- Maak een giststarter. Was de vruchten goed met
heet water, dit om eventuele bacteriën,
schimmels of wilde gistcellen te doden. Pers het
sap uit de vruchten en zeef het sap door een zeef
of een schone dichtgeweven doek. Voeg suiker toe
en roer tot deze geheel is opgelost. Breng het
volume op 5 liter met gekookt water.
- Voeg de giststarter bij de most en laat dit
enkele dagen gisten. De most regelmatig goed
doorroeren.
- Daarna de most overbrengen in een gistingsfles
met waterslot.
- Als de gisting trager verloopt suiker toevoegen
al naar gelang van het gewenste alcoholpercentage
en de smaak. Laat de wijn uitgisten. Daarna
overhevelen en koel bewaren.
- Hevel weer over als de wijn helder is. Vul de
fles af.
- Een half jaar koel laten rusten en om de drie
maanden overhevelen.
- Bottelen en nog zes maand op de fles laten
rijpen.
Hiervoor kunnen sinaasappels, citroenen of grapefruits
worden gebruikt. Zorg er echter wel voor dat het
zuurgehalte op het juiste peil is. Dit kan worden bereikt
door toevoeging van citroensap, citroenzuur en of
wijnsteenzuur. De totale hoeveelheid zuiver sap moet
overeenkomen met die van ca.10 à 12 sinaasappels oftewel
ca.1 liter sap.
|