Schil de bananen en houd ca. 227 gram van de
schillen achter.
Doe de bananen en de schillen in een netel- of
kaasdoek, hang ze in een grote pan met 5.7 liter
water en laat dit een half uurtje zachtjes koken.
Pers de sinaasappel en de citroen uit.
Doe de suiker, de sinaasappel, het citroensap, de
fijngehakte rozijnen, de tannine en het
citroenzuur in een emmer.
Giet het kookwater van de bananen in de emmer en
roer tot alle suiker is opgelost.
Als het is afgekoeld, wordt de zak met
bananenpulp en schillen zoveel mogelijk
uitgeperst.
Voeg gist plus gistvoedingszout toe.
Dek de emmer af en zet hem 7 dagen op een warme
plaats. (dagelijks roeren).
Zeef de most in een gistingsfles of -vat en sluit
deze af met een waterslot.
Als de gisting voltooid is, de most in een fles
zeven, een sulfiettabletje toevoegen en de fles
afsluiten met een spon.
Hevel de wijn elke twee maanden over tot deze
helder is, dan kan de wijn gebotteld worden.
|