(Gedeelten overgenomen van de Vereniging "Het Nederlandse Kooikerhondje".)

                                                                                    

                                                                 De Eendenkooi

Het Kooikerhondje is ontegenzeggelijk verbonden met de eendenkooien.

De eendenkooien zijn een oorspronkelijk Nederlandse vinding en het kooibedrijfis in zijn huidige vorm al zo'n 600 jaar bekend.

 

                                             

           Dit is een gravure uit de 17e eeuw van een eendenkooi in bedrijf 

 

Hoe ziet een eendenkooi er nu uit.

 

Een eendenkooi bestaat uit een vijver of kooiplas, waarop een aantal zij-armen of vangpijpen zijn aangesloten. Om dit geheel heen is een soort moerasbos voor rust op de plas en als bescherming tegen de wind gebouwd. De vangpijpen of zij-armen zijn te vergelijken met brede sloten die in een bocht lopen en waarbij zich aan het eind een vanghokje bevindt. Aan het einde loopt deze smal toe.

Deze vangpijpen, overdekt met gaas, waren vroeger overdekt met gebogen doornentakken om eventueel wegvliegen van de eenden te voorkomen. Verder bevindt zich op de wal, aan een kant van de pijp, een aantal schermen.

 

                                                                      

                                                                          Een vangpijp met schermen.

 

Deze schermen, veelal opgebouwd met rietmatten, zijn in een half visgraatmotief zodanig opgesteld dat niet alleen de kooibaas of kooiker zich, ongezien voor de eenden, er achterlangs vrij kan bewegen, maar ook het kooikerhondje. De eenden die zich permanent in de kooi bevinden noemt men de kooi- of staleenden. Dit zijn de lokeenden.

 

Het kooikerhondje

De kooibaas kon het vangen van de eenden niet geheel zelfstandig doen. Hij werd bij zijn werk terzijde gestaan door een veeal bont, klein hondje: het kooihondje of kooikerhondje.

Wanneer er wilde eenden in de vangpijp zijn geland dan komt het kooikerhondje in aktie en loopt om de pijp heen. De wilde eenden zijn nieuwsgierig en volgende de witte pluimstaart van het hondje, wanneer de eenden door de bocht van de vangpijp zijn, kunnen zij de kooiplas niet meer zien en trekken verder naar het licht aan het einde van de vangpijp. Zodra de wilde eenden in de vangkooi zitten, sluit de kooibaas met een trektouw de klep.

 

                                                                                       

              index                        Einde van de vangpijp                Kooiplas