kwaliteitswijn genoemd worden.

    Op de wijnkaarten en op etiketten wordt deze wijn dikwijls met de afkorting Q.b.A. aangeduid. Daarbij vindt je ook een officieel testnummer. Dit alles geeft garantie, dat de wijn voor zijn herkomst en druivensoort als echt beoordeeld werd, en in kleur, helderheid, reuk en smaak vrij van fouten is.

    Op het etiket kunt u ook nog andere gegevens vinden, zoals het wijnbouwgebied, vanwaar hij vandaan komt, de naam van de producent en het perceel waar de druif is gegroeid. Daarnaast wordt er ook een nummer vermeld bijvoorbeeld 1 234 567 890 12, dat verband houdt met de controle van de wijn.

    De eerste 7 cijfers verwijzen naar de plaats van het onderzoek 1, de woonplaats van de wijnboer 234 en het bedrijf zelf 567. Daarbij komt dan een nummer van de onderzochte partij en het jaar van onderzoek.

  • Qualitätsweine mit Prädikat.

    Dit zijn kwaliteitswijnen met predikaat.

    Ik schreef ... wijnen, dit wil dus zeggen dat er meerdere zijn. We zullen ze dus een voor een bekijken.

    De kwaliteitswijnen met predikaat hebben een kwaliteit die dan weer een trap hoger staat dan de kwaliteitswijn Q.b.A.

    Hij krijgt naast een officieel testnummer ook de titel Prädikat.

    Om een predikaat te bekomen, moeten de druiven volledig rijp zijn en een harmonische verhouding van zuren en alkohol bezitten.

    Predikaatswijnen zijn natuurzuivere wijnen. Hierbij mag het vruchtesap, men noemt dit het Most, niet met druivensuiker verrijkt worden.

    Bij de kwaliteitswijnen met predikaat onderscheiden we ook verschillende kwaliteitstrappen.

  • Deze hebben de volgende duitse benamingen :

    Kabinett, Spätlese, Auslese, Beerenauslese, Trockenbeerenauslese, en Eiswein.

  • Kabinett.

    Kabinettwijn is een elegante, lichte en volledig gerijpte wijn, die voornamelijk in october getrokken wordt en dus ook een hoog vruchtkarakter en een fijn elegant boeket heeft. Hij is licht en fris en dat alles maakt de kabinetwijn tot een typische specialiteit uit de Duitse Moezelstreek. Het alcoholgehalte licht tussen 7 en 9 %.

  • Spätlese.

    Vertaald als late oogst. Het is een wijn waarbij de druiven, in volrijpe toestand, ten vroegste 7 dagen na het begin van de normale oogst, geplukt worden. Deze wijn tekent zich door een grote elegantie en rijpheid. Hij is aangenaam en volmondig, waarbij de overrijpheid als een extra toemaatje meegenomen is.

  • Auslese.

    Volgens het woordenboek eerste kwaliteit, is het een wijn, waarbij de volrijpe, gezonde en dikwijls overrijpe druiven extra uitgekozen worden. Alle onrijpe druiven worden dus weggenomen.

    Deze wijnen hebben een smaakvol boeket. Zij zijn bijzonder geschikt voor bewaring. Deze wijn kan voor het eten als begroetingsdrank of als bekronende afsluiting van een feest gedronken worden. Daarnaast kan hij ook gedronken worden bij rustige momenten.

    Het alcoholgehalte van de 2 laatste, Spätlese en Auslese, kan een klein beetje oplopen ten opzichte van de kabinetwijn.

  • Beerenauslese.

    Letterlijk vertaald eerste kwaliteitsbessen, is een bijzondere wijn.
    Bij deze rijpe, vruchtige en volle wijn worden alleen de overrijpe en volrijpe bessen afzonderlijk uitgezocht en geperst. Het alcoholpercentage kan oplopen tot 15 %. Deze wijn is werkelijk een echte rariteit.

  • Trockenbeerenauslese.

    Deze kan letterlijk vertaald worden als : droge eerste kwaliteitsbessen. Hierbij laat men de laatste rijpe druiven voor het plukken nog indrogen. Zij zijn dus werkelijk rozijnachtig verschrompeld. Deze wijn is eveneens een echte rariteit, met een krachtige smaak en kan tot 20% alcohol bevatten.

  • Eiswein.

    Deze is niet moeilijk te vertalen dus als ijswijn. Deze topwijn kan alleen gemaakt worden, wanneer de bessen slechts getrokken worden nadat de nachtvorst er enkele keren overheen is gegaan. Hierdoor worden de inhoudstoffen door de vorst bijzonder geconcentreerd. Het zeer extrakt- en suikerrijk concentraat wordt dan tot wijn geperst, die het meest het gewicht aan druivesap van de Beerenauslese overtreft. Deze wijn kenmerkt zich door een bijzonder aroma en een buitengewoon, zeer fijn aroma. Het is eveneens een echte rariteit.

Top

Enkele vaktermen voor wijnliefhebbers.

Soms vind je op een etiket de vermelding Erzeugerabfüllung. Letterlijk vertaald : producent aftapping. Dit wil dus zeggen dat de wijnboer hier zijn wijn uit het vat zelf in de flessen overgetapt heeft.

Dan is ook de benaming Federweisser, letterlijk vertaald : veder-blank, veder-wit. Dit is eigenlijk de stap vóór de jonge wijn. Het gaat hier dus om pas gistend druivensap. Daarom kan men deze alleen kopen in de tijd van de wijnoogst zelf.

Nog enkele bijkomende vaktermen :

  • Most : dit is druivensap dat nog niet gegist is.
  • Mostgewicht : dit duidt aan hoeveel natuurlijk suiker (druiven- en vruchtsuiker) in het vers geperst duivensap, vóór het begin van het gistingsproces, aanwezig is. Dit wordt gemeten in graden Oechlse.

De naam is genoemd naar een zekere Ferdinand Oechsle, een apotheker, goudsmid en fysicus, die leefde van 1774 tot 1852.

Oechsle is hier de eenheid voor het zoetgehalte van het druivesap. Hij wordt gemeten met een refraktometer, een toestel voor het bepalen van de brekingsindex van een stof.
Dit duidt aan hoeveel gram 1 liter druivensap, bij 20° Celcius, zwaarder is dan 1 liter water. Uit het zo bepaalde soortelijk gewicht kan men dan het suikergehalte bepalen in gram/liter.
Met deze methode kan dan het latere alcoholgehalte van de wijn, na de gisting, bij benadering goed bepaald worden.
Het is volgens deze Oechsle-graden dat de onderverdeling van de wijn gebeurt in de verschillende kwaliteitstrappen.
Om een voorbeeld te geven : een Spatlese-wijn, uit het vorige artikel, heeft volgens de duitse predikaatregels een mostgewicht tussen 85 en 95 graden Oechsle. Voor een Kabinet-wijn ligt het tussen 73 en 85 graden Oechsle.

Top

Kleine tips in verband met moezelwijn.

  • Bewaring.

    De wijnflessen (volle, met wijn natuurlijk), moeten liggend bewaard worden, afge_blankd tegen daglicht. Hierbij moet de kurkbodem zeker gans met wijn bedekt zijn.

    Moezelwijn wordt het best bewaard bij een temperatuur van om en bij de 10 graden Celsius. Indien mogelijk zonder sterke temperatuurschommelingen.

    Het is aangewezen, als je dan toch een fles wijn in de winkel of wijnhandel koopt, deze een paar dagen vroeger te kopen, waardoor hij tot rust kan komen. Als je hem dan daarbij ook nog in de koelkast op drinktemperaruur brengt, wat verder beschreven wordt, dan komt dat zeker ten goede aan de smaak bij het drinken.

  • Openen van een wijnfles.

    Witte wijnen worden best ongeveer 20 minuten voor het serveren geopend. Bij rode wijnen zal dit best nog vroeger gebeuren.

    Indien het oudere wijn betreft, is het aangewezen het vrijgemaakte uiteinde van de fles en kurk te reinigen met bvb. een stuk keukenrolpapier.

    Tenslotte moet de vrijgemaakte kurk nog uitgetrokken worden met een kurketrekker. Hierbij moet alleen opgelet worden dat deze zo ver mogelijk in de kurk ingedraaid is, dit om de kurk in zijn geheel in één trekbeweging uit de fles te krijgen.
    Het beste is, dat de kurketrekker niet onderaan door de kurk komt, omdat dan de kurkbodem beschadigd wordt, waardoor eventuele kurkdeeltjes in de wijn komen en dus ook in het glas.
    Ook hier is het aangewezen de bovenste rand van de fles te reinigen met bvb. een stuk keukenrolpapier.

  • Drinktemperatuur.

    Voor witte wijn wordt aangeraden hem te drinken tussen 11 en 15 graden Celsius, dus fris.
    Jongere, lichte wijn mag zeker langs de frisse kant, t.t.z. om en bij de 11 graden, gedronken worden. Oudere, rijpe, krachtige wijn zoals Spätlese en Auslese drinkt men eerder minder fris, t.t.z. om en bij de 15 graden.

  • Houdbaarheid.

    Geopende wijn verliest, na meer dan 2 dagen, duidelijk zijn goede smaak.
    In de handel kan men reeds een speciale stop met kleine handvacuumpomp kopen, waardoor de wijn afge_blankd wordt van de omgevingslucht. Hierdoor kan de wijn, na het aftrekken, gedurende een kleine tijd, toch zijn smaak behouden.

    Soms vindt men, bij oudere wijn, kleine korreltjes op de bodem van de fles. Dit zijn later afgebouwde wijnzuren, die zich onder de vorm van heldere kristallen op de bodem afzetten. Op deze wijze bouwen goede wijnen hun overschot, hun teveel aan zuren af. Dit doet zeker geen afbreuk aan of vermindering van de kwaliteit en het karakter van de wijn.

    Dit hoofdstuk, waarbij je misschien al je lippen lekt, zou ik willen besluiten met :

Nog veel moeselwijngenot en drink hem koel !

Top

wijnbouw door het jaar

Een klein overzicht door het jaar over wat een wijnboer zo al moet doen.

  • De eerste jaarhelft.

    We beginnen in het vroege voorjaar, wanneer het niet meer vriest. Dan gaat de wijnboer op de wijnberg om het jaar te beginnen met het insnoeien van de boomscheuten. Daarbij moet hij zich herinneren hoe hij de wijnberg voor 4 jaar eerder heeft ingedeeld en aangelegd.

    De beplanting is nog zeer jong, want de wijnstokken hebben 3 jaar nodig alvorens zij kunnen geoogst worden. De eerste zonnestralen schijnen daarbij voor het eerst op de handen van de wijnboer. Wijnbergen worden het best op een zuidhelling aangelegd, want de wijnranken hebben veel zon nodig, waardoor men later een goede wijn verkrijgt.

    In de maanden april en mei rijdt de wijnboer dan met zijn zoon met de traktor de wijnberg op, om tussen de wijnstokken te ploegen. De bodem wordt dan losgemaakt, waardoor de warmte en vochtigheid beter aan de wortels kunnen.
    Vroeger werd rond deze tijd mest aangebracht, maar tegenwoordig denkt hij ecologischer, dit in verband met grond- en watervervuiling, door op de grond tussen de wijnstokken begroening aan te brengen. Of hij bedekt de bodem met stro of boomschors, om hem in de hete zomer tegen uitdroging te be_blanken.

    Juni is de maand van de wijnbloei. Kort daarop gaat men in de wijnberg om de takken weg te snijden waarop geen druiven groeien, met de bedoeling dat de volledige kracht van de plant in de vrucht zou gaan.

    In de vroege zomer wordt dan langzaam de vrucht gevormd. De latere druiven hangen nog klein en hard aan de stokken. Nu komt het er op aan dat de bladeren veel zon ontvangen. Dat is zeer belangrijk voor de fotosynthese, waardoor uit zonlicht en kooldioxide en water het suiker ontwikkeld wordt. "Dat maakt de druiven zoet en de latere wijn waardevol" zegt de wijnboer dan.

  • De tweede jaarhelft.

    In de herfst, zo tegen einde september, volgt dan de druivenoogst, in het Duits, Lese genoemd. Plaatselijke oogstcommissies bepalen wanneer de oost officieel gestart mag worden. Aan de Moezel gebeurt de oogst van de druiven, volgens traditie, met de hand.

    Letterlijk is het ganse dorp in de wijnberg, want dan heeft men iedere hand werkelijk nodig.
    Het is als vanzelfsprekend dat zelfs ook de kinderen na de school meehelpen. Druif per druif wordt met een keline schaar afgesneden, en komt terecht in een speciale oogstemmer, die van wijnstok tot wijnstok meegenomen wordt.
    Is de wijnemmer vol, dan worden de druiven in een draagmand overgegoten.
    Is ook deze eenmaal vol, dan wordt zij door de drager, van de doorgaans steile helling naar een grote kuip, beneden aan de voet van de wijnberg, gedragen.
    Dat dit een zeer vermoeiende bezigheid is, moet niet gezegd te worden. Sporadisch bemerkt men daarom ook reeds moderne kabelsystemen, die de dragers zeer veel arbeid en zweet besparen.
    Na een lange dag in de wijnberg is het werk van de wijnboer bijlange nog niet ten einde.
    Hij moet de druiven dan nog persen in een wijnpers. Een wijnpers in principe niets meer dan een grote vruchtenpers.
    Vroeger moest alles manueel gebeuren in persen die je op vele plaatsen langs de Moezel en bij wijnboeren buiten ziet staan. Nu worden de wijnpersen praktisch overal elektrisch aangedreven. Het uitgeperste druivensap wordt dan in vaten gepompt. Bovendien komt ook de zogenaamde droesem of bezinksel vrij, dit zijn de schillen en stelen van de druiven. Uit deze kan men Schnaps branden.

Top

Bronnen

Een en ander werd verzameld uit een brochure van een plaatselijke wijnboer, uit enkele boekjes over de Moezelstreek en van de Internetsite www.mosel.com.

Top

Tot slot ...

Nog veel moeselwijngenot en drink hem koel !

Top