Ris de bessen van de steeltjes. Kneus het fruit
door het b.v. met de onderkant van een fles te
pletten. Haal de pitten uit de pruimen overgiet
ze met 3 liter kokend water en maak ze tot pulp.
Nadat de pruimenpulp wat is afgekoeld, de
pruimenpulp met de gekneusde bessen vermengen.
Voeg als het afgekoeld is de enzymen en het
sulfiet toe. Voeg ook het gezeefde citroensap
toe.
Dek het mengsel af en laat het 24 uur staan. Roer
het mengsel zo nu en dan goed om. Na 24 uur is de
sulfiet uitgewerkt en kan de gist en de
gistvoeding door de most worden geroerd. Laat het
geheel drie dagen gisten.
Tijdens deze eerste gisting speelt alleen het
vruchtsuiker een rol.
Na drie dagen de most van de pulp scheiden, de
pulp slechts zeer licht uitknijpen.
De suiker oplossen in 1 liter water en zodra dit
voldoende is afgekoeld bij de most voegen. Breng
de most over in een gistingsfles met waterslot.
Als de gisting is voltooid overhevelen en daarna
als de wijn geheel helder is.
Bottelen en nog minstens 6 maand op de fles laten
rijpen.
Deze wijn beter niet afzoeten. Als een droge wijn
lijkt hij op een goede bourgogne.
|