- Zoek de appels goed uit snijd rotte en gekneusde plekken weg Snijd ze in partjes en
verwijder de klokhuizen. Doe de appels in een emmer met 2,5 liter koud water en twee
sulfiettabletjes, roer alles goed door.
- Roer de appels een week lang elke dag door en stamp ze steeds verder fijn en zeef ze
daarna.
- Als de appels klaar zijn, gaan de bosbessen in een andere emmer voeg hierbij 2,5 liter
heet water en laat dit drie dagen staan. Voeg dan het antipectineenzym toe.
- De volgende dag de most goed uitpersen en zeven. Voeg nu de twee sappen en voeg hierbij
de gehakte rozijnen. Voeg hierbij de overige ingrediënten. Roer tot alle suiker is
opgelost en dek de emmer goed af. De most regelmatig goed doorroeren.
- Zeef na een paar weken het sap in een gistingsfles met waterslot.
- Als de gisting voorbij is overhevelen in een schone fles.
- Hierna overhevelen als de wijn helder is, daarna nog twee keer om de drie maand.
- Bottelen en nog minstens 6 maand op de fles laten rijpen.
|