Maak een giststarter. Was de rozijnen en hak ze
fijn. Doe ze met 200 gram suiker in een vat. Giet
er 7 liter kokend water bij en roer tot alle
suiker is opgelost. Vul het volume aan tot 9
liter, voeg 2 sulfiettabletjes toe en sluit het
vat goed af.
Voeg na 24 uur de andere ingrediënten toe en
laat de pulp vier dagen gisten en roer de most
geregeld door (m.u.v. de rest van de suiker).
Vier dagen laten gisten en regelmatig doorroeren.
Zeef daarna de most in een gistingsfles en plaats
daarop een waterslot. Voeg suiker toe steeds als
de gisting trager verloopt.
Overhevelen bij een S.G. van 1015. Vul het volume
aan tot 9 liter en hevel weer over als de wijn
helder is.
Negen maanden koel laten rusten en om de drie
maanden overhevelen.
Bottelen en nog zes maanden op de fles laten
rijpen.
|