Maak een giststarter. Was de vruchten en
verwijder de pitten en maak er pulp van. Doe dit
in een gistingsvat samen met de gehakte rozijnen.
Voeg hierbij 2 liter water en de suiker, roeren
tot alle suiker is opgelost. Sluit het vat goed
af.
Voeg na 24 uur de overige ingrediënten toe en
breng het volume op 10 liter (behalve de
bloemblaadjes). Laat 6 tot 8 dagen gisten tot een
dieprode kleur is ontstaan.
Pers de pulp uit en doe de most in een
gistingsfles met waterslot en voeg na drie dagen
de bloemblaadjes toe. Laat de most uitgisten tot
hij geheel droog is. Hevel dan over.
Hevel nog eens over zodra de wijn helder is en
vul het volume aan.
Laat hem een jaar rusten op een koele plaats en
hevel iedere drie maanden over.
Bottelen zodra zich geen sediment meer vormt en
daarna nog twee jaar op de fles laten rijpen.
|