| 
            Pluk rijpe kersen en verwijder de steeltjes. Was
                de kersen en doe ze in een open vat en overgiet
                ze met zoveel kok kokend water dat de kersen goed
                onder staan. 
            Als de most is afgekoeld, de kersen kneuzen. 
            Na een dag of drie de kersen in een filterzak
                uitpersen. De most overbrengen in een
                gistingsfles en afsluiten met een prop watten. 
            Los de suiker op in ruim een liter water en voeg
                dat bij de most. Rasp de schil van de citroenen
                en voeg het sap en de rasp toe. Voeg de gist toe
                en laat dit 3 dagen gisten vul daarna de fles met
                gekookt afgekoeld water en breng een waterslot
                aan. 
            Laat de wijn geheel uitgisten (in het donker) en
                hevel na drie maanden. 
            Bottelen als de wijn geheel helder is. 
            De wijn kan vrij snel gedronken worden.
        
         |