Was de rozijnen en hak ze fijn.
Schil de peren, haal de pitten en het klokhuis
eruit, en hak ze in stukjes.
Doe de peren met een campdentabletje in een pan
en zet ze onder water, breng het aan de kook en
laat het 15 min. zachtjes doorkoken. Voeg nu het
berkensap toe laat opnieuw doorkoken en haal
daarna pan van het vuur.
Doe de rozijnen in een emmer en voeg het hete sap
toe, daarna de tannine en het citroenzuur
toevoegen en het geheel goed doorroeren.
Los de suiker op in een beetje heet water en voeg
dit toe.
Als alles lauw is de gist en gistvoeding
toevoegen.
Zet de emmer 5 dagen op een warme plaats en roer
deze elke dag goed door.
Zeef daarna de most in een gistingsvat met
waterslot en voeg water bij tot 4.5 liter
Zodra de gisting is afgelopen de wijn overhevelen
in een schone fles met bijvoeging van een
sulfiettabletje.
Gedurende het eerste halfjaar iedere twee maanden
overhevelen daarna met langere tussenpozen alleen
als zich droesem vormt.
Daarna kan de wijn gebotteld worden.
|