knopen

alles over vuur

pionieren

route technieken

morse code

bijlen en hakken

Wat is pionieren

Diagonaalsjorring
Kruissjorring Paal verankering
Vorksjorring Balk verankering
Achtvormige sjorring Dodenmansanker
Steigersjorring Touwen opschieten

 


Wat is pionieren ?

Bij pionieren worden twee of meerdere palen aan elkaar verbonden door middel van sjorringen. Er zijn verschillende sjorringen die elk voor een bepaald doel worden gebruikt. Als je een sjorring maakt moet je er vooral op letten dat je hem netjes maakt en het touw steeds strak houdt en dus niet losjes begint om aan het einde alles wel even met vereende krachten strak te trekken. Een nette sjorring is sterker dan een rommel-sjorring. Ook het uiteinde moet je steeds netjes afwerken. Belangrijke sjorringen kun je het beste met z’n tweeën maken. De één zorgt ervoor dat het gedeelte dat al gemaakt is wordt strak gehouden, de ander slaat het touw volgens de manier van de betreffende sjorring verder om de palen heen. Ook kun je gebruik maken van hefbomen  om het touw steeds goed aan te trekken of vast te kloppen.


Kruissjorring

De kruissjorring wordt veel toegepast. In vrijwel elk pionierobject zul je hem moeten maken. Je gebruikt hem bij palen die elkaar kruisen, ook al steen ze niet loodrecht op elkaar. Een goed uitgevoerde kruissjorring is sterk en betrouwbaar.

A= Je begint de kruissjorring met een constrictor . Deze moet een deel van de druk kunnen opvangen. Komt de druk van boven op de horizontale paal, dan komt de constrictor vlak onder de horizontale paal om de verticale paal te zitten (en andersom). In het voorbeeld komt de druk van boven en beginnen we dus met de mastworp onder de horizontale balk.

B; C= Nu maak je een drietal slagen. Op de horizontale paal komen de slagen aan de buiten-kant van de eerste slag te liggen, op de verticale paal komen de slagen juist aan de binnenkant van de eerste slag (en dus van de mastworp) te liggen.

D; E; F= Nadat je drie volledige slagen hebt gemaakt ga je woelen. Dit doe je twee of maximaal 3 slagen. Vaker heeft geen zin, je trekt dan de eerste woelingen weer los.

G; H; I= Nu werk je de sjorring stevig af met een mastworp. Let erop dat je ook daadwerkelijk een goede mastworp maakt en ook dat je hem direct aan het einde van de sjorring legt. Is dit niet het geval dan kan de sjorring langzaam lostrekken.

Tenslotte werk je het overige touw netjes weg.

kruissjorring.GIF (12432 bytes)


Vorksjorring

De vorksjorring gebruik je om twee palen aan elkaar te knopen die later in een vork komen te staan.

Let erop dat voordat je begint te knopen de palen aan de onderkant gelijk liggen zodat je later een rechte vork krijgt.

Nu maak je op de ene paal een mastworp en maakt een zevental slagen om beide palen. Daarna ga je woelen tussen de palen door.

Na maximaal 3 keer woelen leg je een mastworp op de andere paal en aan de andere kant van de slagen dan waar je bent begonnen. Omdat de palen iets uit elkaar moeten worden getrokken moet je niet teveel slagen maken of de woelingen al te strak aantrekken, dan krijg je de poten maar moeilijk of niet uit elkaar.


Achtvormige sjorring

Als je een driepoot of vierpoot gaat maken moet je de achtvormige sjorring gebruiken. Voordat je begint te knopen leg je eerst de balken allemaal met de dikke kant ‘naar onder’ en zorgt ervoor dat ze aan de onderkant gelijk liggen.

achtvsjorring1.GIF (1022 bytes)

Nu maak je een mastworp op een van de buitenste palen en vlecht daarna het touw als op het plaatje tussen de palen door. Zorg ervoor dat de slagen redelijk strak en netjes naast elkaar liggen. Na ongeveer zeven slagen begin je met woelen.

Maak maximaal 3 woelingen tussen elke paal. Je eindigt weer met een mastworp, dit keer op de andere buitenste paal en aan de andere kant van de slagen van de sjorring dan waar je bent begonnen.

Bij het opzetten en in elkaar trekken van de benen moet je er op letten dat de overgang van de ene naar de andere woeling zichzelf strakker trekt.

achtvsjorring.GIF (3307 bytes)


Steiger sjorring

Met een steigersjorring kun je palen verlengen door de uiteinden  met elkaar te verbinden . Zorg ervoor dat je altijd minimaal 1 meter overlap hebt. Je kunt de steigersjorring eigenlijk alleen goed maken als je het met z'n tweeën doet.

Begin met een mastworp in het midden van (een wat langer) pioniertouw om beide palen.

Sla de uiteinden nu een voor een om de palen. Je krijgt nu aan een kant steeds kruisen terwijl aan de andere kant de slagen netjes naast elkaar liggen.

Als de uiteinden zo kort zijn dat je geen slag meer kunt maken maak je een platte knoop als eindiging van de knoop.

Sla wiggen in om de sjorring strak te trekken. (Je kunt wiggen maken, maar ook bijvoorbeeld houten haringen gebruiken, pas wel op met scherpe hoeken van het hout, zij kunnen het touw beschadigen en de verbinding verzwakken)

steigersjorring.GIF (3734 bytes)

Als je ervoor zorgt dat je de kruisen aan de zijkant, dus op een paal, maakt dan kun je makkelijker wiggen in slaan. Voor de stevigheid kun je het best als je bijvoorbeeld een staander maakt, over de hele lengte dubbele palen nemen zodat de ene paal op de andere rust. Verder is het het best de wiggen allemaal vanaf de ‘bovenkant’ in te slaan en regelmatig te controleren zodat ze er minder snel uitvallen.


Diagonaalsjorring

De diagonaalsjorring kun je gebruiken om twee palen die elkaar kruisen te verbinden.

A= Trek met de timmersteek de palen tot ze elkaar raken en begin met de sjorring.

A; B= Na de timmersteek maak je een drietal slagen dwars op de timmersteek. Daarna maak je 3 slagen gelijk met de timmersteek.

C= Nu maak je enkele woelingen (maximaal 3) door het touw om de voorgaande slagen tussen de palen door te slaan.

D= Je eindigt de diagonaalsjorring met een mastworp op een van de palen, welke maakt niet uit.

diagonaalsjorring.GIF (6029 bytes)


Paalverankering

Om een paalverankering te maken kun je het best piketpalen gebruiken. Dit zijn palen van ongeveer 1,5 meter lang en een doorsnee van 10-15 cm. Een piket-paal heeft een puntige onderkant en een afgetopt eind. Een goede piketpaal kan in normale grond ongeveer 300-350 kg opvangen (in losse grond minder).

paalverankering.GIF (6386 bytes)

Als je een paalverankering gaat maken moet je op het volgende letten:

paalverankering1.GIF (1974 bytes)


Balkverankeringen

Balkverankeringen kunnen wat meer kracht verdragen dan paalverankeringen (2000-8000 kg) Je moet op de volgende dingen letten:

balkverankering.gif (2033 bytes)


Dodenmansanker

Naast deze balkverankeringen boven de grond kun je ook het geheel ingraven. We noemen dat een dodemansanker. Let erop dat je het gat voor de balk (het lijk) loodrecht staat op de trekkracht. Graaf de wanden recht naar beneden en sla haaks op de trekkracht piketten in. Als je de strop in de gleuf hebt gelegd en om de balk hebt bevestigd kun je het gat weer dichtgooien en goed aanstampen. Een goed gemaakt dodemansanker met goede materialen gemaakt kan meer dan 8000 kg aan.

dodemansanker.GIF (1927 bytes)


Opschieten

Met ‘opschieten’ van een touw wordt het netjes oprollen van een touw bedoeld. Dit kan op verschillende manieren. Belangrijk is natuurlijk dat een opgeschoten touw een bosje blijft wanneer het in bijvoorbeeld een krat is opgeborgen. Ook moet je een touwtje zo weer kunnen gebruiken en dus niet eerst heven prutsen om het bosje touw los te maken. Het makkelijkst is om eerst om je onderarm tussen hand en elleboog (dus niet vlak onder je oksel) een bosje te maken tot de laatste slag. Pak met de hand waarop je het touw hebt opgewonden nu ook het laatste uiteinde zodat jee een lus krijgt. Neem nu het touw van je arm en ga te werk volgens het plaatje.