(Gedeelten overgenomen van de Vereniging "Het Nederlandse Kooikerhondje".)
Het Kooikerhondje
Algemene typering
Van huis uit is het kooikerhondje een werkhondje: assistent van de kooibaas, bewaker van het huis en verdelger van muizen, mollen en ratten. Het is een lief, vrolijk en pittig hondje, attent en intelligent en die in hoge mate bereid is om voor de baas te werken.
In huis vertoont het kooikerhondje een groot aanpassingsvermogen; op zijn tijd rustig en bescheiden, dan weer speels en bruisend van levenslust.
Hij is goed waaks, maar slaat alleen aan als er een reden voor is. In vrije beweging buiten (onaangelijnd) heeft hij een hoog bewegingstempo, lichtvoetig met een permanent sierlijk wuivende staart. Hij is gevoelig voor lawaai en harde woorden. Hij is geen allemansvriend. Hij is aanvankelijk terughoudend tegenover vreemden, kinderen en andere honden.
Afhankelijk van het temperament zal hij vluchten of grauwen als hij zich onzeker voelt.
Heeft hij iemand geaccepteerd dan is er een vriendschap voor het leven gesloten.
Teef/Reu
Een kooikerreutje is veelal wat groter dan een teefje. Qua karakter ontlopen de beide geslachten elkaar niet veel. Uiteraard heeft men bij een teefje te maken met optredende loopsheden.
Het kooikerhondje is permanent verharend maar een teefje verhaart nog wat meer dan een reu.
Een reu is standvastiger qua karakter, maar heeft soms meer dan teefjes de neiging om de baas in huis te worden. Dit is met een consequente aanpak echter prima op te vangen.